Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 130514 geen verknochtheid letselschadeuitkering; uitkering is niet meer als zodanig op beleggingsrekening te identificeren

Hof Arnhem-Leeuwarden 130514 geen verknochtheid letselschadeuitkering; uitkering is niet meer als zodanig op beleggingsrekening te identificeren

* Verknochtheid saldo Alex-beleggingsrekening
4.12
Tussen partijen is in geschil of het saldo van de beleggingsrekening bij Alex, rekeningnummer [nummer], als aan de man verknocht moet worden beschouwd, zodat dit niet in de gemeenschap valt en derhalve niet in de verdeling behoeft te worden betrokken.

4.13
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het hof gebleken dat de man in 1996 of 1997 betrokken is geweest bij een ongeval, als gevolg waarvan hij letsel heeft opgelopen en definitief arbeidsongeschikt is geraakt. Met de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval, ZLM Verzekeringen, is een vaststellingsovereenkomst gesloten, door de man ondertekend op 2 oktober 2000 en door ZLM Verzekeringen ondertekend op 25 september 2000. Daarbij is overeengekomen dat ZLM Verzekeringen aan de man als vergoeding voor alle schade, bekend of onbekend, materieel zowel als immaterieel, geleden of nog te lijden, een bedrag van ƒ 1.000.000 betaalt, op welk bedrag in mindering komt de reeds door ZLM betaalde voorschotten van ƒ 300.000,-. De man heeft verklaard dat daarmee is voldaan aan alle aanspraken welke hij ter zake van het verkeersongeval jegens ZLM Verzekeringen en/of haar verzekerde heeft gehad en/of nog zou kunnen doen gelden en heeft kwijting verleend tegen betaling van het resterende bedrag van ƒ 700.000.

4.14
Artikel 1:94 lid 3 BW bepaalt dat goederen en schulden die aan een der echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, slechts in de gemeenschap vallen voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet.

4.15
De vragen of een goed dan wel een schuld, wegens het hoogstpersoonlijke karakter daarvan, in afwijking van de hoofdregel van artikel 1:94 lid 2 BW, aan een der echtgenoten is verknocht en, zo ja, in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat het goed respectievelijk de schuld in de gemeenschap valt - een en ander als bedoeld in artikel 1:94 lid 3 BW - kunnen niet in hun algemeenheid worden beantwoord. De beantwoording is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder met name de aard van dat goed respectievelijk die schuld, zoals deze mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald (vgl. HR 15 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0377, NJ 2008/275, RFR 2008/50 en HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1749, NJ 2012/407, RFR 2012/79).

4.16
Door de vrouw is niet betwist dat de aanspraak van de man op de schadevergoeding, in elk geval deels, aan de man was verknocht. De vrouw stelt zich echter primair op het standpunt dat door de voldoening van de verschuldigde geldsom door de verzekeraar aan de man, deze aanspraak teniet is gegaan. Het geldbedrag is gestort op een bankrekening en van een dergelijk ontvangen geldbedrag kan volgens de vrouw niet meer worden gesteld dat dit naar zijn aard zodanig verknocht is dat het niet in de huwelijksgemeenschap valt.

4.17
Het hof dient derhalve in de eerste plaats te beoordelen of de door de man staande het huwelijk uit hoofde van de letselschade-uitkering ontvangen gelden als aan hem verknocht kunnen worden beschouwd. In dit kader overweegt het hof als volgt.

4.18
Niet ieder goed dat in de plaats treedt van een verknocht goed kan eveneens of op dezelfde wijze als aan een van de echtgenoten verknocht worden beschouwd. In casu zijn de uit hoofde van de letselschade-uitkering ontvangen gelden in de plaats gekomen van de verknochte aanspraak op deze gelden en dient aan de hand van het hiervoor onder rechtsoverweging 4.15 omschreven criterium opnieuw te worden beoordeeld of sprake is van verknochtheid van deze gelden (vgl. Hoge Raad 26 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF2295). Anders dan de vrouw meent is het ook voor wat betreft een tijdens het huwelijk in geld ontvangen letselschade-uitkering mogelijk om tot een verknochtheid te concluderen die zich ertegen verzet dat die uitkering in de gemeenschap valt. (vgl. HR 7 december 2012, ECLI:NL:HR:2012BY0957). Wel is om tot verknochtheid te concluderen vereist dat aangetoond wordt dat ten tijde van de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap, de in geld ontvangen letselschade-uitkering nog te identificeren is, in die zin dat aangetoond kan worden dat de uit hoofde van letselschade-uitkering ontvangen geldsom geheel of althans voor een deel nog aanwezig is. Daartoe is alleen ruimte indien de ontvangen geldsom te midden van het aanwezige geld nog als een afzonderlijk goed is te onderkennen.

4.19
Ter zitting is vast komen te staan dat de ontvangen gelden, zowel het voorschot van ƒ 300.000 als het restant van ƒ 700.000,- eerst op een gezamenlijke rekening van partijen zijn gestort. Volgens partijen moet dit ofwel de betaalrekening bij ABN AMRO Bank ofwel de spaarrekening bij Avéro zijn geweest.

4.20
De man heeft ter zitting gesteld dat het totale bedrag van ƒ 1.000.000,- vervolgens in gedeelten is doorgestort op de beleggingsrekening die partijen hadden geopend bij Alex.

4.21
Naar het oordeel van het hof is dat laatste evenwel onvoldoende vast komen te staan. Weliswaar zijn, zoals ook door partijen bevestigd, bedragen overgeboekt van de gezamenlijke bankrekening(en) van partijen naar de Alex-beleggingsrekening, maar niet vastgesteld kan worden dat dit de gelden zijn die de man heeft ontvangen uit hoofde van de letselschade-uitkering. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat noch de betaalrekening bij ABN AMRO, noch de spaarrekening bij Avéro uitsluitend was gevoed met gelden afkomstig van de letselschade-uitkering. Partijen hebben ter zitting immers verklaard dat op de betaalrekening bij ABN AMRO ook de inkomsten van partijen binnenkwamen en dat vanaf deze rekening de betalingen werden gedaan, terwijl op de spaarrekening bij Avéro volgens partijen ook andere (spaar)gelden van partijen werden gestort. Naar het oordeel van het hof is gelet op het vorenstaande niet vast komen te staan dat de uit hoofde van de letselschade-uitkering ontvangen geldsom nog aanwezig is op de Alex-beleggingsrekening en is deze derhalve niet meer te identificeren. Van verknochtheid van het saldo op de Alex-beleggingsrekening aan de man kan gelet hierop ook geen sprake zijn. ECLI:NL:GHARL:2014:4137