Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-Nederland 130313 schuld door aan man opgelegde schadevergoedingsmaatregel wegens mishandeling vrouw, is verknocht aan man

Rb Midden-Nederland 130313 schuld door aan man opgelegde schadevergoedingsmaatregel wegens mishandeling vrouw, is verknocht aan man

4.6.  Volgens artikel 3:185 lid 2, onder a., BW kan de rechter aan wie is verzocht om de verdeling vast te stellen, goederen toedelen aan ieder der deelgenoten en dient hij daarbij naar billijkheid rekening te houden met zowel de belangen van partijen als met het algemeen belang. Artikel 3:1 BW bepaalt dat goederen alle zaken en vermogensrechten zijn. Dit betekent dat schulden - zijnde vermogensrechten van derden (schuldeisers) - niet kunnen worden toegedeeld aan de ene of de andere deelgenoot. Partijen kunnen wel afspraken maken over een van artikel 1: 100 BW afwijkende interne draagplicht en voorts kan ook op grond van de redelijkheid en billijkheid, die ook de rechtsverhouding tussen deelgenoten beheerst, een afwijkende draagplicht gelden. Van afwijkende afspraken is niet gebleken, noch hebben partijen feiten en omstandigheden genoemd, die met zich brengen dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een afwijkende draagplicht heeft te gelden. De rechtbank zal de vordering van de man voor zover deze betrekking heeft op toedeling van schulden afwijzen. Dit geldt ook voor de vorderingen van de vrouw om te bepalen dat partijen gehouden zijn ieder de helft van de schulden te dragen en dat degene die meer heeft betaald dan zijn aandeel recht heeft op een vergoeding van dit meerdere van de ander. Dit vloeit immers reeds voort uit het systeem van de wet en hoeft niet (nogmaals) door de verdelingsrechter te worden bepaald. Het bovenstaande nog afgezien van het antwoord op de vraag of het schulden betreft die behoren tot de ontbonden gemeenschap. 

4.7.  Uitzondering op het bovenstaande verdient de door de man opgevoerde C.J.I.B. schuld ad € 700,-. De vrouw heeft zich ter zake van deze schuld op het standpunt gesteld dat deze verknocht is aan de man, dus volledig door de man moet worden gedragen. Dit standpunt is juist. Uit de tekst van de brief van het C.J.I.B. van 3 december 2009 (productie 1, zesde bijlage bij de dagvaarding) blijkt dat deze schuld betreft een schadevergoedingsmaatregel die de man door de strafrechter is opgelegd, vanwege mishandeling van de vrouw. Deze omstandigheid brengt reeds met zich dat in de rechtsverhouding van partijen - deelgenoten, maar ook dader en slachtoffer -, kan worden gesproken van een hoogstpersoonlijke en derhalve aan de man verknochte schuld. Deze verknochtheid verzet zich er naar het oordeel van de rechtbank tevens tegen dat deze schuld in de gemeenschap valt. LJN BZ5045