RBNHO 300425 inkeping in bovenbeen na liposuctie; voorlopig bewezen dat liposuctie op die plek niet was overeengekomen
- Meer over dit onderwerp:
RBNHO 300425 inkeping in bovenbeen na liposuctie; voorlopig bewezen dat liposuctie op die plek niet was overeengekomen
De zaak in het kort
[eiseres] heeft een geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten met Boerhaave voor het uitvoeren van een cosmetische behandeling. [eiseres] wilde graag een zandloperfiguur. Op 5 maart 2020 heeft een plastisch chirurg van Boerhaave lipofilling in haar billen en heupen gedaan met lichaamseigen vet dat via liposuctie is verkregen. Na de ingreep is geconstateerd dat de achterkant van het rechter bovenbeen van [eiseres] een inkeping vertoont. [eiseres] verwijt Boerhaave dat op die plek liposuctie is uitgevoerd zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gegeven. [eiseres] houdt Boerhaave aansprakelijk voor de (letsel)schade die uit dit medisch onzorgvuldig handelen voortvloeit. Volgens Boerhaave heeft [eiseres] toestemming gegeven voor liposuctie aan de achterkant van haar bovenbenen/onderrand bil. De rechtbank wijst een tussenvonnis. Zij oordeelt dat voorlopig is bewezen dat liposuctie op de plek waar de inkeping is ontstaan niet tussen partijen is overeengekomen. Boerhaave mag tegenbewijs tegen die voorlopig bewezen stelling leveren. Hierna wordt dit toegelicht en wordt ook ingegaan op andere verwijten van [eiseres] aan Boerhaave die naar het oordeel van de rechtbank niet slagen. Verder oordeelt de rechtbank op voorhand al dat enkele schadeposten van [eiseres] niet toewijsbaar zijn.
1De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 augustus 2024 met producties 1-37;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 30 oktober 2024, waarbij de rechtbank Amsterdam de zaak op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie ter verdere behandeling heeft verwezen naar de rechtbank Noord-Holland;
- het tussenvonnis van 27 november 2024, waarbij deze rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen en [eiseres] heeft verzocht de door haar genoemde landelijke afspraken Kwaliteitskader Cosmetische Zorg te overleggen;
- het bericht van 10 maart 2025 van de zijde van [eiseres] met de producties 5, 38 en 39.
1.2.
Op 25 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Op de zitting is [eiseres] verschenen, bijgestaan door mr. M. Verberkmoes-Cota. Namens Boerhaave zijn verschenen drs. [plastisch chirurg] , plastisch chirurg, [kliniekmanager] , kliniekmanager, en [verzekeraar] , werkzaam bij verzekeraar VvAA, bijgestaan door mr. E.J.C. de Jong.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Verberkmoes-Cota heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zij ter zitting aan de rechtbank hebben overgelegd en die daarmee onderdeel zijn geworden van de processtukken.
1.4.
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank partijen meegedeeld dat op 30 april 2025 vonnis zal volgen.
2De feiten
2.1.
Boerhaave is een zelfstandige kliniek die onder meer electieve cosmetische chirurgie aanbiedt. Aan Boerhaave zijn plastisch chirurgen verbonden.
Drs. [plastisch chirurg] (hierna: [plastisch chirurg] ) is één van deze plastisch chirurgen.
2.2.
[eiseres] is in januari 2020 in contact gekomen met Boerhaave, in het bijzonder met [plastisch chirurg] . Op 30 januari 2020 heeft [eiseres] tijdens een persoonlijk consult met [plastisch chirurg] gesproken over haar wens om een mommy makeover uit te voeren. [eiseres] wilde een versteviging van haar borsten en een liposuctie van de buik en benen en lipofilling in billen en heupen om een zandloperfiguur te krijgen (door [eiseres] aangeduid als een BBL (Brazilian Butt Lift) behandeling).
2.3.
[plastisch chirurg] heeft over het consult het volgende genoteerd in het medisch dossier, voor zover van belang:
“(…) Indicatie; lipofilling billen en heupen met vet uit maag buik flanken voorzijde en binnenzijde bovenbenen kans op hypertroof litteken. Onvoorspelbaar hoe strak de huid trekt, onvoorspelbaar hoeveel vet ingroeit. Borsten in 2e ingreep doen, kan niet in 1 keer.”
2.4.
Naar aanleiding van het consult heeft [eiseres] bij e-mail van 3 februari 2020 nog aanvullende vragen/verzoeken kenbaar gemaakt. [eiseres] heeft onder meer het volgende aangegeven: “graag zou ik om de overgang meer zichtbaar te maken van achterkantbeen naar bil, ook willen kijken naar de mogelijkheid om onder de bilplooi vet te verwijderen.”
2.5.
