RBLIM 031024 toewijzing verzoek deskundigenbericht i.s.m. goede procesorde vanwege eerder geblokkeerd buitengerechtelijk deskundigenbericht
- Meer over dit onderwerp:
RBLIM 031024 toewijzing verzoek deskundigenbericht i.s.m. goede procesorde vanwege eerder geblokkeerd buitengerechtelijk deskundigenbericht
2De feiten
2.1.
Verzoekster is op 27 december 2017 in VieCuri Medisch Centrum, locatie Venlo geopereerd door plastisch chirurg [verweerder sub 2] (verweerder sub 2) omdat haar beide borstprotheses verwisseld moesten worden.
2.2.
Op 28 februari 2018 is de prothese uit de linkerborst gehaald.
2.3.
Op 27 november 2018 heeft verzoekster een klacht ingediend tegen [verweerder sub 2] bij het ziekenhuis.
2.4.
Op 21 februari 2019 heeft verzoekster [verweerder sub 2] en Viecuri aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade. [verweerder sub 2] heeft deze schade gemeld bij MediRisk, die de schadebehandeling op zich heeft genomen. MediRisk heeft de aansprakelijkheid voor de schade niet erkend. Daarna heeft er in 2019 een second opinion in het UMC Radboud in Nijmegen plaatsgevonden en zijn daar uiteindelijk twee hersteloperaties verricht.
2.5.
Partijen zijn verdeeld over het antwoord op de vraag of plastisch chirurg [verweerder sub 2] bij de behandeling van verzoekster op 27 december 2017 in strijd met de medische professionele standaard heeft gehandeld. Om deze impasse te doorbreken hebben partijen gezamenlijk besloten een onafhankelijke deskundige te benoemen. Zij hebben daarbij lang onderhandeld over de vraagstelling aan de deskundige en de persoon van de deskundige.
2.6.
Op 28 oktober 2022 heeft het onderzoek plaatsgevonden en op 13 maart 2023 heeft [naam deskundige] een concept rapportage toegestuurd aan verzoekster.
2.7.
Verzoekster heeft op advies van haar medisch adviseur op 12 juni 2023 een beroep gedaan op haar blokkeringsrecht.
3Het verzoek en het verweer
Het verzoek
3.1.
Verzoekster vraagt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te bevelen.
Verzoekster is van mening dat zij recht en belang heeft bij een voorlopig deskundigen-bericht door een andere, onafhankelijke en onpartijdige door de rechtbank te benoemen plastisch chirurg gespecialiseerd in borsten, ter beantwoording van de vraagstelling aan [naam deskundige] , nu het door partijen gezamenlijk overeengekomen onderzoek door [naam deskundige] niet heeft geleid tot de totstandkoming van een definitief, voor beide partijen beschikbaar rapport over de vraag of er sprake is geweest van informed consent, een medische fout bij de operatie d.d. 27 december 2017 en een gebrek aan nazorg
3.2.
Verzoekster heeft daartoe het volgende ten grondslag gelegd.
Verzoekster vindt het opvallend dat [verweerder sub 2] - ongeveer vijf jaar na de bewuste operatie - tegen [naam deskundige] weer een andere lezing heeft verteld. Doordat het lichtspeculum waarschijnlijk niet voldoende haaks op het weefsel zou hebben gestaan zou hij per ongeluk door de huid zijn gegaan, een beweerdelijke complicatie, een event dat natuurlijk niet de bedoeling was aldus [verweerder sub 2] . [verzoekster] stelt dat de twee nieuwe lezingen - nadat [verweerder sub 2] bij de klachtencommissie zijn verwijtbare fout heeft toegegeven - ongeloofwaardig en onbetrouwbaar zijn. Voor [verzoekster] is het duidelijk dat [verweerder sub 2] probeert om alsnog onder de door hem gemaakte verwijtbare fout die hij zelf heeft toegegeven, uit te komen.
3.3.
Voorts stelt verzoekster dat het rapport niet voldoet aan de eisen die gesteld mogen worden zoals beschreven in de NVMSR richtlijnen en heeft zij uitvoerig verweer gevoerd tegen de aan haar gezonden factuur ten aanzien van de expertisekosten. [verzoekster] heeft zelf nog vijf formele punten van kritiek op het onderzoek van [naam deskundige] en zestien punten van kritiek op het concept-rapport. De conclusie van [verzoekster] is dan ook: “Het onderzoek en het concept-rapport van [naam deskundige] zijn van een dusdanig slechte kwaliteit dat cliënte dit onmogelijk kan accepteren. Er is sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst tot expertise. Niet voor niets heeft cliënte gebruik moeten maken van haar blokkeringsrecht. Cliënte is hierdoor genoodzaakt om binnenkort een deskundigenbericht procedure bij de rechtbank op te starten. Het kan dan ook niet van cliënte gevraagd worden om te betalen voor een onderzoek en expertiserapport dat op geen enkele manier voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen. Cliënte zal de onderhavige factuur dan ook niet voldoen. Integendeel, cliënte heeft recht op schadevergoeding”! Voor de volledigheid wijst [verzoekster] er nog op dat zij tegen [naam deskundige] een klacht heeft ingediend bij de klachtenfunctionaris van het UMC Groningen en bij De Geschillencommissie Zorg.
