Overslaan en naar de inhoud gaan

GHSHE 020321 aansprakelijkheid vader voor niet dragen gordel dochter/inzittende valt niet onder WAM (2)

GHSHE 020321 aansprakelijkheid vader voor niet dragen gordel dochter/inzittende valt niet onder WAM

zie ook https://www.dirkzwager.nl/kennis/artikelen/wam-dekking/

3.4
De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 5 september 2018 geoordeeld dat Hertz Claim ingevolge de WAM aansprakelijk is jegens [dochter]. Daartoe heeft de rechtbank in rov. 3.15 het volgende overwogen.

Voor dekking is dus vereist dat het motorrijtuig aan het verkeer deelneemt en dat de deelneming aan het verkeer in oorzakelijk verband staat met de aangerichte schade. Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen enig gebruik van het motorrijtuig in het verkeer en de veroorzaakte schade. De rechtbank is van oordeel dat daarvan in dit geval sprake is. Het ongeval is weliswaar veroorzaakt door [bestuurder], maar de schade is mede veroorzaakt door het feit dat [dochter] uit de door [geïntimeerde in de vrijwaring] bestuurde auto is geslingerd, die vervolgens over haar heen is gerold. Zij kon uit die auto slingeren omdat [geïntimeerde in de vrijwaring] als bestuurder van die auto had nagelaten ervoor te zorgen dat [dochter] de gordel droeg. Die verplichting ziet op het voorkomen van letsel bij een inzittende, waaronder letsel dat kan ontstaan doordat een inzittende uit het voertuig wordt geslingerd. Er is daarom een oorzakelijk verband tussen het aan het verkeer deelnemen met de huurauto door [geïntimeerde in de vrijwaring] en de schade van [dochter]. Hertz Claim is op grond van de WAM gehouden die schade te vergoeden. ”

3.5
Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank hierbij uit het oog verloren (i) dat naar haar oordeel de aansprakelijkheid van [geïntimeerde in de vrijwaring] (uitsluitend) voortvloeide uit het feit dat hij er niet op heeft toegezien dat [dochter] een gordel droeg en (ii) dat de dekking van de WAM bedoeld is voor aansprakelijkheid die voortvloeit uit het foutief deelnemen aan het verkeer. Niet voldoende voor de toepasselijkheid van de WAM is dus dat er verband bestaat tussen de schade en het deelnemen aan het verkeer, doch er moet ook een aansprakelijkheid zijn van de bestuurder voor een verkeersfout. Ook bij een ruime uitleg van de Nederlandse WAM-dekking, waarvan de rechtbank terecht is uitgegaan, valt de oorzaak van de schade die [dochter] heeft geleden niet daaronder. De bestuurder van de auto waarin zij zich bevond, [geïntimeerde in de vrijwaring], heeft immers geen verkeersfout gemaakt die grond voor aansprakelijkheid geeft jegens [dochter]. Nu aan [geïntimeerde in de vrijwaring] alleen wordt verweten dat hij nalatig is geweest bij het erop toezien dat [dochter] een gordel droeg, valt die aansprakelijkheid niet onder artikel 3 van de WAM, maar onder zijn persoonlijke aansprakelijkheid jegens [dochter]. Grief 1 slaagt dus. Hieruit volgt dat de vorderingen van [geïntimeerden in de hoofdzaak] tegen Hertz Claim moeten worden afgewezen.

Met dank aan Stichting PIV, voor het publiceren van deze uitspraak.

Citeerwijze:www.letselschademagazine.nl/2021/GHSHE-020321