Diezelfde dag is er tussen [plastisch chirurg] en [eiseres] telefonisch contact geweest. In het medisch dossier is over dit gesprek het volgende genoteerd, voor zover van belang:
“telefonisch; Nogmaals ingreep besproken en vragen uit de mail beantwoord. Geen garantie op resultaat te geven. Hangt van meerdere factoren af. Mw begrijpt dit ik zal maximaal liposuctie doen vd besproken zones (mw wil ook onderrand billen, uitleg dat ik dat kan doen maar minimaal want risico op uitzakken bilplooi.) en ik zal maximaal lipofilling tpv billen en zijkant heupen. Uitleg resorptie vet na de ingreep en evt behoefte aan 2e sessie. Mw begrijpt bovenstaande en is akkoord.”
2.6.
In het medisch dossier is verder het volgende vermeld:
“Besproken onderwerpen
Algemene risico’s: Infectie, blijvende ontsiering littekens/keloïd, wonddehiscentie,
nabloeding/seroom/zwelling/hematoom, pijn, sensibiliteits-
stoornissen, reactie op hechtmateriaal en/of pleisters, onbevredigd
esthetisch resultaat, asymmetrie, geen garantie/perfectie, negatieve
reactie op de verdoving, schade aan onderliggende structuren.
Speciële risico’s: Onregelmatigheden, slappe huid, cellulitis, resorptie bij lipofilling,
meerdere sessies nodig.
Overige: Uitleg gegeven omtrent behandeling, locatie littekens besproken,
foto’s gemaakt.
Informed consent: Ja.”
2.7.
Op 25 februari 2020 heeft Boerhaave een offerte per e-mail aan [eiseres] toegezonden. In deze offerte, gedateerd 3 februari 2020, is het volgende vermeld, voor zover van belang:
“Geachte mevrouw [eiseres] ,
Tijdens uw consult bij Boerhaave besprak u met [plastisch chirurg] , plastisch chirurg, de onderstaande behandeling. Voor deze behandeling bieden wij u de volgende prijsopgave aan: Bedragen in €
Lipofilling billen (vet oogsten voorkant bovenbenen) 3.250,00
Lipofilling van de heupen (vet oogsten buik) 3.250,00
Liposuctie maag 1.200,00
Liposuctie flanken 1.300,00
Meerprijs Revolve systeem bij lipofilling 500,00
Narcose 500,00
Liposuctie binnenkant bovenbenen 1.300,00
Korting i.v.m. drie liposuctie locaties -500,00
Coulancehalve korting -1.300,00
Totaal € 9.500,00
2.8.
In het medisch dossier is vermeld dat [eiseres] op 27 februari 2020 telefonisch contact heeft gehad met [plastisch chirurg] en dat [plastisch chirurg] nog enkele vragen van [eiseres] heeft beantwoord, met name over risico’s op trombose.
2.9.
[eiseres] heeft de offerte van Boerhaave aanvaard en op 29 februari 2020 het totaalbedrag van € 9.500,- voldaan aan Boerhaave.
2.10.
Op 5 maart 2020 heeft [plastisch chirurg] [eiseres] geopereerd. Voorafgaand aan de operatie heeft [eiseres] op 5 maart 2020 een toestemmingsformulier ondertekend.
2.11.
In het medisch dossier - het operatieverslag - is als behandeling aangegeven: “Liposuctie van de locaties maag, buik, flanken, binnenzijde en voorzijde bovenbenen en onderrand billen en lipofilling billen en heupen. Mw wil graag zandloperfiguur.” De operatie is volgens het operatieverslag goed verlopen, lege artis en zonder bijzonderheden.
2.12.
Op 14 maart 2020 is [eiseres] op nacontrole geweest, waarbij zij heeft aangegeven dat zij ‘nu nog niet helemaal tevreden is’. Op 12 juni 2020 volgde de driemaandencontrole. [plastisch chirurg] heeft hierover in het medisch dossier onder meer het volgende aangegeven:
“(..) had wel meer verwacht wil ook BV/lift laten doen LO/goed aspect van alle locaties. onderrand re bil, intrekkende plooi. Uitleg nog expectatief oedeem en lossere huid nog aanwezig actieve verlittekening heeft tijd nodig tot 1 jr post-op dan retour en nabespreken indien nodig nacorrectie/ evt icm 2e sessie lipofilling. evt icm borsten dan 45min cs.”
2.13.
Op 10 december 2020 vond de negenmaandencontrole plaats. [plastisch chirurg] heeft hierover in het medisch dossier het volgende aangegeven, voor zover van belang:
“(..) Mw is heel onzeker over resultaat heeft verwachting dat het niet goed komt. Er zit nog teveel vet op de suctie plekken (maag buik flanken) en is een deuk onder re bil LO/ zie foto’s onder re bil idd milde deuk. verder lijkt er op buik rechts nog beetje vet surplus, verder goed aspect. Uitleg; expectatief want lichaam heeft genezing proces van min 12 mnd nodig om te herstellen en definitieve resultaat te geven. In mrt 2021 retour co dan met iemand erbij overleg met Mink want ze hadden een onvoldoende gegeven voor de gehele zorg in Boerhaave (ook de co na 1 wk etc) en niks terug gehoord. (..)”
2.14.
[eiseres] heeft daarna meermalen haar onvrede en constateringen over haar behandeling op 5 maart 2020, de communicatie, de consulten en nabehandeling kenbaar gemaakt bij [plastisch chirurg] en Boerhaave. Boerhaave heeft op deze klachten gereageerd.