Het verweer
3.4.
Viecuri verzet zich tegen inwilliging van het verzoek en voert daartoe – kort samengevat - het volgende aan.
Viecuri is van mening dat het verzoek moet worden afgewezen omdat dit verzoek misbruik van (proces)recht is en/of van de bevoegdheid om een deskundigenverzoek te verzoeken misbruik wordt gemaakt. Omdat partijen verdeeld zijn over het antwoord op de vraag of plastisch chirurg [verweerder sub 2] bij de behandeling van [verzoekster] op 27 december 2017 in strijd met de medische professionele standaard heeft gehandeld, hebben partijen om deze impasse te doorbreken gezamenlijk besloten een onafhankelijke deskundige te benoemen. Zij hebben daarbij lang onderhandeld over de vraagstelling aan de deskundige en de persoon van de deskundige. Op uitdrukkelijk verzoek van [verzoekster] is [naam deskundige] van het Universitair Medisch Centrum Groningen door beiden aangezocht als onafhankelijke deskundige. Op 15 april 2023 heeft prof. Van de Lei zijn concept-rapport aan [verzoekster] gestuurd met het verzoek om te laten weten of zij gebruik wilde maken van haar blokkeringsrecht. Zij heeft het antwoord op deze vraag voorgelegd aan haar medisch adviseur [naam medisch adviseur] . Deze heeft [verzoekster] geadviseerd van haar blokkeringsrecht gebruik te maken. Hij motiveert dat in zijn advies van 23 mei 2023 als volgt:
`Deze kwestie gaat niet slechts over een inhoudelijk verschil van inzicht, niet slechts om een nuancering van (redactie van) antwoorden maar veeleer om het feit dat onvoldoende deugdelijk onderzoek is verricht zoals blijkt uit een ontbreken van pro’s en contra’s die ten grondslag liggen aan de vaststelling in het rapport dat er lege artis is gehandeld. De motivering van dat antwoord ontbreekt volledig.’
Hierop heeft [verzoekster] de concept-rapportage van de door haar zelf voorgestelde [naam deskundige] geblokkeerd. Nu vraagt zij uw rechtbank om een nieuwe onafhankelijke deskundige te benoemen die de ook aan [naam deskundige] voorgelegde vragen wederom zou moeten beantwoorden. Door dit te doen maakt [verzoekster] misbruik van (proces)recht. Het doel van het blokkeringsrecht is namelijk privacybescherming en niet het tegenhouden van een de betrokkene onwelgevallig deskundigenbericht (de deskundige oordeelt immers dat er ‘lege artis” is gehandeld).
4De beoordeling
4.1.
Bij het beoordelen van een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht dient op grond van vaste rechtspraak (zie bijv. HR 19 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL8610) het volgende tot uitgangspunt:
Een voorlopig deskundigenonderzoek kan ertoe dienen een partij de mogelijkheid te verschaffen aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen omtrent de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en aldus beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is de procedure te beginnen of voort te zetten Aan de rechter die heeft te oordelen over het verzoek een dergelijk onderzoek te gelasten, komt geen discretionaire bevoegdheid toe. Hij dient het onderzoek in beginsel te gelasten, mits het daartoe strekkende verzoek terzake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Dit is echter anders indien de rechter op grond van in zijn beslissing te vermelden feiten en omstandigheden van oordeel is dat het verzoek in strijd is met een goede procesorde, dat van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen, misbruik wordt gemaakt - bijvoorbeeld omdat verzoeker wegens onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen in redelijkheid niet tot het uitoefenen van die bevoegdheid kan worden toegelaten -, of dat het verzoek moet afstuiten op een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar. Voorts bestaat geen bevoegdheid tot het verzoeken van een voorlopig deskundigenbericht indien verzoeker bij toewijzing daarvan onvoldoende belang heeft.
4.2.
Nu de bezwaren van verzoekster tegen (de totstandkoming van) het conceptrapport van [naam deskundige] inhoudelijk van aard waren, had het op haar weg gelegen om – in plaats van het conceptrapport te blokkeren – inhoudelijk de discussie met [naam deskundige] aan te gaan door opmerkingen bij het concept rapport te maken en vragen te stellen. [naam deskundige] zou vervolgens in zijn eindrapport op deze inhoudelijke opmerkingen en/of vragen van partijen hebben kunnen (en moeten) reageren. In voorkomend geval zouden partijen, al dan niet in een gerechtelijke procedure, verder inhoudelijk hebben kunnen debatteren over de vraag of het deskundigenbericht al dan niet deugdelijk is. Zover is het echter niet gekomen. Het blokkeringsrecht is hier gebruikt om het buitengerechtelijke deskundigentraject te doorkruisen en een nieuw deskundigenbericht te bewerkstelligen. Daarvoor is het blokkeringsrecht echter niet bedoeld. In deze omstandigheden acht de rechtbank het verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht in strijd met een goede procesorde. De rechtbank gaat er overigens vanuit dat verzoekster alsnog terug kan komen op het inroepen van haar blokkeringsrecht. Rechtbank Limburg 3 oktober 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:6832