Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 060906 toekomstkansen en bedreigingen voor internationaal chauffeur, vut-en prepensioen

Rb Arnhem 06-09-06 toekomstkansen en bedreigingen voor internationaal chauffeur, rol ontwikkelingen vut en prepensioen
2.3.  [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] hebben aangevoerd dat de kansen op werk voor een Nederlandse internationaal chauffeur danig zijn geslonken door de met enkele Oost-Europese landen gesloten toetredingsovereenkomsten tot de EU, zodat een voltooide carrière tot aan de pensioengerechtigde leeftijd geen reële toekomstverwachting is voor een Nederlands internationaal chauffeur en het handhaven van de royaal uitgevallen CAO-regelingen geen reële verwachting kan zijn. Hieruit (en uit de leeftijd van [eiser] per 1 september 2007) trekken zij de conclusie dat voor de berekening van het verlies van verdienvermogen rekening gehouden moet worden met een carrière als internationaal chauffeur van maximaal acht jaar. Verder stellen zij dat de ontwikkelingen op het gebied van de VUT en prepensioen niet de verwachting rechtvaardigen dat [eiser] daarvoor in aanmerking zal komen.

2.4.  De rechtbank gaat aan deze tegenwerpingen voorbij. Bij het tussenvonnis van 5 april 2006 heeft de rechtbank omtrent de grondslag van de berekening van verlies van verdienvermogen beslist, in die zin dat uitgangspunt moet zijn dat [eiser] per 1 september 2002 nationaal chauffeur zou zijn geworden en per 1 september 2007 internationaal chauffeur. Daaruit vloeit, zij het impliciet, voort dat vanaf die data sprake zou zijn geweest van een vast dienstverband. Het relatieve lage aandeel vast dienstverband en de terugloop in werkgelegenheid in het internationale goederenvervoer vanaf 2004 zijn immers reeds in rechtsoverweging 2.16 van het tussenvonnis van 5 april 2006 meegewogen als een kwade kans bij het vaststellen van de ingangsdatum van [eiser]s aanstelling als internationaal chauffeur. Van die beslissing wordt thans niet meer teruggekomen, omdat het een bindende eindbeslissing is. Voorzover [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] betwisten dat [eiser] meer dan acht jaar als internationaal chauffeur werkzaam had kunnen zijn, gaat de rechtbank hieraan eveneens voorbij. Deze betwisting is gebaseerd op slechts in algemene bewoordingen gestelde concurrentie van chauffeurs uit Oost-Europese landen. Aldus is die stelling onvoldoende onderbouwd, terwijl verslechterende arbeidsmarktomstandigheden bovendien bij de reeds gemaakte afweging van goede en kwade kansen zijn betrokken.

2.5.  Aan de stelling dat gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen minder kans bestaat op een prepensioen op 60-jarige leeftijd zal in zoverre tegemoet worden gekomen, dat bij herberekening zal dienen te worden uitgegaan van de op het moment van herberekening geldende prepensioenregelingen. Gaan die uit van de door Groot Expertisebureau gehanteerde prepensioendatum van 17 maart 2020, dan conformeert de rechtbank zich daaraan. Voorzover [gedaagde sub 4]r en [gedaagde sub 5] nog hebben willen stellen dat die regelingen in de toekomst verder zullen versoberen, wordt aan die stelling als te algemeen en te weinig concreet onderbouwd voorbij gegaan.
LJN AZ2616