Op een gegeven moment is VvAA, de aansprakelijkheidsverzekeraar van Boerhaave, bij de zaak betrokken geraakt. Partijen zijn niet tot een gezamenlijke oplossing van het geschil gekomen.
3Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat Boerhaave is tekortgeschoten in de nakoming van de met [eiseres] gesloten geneeskundige behandelingsovereenkomst, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] en dat zij aansprakelijk is voor de dientengevolge door [eiseres] geleden en nog te lijden schade;
II. Boerhaave veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van een totaalbedrag van € 92.384,95, althans een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. Boerhaave veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder de daadwerkelijke advocaatkosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag.
3.2.1.
Boerhaave is tekortgeschoten in de nakoming van de met [eiseres] gesloten geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW), omdat zij, althans haar medewerker [plastisch chirurg] , niet de zorg van een goed hulpverlener in acht heeft genomen en daarmee onzorgvuldig jegens [eiseres] heeft gehandeld (artikel 6:74 BW jo. 7:453 BW). Het onzorgvuldig handelen kwalificeert ook als onrechtmatig handelen in de zin van artikel 6:162 BW. [eiseres] verwijt Boerhaave dat zij
1) een behandeling heeft uitgevoerd (liposuctie aan de achterkant van haar bovenbenen) die niet is overeengekomen en waarvoor ook na de totstandkoming van de behandelingsovereenkomst geen toestemming is gegeven, 2) het onzorgvuldig handelen heeft proberen te verdoezelen door het medisch dossier/toestemmingsformulier aan te passen, 3) ondeugdelijk advies heeft gegeven over een hersteloperatie terwijl vaststaat dat het hier om onherstelbaar letsel gaat en 4) op ondeugdelijke wijze heeft gecommuniceerd met [eiseres] en haar medisch dossier op ondeugdelijke wijze heeft bijgehouden.
3.2.2.
[eiseres] houdt Boerhaave aansprakelijk voor de (letsel)schade die uit dit medisch onzorgvuldig handelen voortvloeit. [eiseres] heeft als gevolg van de liposuctie op de plek waarvoor geen toestemming is gegeven, een onherstelbare inkeping op de achterzijde van haar rechter bovenbeen. Tevergeefs heeft zij voor het herstel ervan diverse nabehandelingen bij derden laten doen. Zij heeft ook een hersteloperatie ondergaan die enige verbetering gaf, maar er moet nog een vervolgoperatie worden uitgevoerd. Op dit moment is sprake van een blijvende ontsiering van haar lichaam. Het onzorgvuldig handelen van Boerhaave heeft zowel tot materiële als immateriële schade bij [eiseres] geleid. De schade van [eiseres] bestaat uit een bedrag van € 20.000,- aan smartengeld, terugbetaling van het aan Boerhaave betaalde bedrag van € 9.500,-, kosten van hersteloperaties (€ 12.900,- voor een al uitgevoerde operatie en € 9.900,- voor een nog uit te voeren operatie), een bedrag van € 2.053,15 aan kosten van nabehandelingen, een bedrag van € 3.780,65 aan deskundigenkosten en een bedrag van € 34.191,23 aan advocaatkosten.
3.3.
Boerhaave voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daartoe voert zij, samengevat, het volgende aan.
3.3.1.
Boerhaave betwist dat een behandeling is uitgevoerd die niet is overeengekomen en waarvoor ook na de totstandkoming van de behandelingsovereenkomst geen toestemming is gegeven. Liposuctie aan de achterkant van de bovenbenen/onderrand bil is wel degelijk tussen [eiseres] en [plastisch chirurg] besproken en afgesproken. Anders dan [eiseres] stelt, is het toestemmingsformulier niet achteraf gewijzigd om de schijn te wekken dat [eiseres] alsnog en vlak voor de operatie toestemming heeft gegeven voor een aanvullende liposuctie met als doel om de fout te verhullen. Van het geven van een ondeugdelijk advies over een hersteloperatie door Boerhaave is verder geen sprake. Uit niets blijkt dat aan [eiseres] is meegedeeld dat het letsel volledig gecorrigeerd zou kunnen worden door middel van een nieuwe behandeling. Verder is het verwijt van [eiseres] over de ondeugdelijke communicatie en ondeugdelijk bijhouden van haar medisch dossier nauwelijks onderbouwd en onterecht.
3.3.2.
Bovendien valt - aldus nog steeds Boerhaave - niet in te zien hoe de verwijten van [eiseres] , zelfs als deze juist zouden zijn, tot schade bij [eiseres] hebben geleid. Hoogstens zou de vraag aan de orde kunnen zijn of er causaal verband bestaat tussen de ingreep aan het rechter bovenbeen en het ontbreken van toestemming voor die ingreep. Dat zou dan slechts betekenen dat, de gestelde onzorgvuldigheid weggedacht, de ingreep rechts niet zou zijn verricht. Dan zou [eiseres] echter nog steeds ontevreden zijn geweest over deze plek, die zij behandeld wenste te zien. Welke schade dan aan de orde zou zijn is door [eiseres] niet duidelijk gemaakt. Boerhaave voert tot slot verweer tegen (de hoogte van) de opgevoerde schadeposten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4De beoordeling
4.1.
