Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 280114 zonder nadere onderbouwing kan niet worden aangenomen dat iedere high potential eenzelfde carrièrepad aflegt

Hof Arnhem-Leeuwarden 280114 ongeval tijdens skutsjesilen; tegenbewijs mbt onvoldoende waarschuwen en instrueren niet geslaagd;
- verweer dat causaal verband ontbreekt is in strijd met de twee-conclusieregel
;

- zonder nadere onderbouwing kan niet worden aangenomen dat iedere high potential eenzelfde carrièrepad aflegt

vervolg op: hof-leeuwarden-260213-ongeval-tijdens-sk%C3%BBtjesilen-onvoldoende-waarschuwing-en-instructie-deelnemers-competitie-organisatie-aansprakelijk

Onderbouwing schade

2.25
Neptunus c.s. stellen daarnaast dat [geïntimeerde] haar schade onvoldoende heeft onderbouwd. Volgens Neptunus heeft de rechtbank om die reden ten onrechte het voorschot van € 25.000,- toegewezen (grief II in principaal appel) en dient in hoger beroep het gevorderde voorschoot van € 100.000,- evenzeer te worden afgewezen.

2.26
Ter onderbouwing van haar schade, voert [geïntimeerde], kort gezegd, het volgende aan. [geïntimeerde] stelt dat er thans sprake is van een eindsituatie. [geïntimeerde] stelt dat 14 uur per week het maximale is dat zij kan werken. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst zij naar de door haar overgelegde Arbo-rapportages en de verklaringen van de verzekeringsarts en revalidatiearts (zie producties 18, 19 en 20 bij memorie van antwoord tevens incidentele memorie van grieven). [geïntimeerde] stelt verder dat zij door het ongeval blijvend hersenletsel heeft opgelopen en als gevolg daarvan niet meer op het niveau van een "high potential" kan werken. Volgens [geïntimeerde] wordt zij geconfronteerd met een aanzienlijk verlies aan arbeidsvermogen. Dit verlies is door haar berekend op een bedrag van € 1.608.771,- exclusief pensioenschade. Daarnaast heeft zij materiële en immateriële schade geleden, waaronder de kosten van rechtsbijstand, aldus nog steeds [geïntimeerde]. Zij meent tenslotte dat de door haar begrote schade een voorschot van € 100.000,- rechtvaardigt.

2.27
Volgens Neptunus c.s. heeft [geïntimeerde] de door haar begrote schade onvoldoende onderbouwd. Daartoe voeren zij, eveneens samengevat weergegeven, het volgende aan.
De ernst van het letsel, de gevolgen daarvan voor [geïntimeerde] als ook de ernst van de daardoor onstane beperkingen zijn onvoldoende duidelijk. De door [geïntimeerde] overgelegde documentatie is gedateerd, terwijl aanvullende informatie van een onafhankelijke medische deskundige ontbreekt. Voor de bepaling van de schade is informatie nodig van de huisarts, de behandelde sector van het UWV en de Arbodienst. Die informatie ontbreekt.
Het verlies van arbeidsvermogen kan pas worden vastgesteld nadat de hiervoor genoemde informatie is aangeleverd, aldus nog steeds Neptunus c.s. De wijze waarop [geïntimeerde] het verlies aan arbeidsvermogen heeft berekend, is volgen Neptunus c.s. onjuist en ongebruikelijk. De uitgangspunten die aan de berekening ten grondslag zijn gelegd, zijn onvoldoende onderbouwd en verifieerbaar. Om die reden kan de berekening niet dienen ter rechtvaardiging van het gevorderde voorschot van € 100.000.

2.28
Het hof overweegt hiervoor als volgt. Het hof volgt Neptunus c.s. in hun betoog dat [geïntimeerde] haar schade onvoldoende heeft onderbouwd. De door [geïntimeerde] overgelegde medische documenten dateren uit de periode 2004 - 2005. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kunnen deze documenten niet dienen ter onderbouwing van de stelling van [geïntimeerde] dat zij door het ongeval thans nog steeds maar veertien uren per week kan werken. Zonder nadere toelichting van een medische specialist, kan evenmin worden aangenomen dat thans sprake is van een eindsituatie. Bij de berekening van de schade kan hiervan dan ook niet worden uitgegaan.

2.29
Naar het oordeel van het hof kan bij de berekening van de schade er evenmin van worden uitgegaan dat [geïntimeerde] dezelfde potenties had als haar collega's. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, kan niet worden aangenomen dat iedere "high potential" bij de NMA eenzelfde carrièrepad aflegt en naar het bedrijfsleven vertrekt. Ook op dit punt is aanvullende informatie nodig. Het hof acht het evenwel aannemelijk dat [geïntimeerde], zeker in de periode direct na het ongeval, enige schade door het ongeval heeft geleden. De rechtbank heeft die schade begroot op € 25.000,-. Alleen al gelet op de juridische kosten die [geïntimeerde] heeft maken, acht het hof een voorschot van € 25.000,- redelijk. Dit bedrag is door Neptunus c.s. ook niet onderbouwd bestreden. Het hof acht dit bedrag als voorschot op schadevergoeding toewijsbaar. Dit betekent dat de grief II in het principaal appel en grief 1 in het incidenteel appel falen. Nu het aannemelijk is dat [geïntimeerde] enige schade door het ongeval heeft geleden, heeft de rechtbank de zaak terecht verwezen naar de schadestaatprocedure. De daartegen gerichte grief, grief IV in het principaal appel, faalt.

2.30
Het voorgaande betekent dat ook grief V in het principaal appel - die gericht is tegen het oordeel van de rechtbank dat Neptunus c.s. als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten dient te betalen - tevergeefs is voorgedragen. ECLI:NL:GHARL:2014:555