Kern van het geschil betreft de vraag of Boerhaave verwijtbaar onzorgvuldig heeft gehandeld en daardoor aansprakelijk is jegens [eiseres] voor de schade als gevolg van de cosmetische behandeling op 5 maart 2020. Alle vier onder 3.2.1. genoemde verwijten van [eiseres] houden verband met deze behandeling. De rechtbank zal deze verwijten hieronder bespreken.
4.2.
Daarbij stelt de rechtbank voorop dat op grond van de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op [eiseres] , die zich op de rechtsgevolgen van de tekortkoming dan wel onrechtmatig handelen van Boerhaave beroept, de stelplicht en bewijslast rusten van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat Boerhaave beroepsfouten heeft gemaakt.
I. Informed consent voor de liposuctie aan de achterkant bovenbenen/onderrand billen
4.3.
[eiseres] stelt dat Boerhaave een beroepsfout heeft gemaakt door liposuctie aan de achterkant van haar bovenbenen/onderrand billen uit te voeren zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gegeven. Boerhaave betwist dat.
4.4.
De behandeling van een patiënt vindt in beginsel plaats in het kader van een overeenkomst inzake geneeskundige behandeling. De behandelingsovereenkomst wordt door of ten behoeve van de patiënt gesloten met een hulpverlener. Dat kan zijn een individuele behandelaar, een groep behandelaars dan wel een ziekenhuis of andere zorginstelling. De rechtbank gaat er bij de beoordeling van dit geschil van uit dat [eiseres] een behandelingsovereenkomst heeft gesloten met Boerhaave. Daarover zijn partijen het eens. Partijen verschillen echter van mening over de vraag of het uitvoeren van liposuctie aan de achterkant van de bovenbenen/onderrand van de billen ook onderdeel was van de behandelingsovereenkomst.
4.5.
Voor verrichtingen bij het uitvoeren van een behandelingsovereenkomst is de toestemming van de patiënt vereist (artikel 7:450 BW). Mede met het oog op dat toestemmingsvereiste is de inlichtingenplicht van de hulpverlener tegenover de patiënt vastgelegd in artikel 7:448 BW. Het doel daarvan is de patiënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of hij al dan niet toestemming geeft voor de te verrichten medische handeling. Die informatieplicht en het toestemmingsvereiste vormen samen de veel gebruikte term ‘informed consent’.
4.6.
Volgens [eiseres] ontbrak ‘informed consent’ voor liposuctie aan de achterkant van haar bovenbenen/onderrand billen. Zij stelt daartoe dat over deze ingreep met geen woord wordt gerept in de behandelingsovereenkomst. In de offerte van Boerhaave is duidelijk gespecificeerd welke plekken er behandeld zouden worden, op welke wijze dat zou worden gedaan en welke prijs daarvoor betaald zou worden. De achterkant van de bovenbenen/onderrand billen wordt in die offerte niet als liposuctielocatie genoemd. Tijdens het telefoongesprek met [plastisch chirurg] op 3 februari 2020 is de mogelijkheid besproken om onder de bilplooi vet te verwijderen om de billen strakker te laten lijken, maar vanwege de te ingewikkelde behandeling is toen besloten om die plek niet te behandelen. Het tegendeel volgt niet uit het medisch dossier van Boerhaave. Als het daadwerkelijk de bedoeling was dat ook die zone behandeld zou worden, had Boerhaave/ [plastisch chirurg] dat zowel in het medisch dossier als in de offerte (die ruim drie weken na het laatste overleg over de omvang van de behandeling aan [eiseres] is gestuurd) duidelijk moeten aangeven. Temeer nu het in het kader van een BBL niet gebruikelijk is om liposuctie op die plek uit te voeren en dit vanwege grote risico’s ook wordt afgeraden door artsen. De bij [eiseres] uitgevoerde behandeling valt onder de categorie ‘hoog complex’ zoals genoemd in het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg waarvoor strengere veiligheids- en kwaliteitseisen gelden. Als [eiseres] daadwerkelijk had besloten om, ondanks de risico’s, meer plekken dan gebruikelijk te laten behandelen, had Boerhaave haar ook meer en duidelijker over de daarmee samenhangende risico’s, zoals het ontstaan van deuken/inkepingen, moeten informeren. Van ‘informed consent’ is ten aanzien van de extra behandelde zone dan ook geen sprake, aldus [eiseres] .
4.7.
Boerhaave spreekt dat tegen en verwijst naar het medisch dossier waarin staat genoteerd dat op 3 februari 2020 telefonisch tussen [eiseres] en [plastisch chirurg] de liposuctie van de ‘onderrand billen’ is besproken en afgesproken. Voorts is het volgens Boerhaave aan de orde geweest voorafgaande aan de operatie, te weten bij het invullen en doornemen van het toestemmingsformulier, bij het aftekenen van de operatiegebieden en bij de time out-procedure waarbij door het operatieteam alles nog met de patiënt wordt doorgenomen. Voor zover [eiseres] een beroep doet op de offerte voert Boerhaave aan dat deze niet door [plastisch chirurg] is gemaakt, maar door een consulente van Boerhaave. Uit het feit dat de desbetreffende ingreep daarop niet is vermeld, kan niet worden geconcludeerd dat deze niet tussen [plastisch chirurg] en [eiseres] zou zijn afgesproken, aldus Boerhaave.
4.8.
De rechtbank overweegt als volgt. Op Boerhaave rust een dossierplicht. Deze plicht houdt in dat zij als hulpverlener aantekeningen in een dossier over de patiënt moet bijhouden voor zover dit voor een goede hulpverlening noodzakelijk is. Dat (medisch) dossier dient een beeld te geven van het onderzoek en het resultaat daarvan, van de behandeling inclusief de overwegingen die daartoe aanleiding hebben gegeven, alsmede van de resultaten van de behandeling. In dat dossier dient ook te worden vermeld of de patiënt behoorlijk geïnformeerd is over de ingreep en daarvoor vervolgens toestemming heeft gegeven.
Daarnaast heeft Boerhaave een verzwaarde motiveringsplicht. Deze plicht houdt in dat Boerhaave voldoende feitelijke gegevens dient te verstrekken over de gehele gang van zaken, inclusief de aantekeningen in haar dossier, om [eiseres] aanknopingspunten voor eventuele bewijslevering van haar betwiste stellingen te verschaffen.
4.9.
Vaststaat dat tijdens het consult op 30 januari 2020 tussen [plastisch chirurg] en [eiseres] niet expliciet is besproken om liposuctie aan de achterkant van de bovenbenen/onderrand billen uit te voeren. Naar deze mogelijkheid heeft [eiseres] bij e-mail van 3 februari 2020 (alsnog) geïnformeerd. In die e-mail heeft [eiseres] ook andere punten naar voren gebracht die zij nog met [plastisch chirurg] wilde doornemen. [plastisch chirurg] heeft [eiseres] daarover diezelfde dag telefonisch gesproken. In geschil is of tijdens dat gesprek is afgesproken dat [plastisch chirurg] ook liposuctie van de betreffende zone zou doen. Boerhaave verwijst ter onderbouwing van haar standpunt dat dit het geval is geweest naar de aantekeningen van [plastisch chirurg] in het medisch dossier. Daarin is vastgelegd dat op 3 februari 2020 nogmaals de ingreep met [eiseres] is besproken en vragen uit haar mail zijn beantwoord. Verder staat daarin vermeld dat [plastisch chirurg] heeft uitgelegd dat zij liposuctie van de onderrand billen kan doen, maar minimaal. Ook wordt onder meer ingegaan op de lipofilling en op de resorptie van vet na de ingreep. Vervolgens wordt aangegeven dat [eiseres] ‘het bovenstaande’ begrijpt en akkoord is. Daaruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank echter niet duidelijk, gelet op de verschillende besproken gespreksonderwerpen, dat [eiseres] daadwerkelijk toestemming heeft gegeven voor de te verrichten liposuctie aan de achterkant van de bovenbenen/onderrand billen. De – door [eiseres] betwiste – stelling dat dit ook nog telefonisch op 25 februari 2020 door de consulente van Boerhaave met [eiseres] is besproken, heeft Boerhaave niet onderbouwd.
4.10.
De betreffende liposuctiezone wordt niet genoemd in de offerte gedateerd 3 februari 2020 die [eiseres] op 25 februari 2020 per e-mail is toegestuurd. Deze door [eiseres] geaccepteerde offerte is nadien niet aangepast. Op 27 februari 2020 heeft [plastisch chirurg] blijkens het medisch dossier alleen nog enkele vragen van [eiseres] beantwoord over met name de risico’s op trombose bij lipofilling en is het verrichten van liposuctie aan de achterkant van de bovenbenen/onderrand billen niet aan de orde geweest.
4.11.
Boerhaave verwijst verder naar het door [eiseres] op 5 maart 2020 ondertekende toestemmingsformulier waarop bij operatieve behandeling liposuctie ‘onderrand billen’ is vermeld.
[eiseres] brengt daartegen in dat zij op de dag van de operatie op het toestemmingsformulier heeft ingevuld dat de operatieve behandeling uit lipofilling van de billen en liposuctie van de benen en buik bestaat, dat zij daaronder haar handtekening heeft geplaatst en dat zij het formulier vervolgens aan een verpleegster heeft gegeven. [eiseres] betwist, onder verwijzing naar het uitgevoerde schriftonderzoek van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau van 25 augustus 2022, dat de woorden ‘onderrand billen’ van haar afkomstig zijn en al op het formulier stonden toen zij dat ondertekende.
Naar het oordeel van de rechtbank lijkt het er sterk op - daar gaat Boerhaave zelf ook van
uit - dat deze woorden ná de ondertekening door iemand anders zijn toegevoegd. [plastisch chirurg] heeft ter zitting verklaard dat zij dit niet is geweest, maar zij erkent dat dergelijke toevoegingen op een toestemmingsformulier bij de controle door de operateur niet ongebruikelijk zijn. Zowel [plastisch chirurg] als [eiseres] weet echter niet wie de woorden erbij heeft geschreven. Hierover is in het medisch dossier ook niets vermeld. Onder deze omstandigheden kan niet (zonder meer) worden aangenomen dat [eiseres] met de ondertekening van het formulier toestemming heeft gegeven voor liposuctie aan de onderrand van de billen.
4.12.
Boerhaave voert verder aan dat [plastisch chirurg] bij het aftekenen van de operatiegebieden op het lichaam van [eiseres] de ingreep heeft doorgenomen aan de hand van het toestemmingsformulier en dat dit ook het geval is geweest bij de time out-procedure in de OK, waarbij het operatieteam en [eiseres] aanwezig waren. [eiseres] heeft daartegen ingebracht dat toen niet specifiek is besproken bij welke zones liposuctie zou worden toegepast waarvoor zij toestemming heeft gegeven. Volgens haar werd er alleen in grote lijnen verteld wat er zou gebeuren en werden enkele persoonlijke gegevens gecontroleerd. De rechtbank stelt vast dat het medisch dossier hierover geen duidelijkheid geeft.
4.13.
Tegen de achtergrond van de dossierplicht en de verzwaarde motiveringsplicht van Boerhaave leiden de onder 4.9 t/m 4.12 vermelde feiten en omstandigheden tot het vermoeden dat liposuctie op de plek waar de inkeping is ontstaan niet tussen partijen is overeengekomen. De rechtbank vindt die feitelijke stelling van [eiseres] daarom voorlopig
– zonder tegenbewijs – bewezen en zal Boerhaave toelaten tot de levering van tegenbewijs daarvan. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen voor een akte aan de zijde van Boerhaave over de aan haar geboden gelegenheid tot het leveren van tegenbewijs.
II. Het aangepaste toestemmingsformulier
4.14.
[eiseres] stelt dat zij pas op 8 juli 2022 van Boerhaave, na hierom meerdere malen te hebben gevraagd, een afschrift van het toestemmingsformulier heeft ontvangen. Daarbij vielen haar gelijk de toevoegingen op van de (door een ander geschreven) woorden
+ heupen (bij lipofilling) en binnen/voorkant maag flanken onderrand billen (bij liposuctie). [eiseres] verwijt Boerhaave dat zij achteraf heeft geprobeerd om de schijn te wekken dat [eiseres] alsnog en vlak voor de operatie toestemming heeft gegeven voor aanvullende liposuctie met als doel om de fout van Boerhaave te verhullen.
4.15.
Boerhaave erkent dat een deel van de tekst op het toestemmingsformulier niet van [eiseres] afkomstig is. Volgens Boerhaave komt het regelmatig voor dat het toestemmingsformulier door een ander dan de patiënt wordt ingevuld of aangevuld. [plastisch chirurg] heeft ter zitting toegelicht dat kort voor de operatie tussen de operateur en de patiënt nog eens besproken wordt wat er zal gebeuren en dat het soms noodzakelijk is dat een aanvulling wordt gemaakt op hetgeen de patiënt zelf heeft geschreven. De behandeling wordt namelijk niet altijd precies en volledig door de patiënt genoteerd op het toestemmingsformulier. In het geval van [eiseres] is dat kennelijk ook gebeurd, aldus Boerhaave/ [plastisch chirurg] .
4.16.
De rechtbank volgt [eiseres] niet in haar standpunt dat sprake is van een frauduleuze handeling van Boerhaave om een ongewenst resultaat af te dekken. Hoewel de gang van zaken rondom het invullen van het toestemmingsformulier – het toevoegen van bijschriften nadat er al was ondertekend – niet de schoonheidsprijs verdient, is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat de bewuste woorden door Boerhaave later op het formulier zijn toegevoegd met het oogmerk om het gestelde onzorgvuldig handelen van Boerhaave te verdoezelen. [eiseres] heeft daarvoor in het licht van de gemotiveerde betwisting door Boerhaave onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld. Van een tekortkoming of onrechtmatig handelen van Boerhaave is in zoverre dan ook geen sprake.
III. Ondeugdelijk advies
4.17.
[eiseres] verwijt Boerhaave dat zij ondeugdelijk advies heeft gegeven over een hersteloperatie. [eiseres] stelt dat Boerhaave haar heeft geadviseerd om twaalf maanden te wachten met het beoordelen van het letsel en om het daarna volledig te herstellen met een nacorrectie. Dit advies deugt volgens [eiseres] niet, omdat Boerhaave al bij de eerste controle had kunnen zien dat het letsel het gevolg is van overmatige liposuctie en geen oedeem is en dat dit letsel ondanks herstelbehandelingen nooit helemaal weg zal gaan.
4.18.
Boerhaave betwist dat zij ondeugdelijk advies heeft gegeven. Uit niets blijkt dat aan [eiseres] is meegedeeld dat het letsel volledig gecorrigeerd zou kunnen worden door middel van een nieuwe behandeling. [plastisch chirurg] heeft gezegd dat een eventuele herstelingreep pas een jaar na de operatie aan de orde zou kunnen zijn, maar daarop heeft [eiseres] niet gewacht, aldus Boerhaave.
4.19.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiseres] tegenover het gemotiveerde verweer van Boerhaave onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat Boerhaave haar onjuist of onvolledig heeft geadviseerd. Nergens blijkt uit dat van de zijde van Boerhaave is gezegd dat volledig herstel bereikt kan worden. Als die uitlating al zou komen vast te staan, heeft [eiseres] bovendien onvoldoende onderbouwd gesteld dat die tot (immateriële) schade bij haar heeft geleid.
Voor zover [eiseres] stelt dat Boerhaave haar direct na de ingreep een nabehandeling in de vorm van massages had moeten aanbieden, slaagt deze stelling niet. Uit het door [eiseres] overgelegde rapport van Medisch Advies Bureau (hierna: MAB) van 6 oktober 2023 blijkt dat artsen verschillend denken over het al dan niet toepassen van (bindweefsel-)massage na liposuctie en lipofilling. MAB concludeert dat Boerhaave in de nazorg niet is tekortgeschoten. Nu [eiseres] voor een andersluidend oordeel onvoldoende heeft gesteld, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangenomen dat Boerhaave in het kader van de nazorg is tekortgeschoten of onrechtmatig heeft gehandeld.
IV. Ondeugdelijke communicatie en het ondeugdelijk bijhouden van het medisch dossier
4.20.
[eiseres] verwijt Boerhaave dat zij op ondeugdelijke wijze heeft gecommuniceerd. Volgens [eiseres] liet de communicatie vanuit Boerhaave/ [plastisch chirurg] richting haar veel te wensen over.
Het verwijt slaagt niet. Los van het feit dat [eiseres] dit niet nader heeft onderbouwd, zoals Boerhaave terecht aanvoert, heeft [eiseres] niet gemotiveerd uiteengezet dat de gestelde ondeugdelijke communicatie tot schade heeft geleid die tot vergoeding in aanmerking komt.
4.21.
Het verwijt van [eiseres] dat Boerhaave haar medisch dossier op ondeugdelijke wijze heeft bijgehouden, slaagt evenmin. Het feit dat er toevoegingen zijn gedaan op het toestemmingsformulier levert, zoals hiervoor is overwogen, geen tekortkoming of onrechtmatig handelen van Boerhaave op. Verder gaat de rechtbank voorbij aan de suggestie van [eiseres] dat er in haar medisch dossier aanpassingen zijn gedaan. Tegenover de betwisting door Boerhaave heeft [eiseres] dit niet nader onderbouwd.
[eiseres] stelt nog dat zij het medisch dossier pas laat en in delen van Boerhaave heeft ontvangen. In het midden kan blijven of dit handelen een tekortkoming of onrechtmatig handelen oplevert. [eiseres] heeft namelijk onvoldoende onderbouwd gesteld dat daaruit (immateriële) schade is ontstaan, zoals Boerhaave terecht aanvoert.
Conclusie
4.22.
Uit het voorgaande volgt dat de verwijten van [eiseres] aan het adres van Boerhaave over het aangepaste toestemmingsformulier en over de ondeugdelijke advisering en communicatie niet tot toewijzing van de vorderingen leiden. De beslissing over het verwijt met betrekking tot het ontbreken van ‘informed consent’ wordt aangehouden in afwachting van het leveren van tegenbewijs.
Ná het leveren van tegenbewijs
4.23.
De rechtbank ziet om proceseconomische redenen en met het oog op een mogelijk nog te treffen minnelijke regeling tussen partijen aanleiding om hierna alvast in te gaan op de mogelijke situaties na bewijslevering.
4.24.
Als Boerhaave in het tegenbewijs slaagt, zullen de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
4.25.
Als Boerhaave niet in het tegenbewijs slaagt, is (definitief) bewezen dat de ‘informed consent’ van [eiseres] voor liposuctie aan de achterkant bovenbenen/onderrand billen op 5 maart 2020 ontbrak, zodat de rechtbank dat dan als vaststaand aanneemt.
Voor dat geval overweegt de rechtbank dat er voldoende reden is om aan te nemen dat er sprake is van causaal verband tussen de schending van de eis van ‘informed consent’ en de gestelde schade. Het enkele feit dat [eiseres] telefonisch aan Boerhaave de wens had geuit om onder de bilplooi vet te laten verwijderen, maakt dit niet anders. Dat betekent nog niet dat zij die behandeling hoe dan ook had toegestaan. Zonder het weghalen van vet uit de extra zone kon de overeengekomen behandeling namelijk ook worden uitgevoerd.
4.26.
Niet in geschil is dat de achterkant van het rechter bovenbeen van [eiseres] een inkeping vertoont die er vóór de ingreep op 5 maart 2020 nog niet was. De rechtbank vindt voldoende aannemelijk dat [eiseres] door deze ontsiering van haar lichaam immateriële schade heeft geleden. Indien komt vast te staan dat [eiseres] geen toestemming heeft gegeven voor de ingreep aan de achterkant van het rechter bovenbeen, zal de rechtbank op een later moment de omvang van deze schadepost bepalen.
4.27.
[eiseres] vordert ook terugbetaling van het aan Boerhaave betaalde bedrag van € 9.500,-. Deze schadepost ligt voor afwijzing gereed, omdat daarvoor geen rechtsgrond bestaat. Van belang daarbij is dat de behandelingsovereenkomst door [eiseres] niet buitengerechtelijk is ontbonden en [eiseres] ook in deze procedure geen ontbinding wegens wanprestatie vordert. [eiseres] heeft uitdrukkelijk in de dagvaarding naar voren gebracht dat haar vordering geen betrekking heeft op het (voor haar teleurstellende) resultaat van de behandeling of de wijze waarop de behandeling in het algemeen is uitgevoerd.
Er is ook geen grond om Boerhaave uit hoofde van onrechtmatige daad te verplichten om het bedrag van € 9.500,- terug te betalen. Dat bedrag ziet op het uitvoeren van de overeengekomen behandeling en betreft geen schade die uit de mogelijke schending van de eis van ‘informed consent’ is voortgevloeid.
4.28.
[eiseres] vordert verder de kosten van hersteloperaties in Spanje. Het gaat om een bedrag van € 12.900,- voor een al uitgevoerde operatie en een bedrag van € 9.900,- voor een nog uit te voeren operatie. Boerhaave betwist de noodzaak en de zin van deze operaties. Ze omvatten volgens haar ook meer dan een nacorrectie.
4.28.1.
De rechtbank stelt vast dat de al uitgevoerde operatie een ‘Bikini Makeover with Lolipop scar + Mesh surgery’ betrof. De operatie bestond, gelet op productie 28 bij dagvaarding, uit een aantal ingrepen waaronder een borstlift en omvatte dus meer dan alleen herstel van de inkeping. Volgens [eiseres] waren voor het herstel van het letsel dezelfde handelingen noodzakelijk als bij een afzonderlijke BBL behandeling: opname ziekenhuis, narcose, liposuctie, lipofilling, nabehandeling etc. [eiseres] heeft echter onvoldoende onderbouwd dat de gehele uitgevoerde operatie nodig was om de inkeping zo veel mogelijk te corrigeren. De rechtbank verwijst in dit verband naar de door [eiseres] overgelegde foto ná de operatie waarop een verbeterd eindresultaat van de BBL behandeling is te zien en waarbij van de zijde van [eiseres] het volgende is geschreven: “Zij hebben naast een correcte BBL-behandeling tevens getracht het letsel te verminderen”. [eiseres] heeft niet gespecifieerd welk deel van de kosten kan worden aangemerkt als herstelkosten en het dossier bevat ook geen aanknopingspunten om een beredeneerde schatting daarvan te maken. Het gevorderde bedrag van € 12.900,- is daarom niet toewijsbaar.
4.28.2.
Het gevorderde bedrag van € 9.900,- voor een nog uit te voeren operatie is evenmin toewijsbaar. Uit de door [eiseres] overgelegde offerte blijkt dat dit bedrag ziet op ‘360-degree liposuction to the abdomen, back, and flanks + fat transfer to the hips, and buttocks’. Ook voor deze operatie geldt dat [eiseres] niet heeft onderbouwd dat al deze ingrepen nodig zijn voor het herstel van de inkeping.
4.29.
[eiseres] vordert verder een totaalbedrag van (€ 254,15 + € 299 + € 1.500 =) € 2.053,15 aan kosten van nabehandelingen. [eiseres] heeft daartoe twee facturen van Natural Body Cosmetic Utrecht overgelegd van € 254,15 en € 299,00 met als omschrijving ‘Post op Treatment Pakket 5’. [eiseres] heeft echter niet concreet gesteld en onderbouwd waaruit deze behandelingen bestaan en of zij deze behandelingen uit noodzaak heeft ondergaan in verband met herstel van de inkeping. Het bedrag van € 1.500,- heeft [eiseres] ook niet toegelicht en onderbouwd. Het gevorderde bedrag van € 2.053,15 is daarom niet toewijsbaar.
4.30.
De rechtbank zal bij eindvonnis ingaan op de gevorderde deskundigenkosten en advocaatkosten.
Het vervolg van de procedure
4.31.
Zoals hiervoor is overwogen, zal Boerhaave in de gelegenheid worden gesteld tegenbewijs te leveren, zoals hierna is vermeld onder de beslissing. De zaak zal naar na te melden rolzitting worden verwezen, zodat Boerhaave kan aangeven of en zo ja op welke wijze zij het tegenbewijs wil leveren. In het geval getuigenverhoren zullen plaatsvinden, moet er bij het oproepen van de getuigen rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
4.32.
De rechtbank geeft partijen nadrukkelijk in overweging om naar aanleiding van de inhoud van dit vonnis (opnieuw) met elkaar in gesprek te gaan om te beproeven of zij in onderling overleg alsnog tot een minnelijke regeling kunnen komen.
4.33. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. Rechtbank Noord-Holland 30 april 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4988