Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 301220 delta 5,8 - 10,4, bewuste misleiding over omvang schade niet vast komen te staan, afwijzing vordering tzv onderzoekskosten (3)

RBGEL 301220 delta 5,8 - 10,4, bewuste misleiding over omvang schade niet vast komen te staan, afwijzing vordering tzv onderzoekskosten

2
De feiten

2.1.
Tussen Allianz en de heer [naam 1] is een verzekeringsovereenkomst afgesloten. Het betreft een autoverzekering voor een Volkswagen Crafter.

2.2.
Op 14 juli 2016 heeft er een aanrijding plaatsgevonden tussen [naam 1], rijdend in zijn Volkswagen Crafter en [gedaagde], rijdend in zijn Volkswagen Passat. De Crafter reed achterop de Passat.

2.3.
[gedaagde] heeft Allianz aangesproken tot vergoeding van zijn schade. Het ging om schade aan de Passat, letselschade en een aanbetaling ten behoeve van zijn bruiloft.

2.4.
Volgens het rapport van 30 augustus 2016 van Ongevallen Analyse Nederland (OAN) heeft de Passat als gevolg van de aanrijding ter hoogte van de zitpositie van [gedaagde] een snelheidsverandering tussen 5,8 en 10,4 km/uur ondergaan. De daarbij optredende gemiddelde voertuigsnelheid heeft, volgens OAN, gelegen tussen 1,4 en 3,3 g.

2.5.
Op 12 september 2016 heeft Allianz aan de belangenbehartiger van [gedaagde], voor zover hier van belang, per e-mail het volgende bericht:

Omdat er volgens onze verzekerde sprake was van een minimale aanrijding, zonder letsel, en geen “nieuw ontstane schade” werd geconstateerd is er een ongevalsanalist ingeschakeld. De bevindingen van deze analist treft u in de bijlage aan. Zoals u hieruit kunt opmaken gaat het om een aanrijding met een minimale impact. (... )

In uw bezoekrapport noemt u de eerdere letselclaim van uw cliënt. Nadat de uitkomsten van de ongevallenanalyse bekend waren werd besloten de zaak van 2012 opnieuw te bestuderen. Wij constateerden dat uw cliënt in 2012 exact dezelfde schadeposten claimde. ( ... )

Wij constateren dat uw cliënt bewust en ten onrechte een vergoeding wenst te ontvangen voor een letselschade, waar geen recht op bestaat. Gezien de omstandigheden van de aanrijding is het namelijk niet aannemelijk dat er letsel is, laat staan letsel van enige betekenis.

Uw cliënt is ervaren in het indienen van letselclaims en maakt misbruik van de richtlijnen en regelgeving hieromtrent. Schadeposten zoals VAV (vanuit bijstand gaan werken, bij “een kennis” en met uitzicht op een vaste baan is niet logisch, laat staan dat dit tweemaal toe gebeurt), huishoudelijke hulp (maximale vergoeding voor een klein huis) en het tot tweemaal toe niet kunnen trouwen door de aanrijdingsklachten zijn voor ons voldoende aanleiding om de gehele claim als onwaarachtig te bestempelen. Het vals indienen van een verzekeringsclaim is een vorm van fraude.

( ... )

Het bewust dubbel claimen van een (onterechte) letselclaim is verder voldoende aanleiding om de gehele claim, inclusief de aanrijding zelf, in twijfel te trekken en uitgebreid nader onderzoek te laten verrichten. ( ... )

Het behoeft geen nader betoog dat Allianz zich alle rechten voorbehoudt en bij handhaving van de claim, afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek, vergaande maatregelen zal nemen zoals o.a. het terugvorderen van reeds uitgekeerde schadebedragen/kosten ( ... ).”

2.6.
Op 26 oktober 2017 heeft Allianz per e-mail het volgende bericht aan de belangenbehartiger van [gedaagde]:

Uw cliënt heeft ervoor gekozen, om ondanks de reeds bekende onjuistheden, zijn claim door u verder te laten behandelen. ( ... ) Onderzoekers van Dekra hebben de medewerker(s) van de trouwlocatie en uw cliënt bezocht. Allereerst vinden wij het vervelend om te constateren dat u niet bij dit bezoek aanwezig was. De onderzoeker heeft per abuis uw cliënt zelfstandig benaderd en heeft u per abuis niet geïnformeerd over dit bezoek. ( ... )

Uit het onderzoek blijkt dat uw cliënt en de medewerker(s) van de trouwlocatie, geen eenduidige verklaring hebben gegeven over de aanbetaling(en) van het, door uw cliënt gestelde, voorgenomen huwelijk. ( ... )

Nu er geen eenduidige verklaringen zijn en het gesprek met toestemming is opgenomen, kunnen wij niet anders concluderen dat ons bewust een onjuiste voorstelling van zaken is voorgehouden waardoor Allianz wordt misleid. Dit met als doel om van Allianz geld te ontvangen waar geen recht op bestaat of zou hebben bestaan. ( ... )

2.7.
Op 9 januari 2018 heeft Allianz de belangenbehartiger van [gedaagde] aangeschreven en [gedaagde] verzocht om de door haar gemaakte onderzoekskosten terug te betalen vanwege fraude.

2.8.
De Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) heeft op 1 maart 2018 [gedaagde], namens Allianz, aansprakelijk gesteld voor een deel van de indirecte schade van Allianz en volledige betaling gevorderd binnen 15 dagen na bezorging van de aansprakelijkstelling.

3
De vordering en het verweer

3.1.
Allianz vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
- € 532,- aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2018, althans vanaf 17 mei 2019, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 6.003,31 aan onderzoekskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- € 858,51 aan buitengerechtelijke incassokosten;

met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten.

3.2.
Aan haar vordering legt Allianz ten grondslag dat zij schade heeft geleden door het handelen van [gedaagde]. [gedaagde] heeft jegens haar een onrechtmatige daad gepleegd die hem kan worden toegerekend. Hij heeft onwaar verklaard over schade aan zijn auto, letselschade en een aanbetaling voor zijn bruiloft. Dit levert (een poging tot) oplichting op. Daarom moet [gedaagde] de schade die Allianz heeft geleden vergoeden. Die schade bestaat uit een bedrag aan indirecte vermogensschade (interne kosten) van € 532,- die voor vergoeding in aanmerking komen op grond van artikel 6:96 BW en uit directe kosten, namelijk de kosten van OAN en de kosten van Dekra van in totaal € 6.003,31. De wettelijke rente over deze bedragen is verschuldigd omdat [gedaagde] vertraagd is in de voldoening van dat bedrag en de buitengerechtelijke incassokosten moeten betaald worden, omdat Allianz kosten heeft gemaakt om haar vordering te innen (verzenden aanmaningen e.d.).

3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hij betwist dat hij onwaar heeft verklaard, stelt dat hij onder druk is gezet door Allianz om zijn schadeclaim in te trekken en heeft ter onderbouwing van zijn schade stukken ingediend.

4
De beoordeling

4.1.
De vraag die beantwoord moet worden is of [gedaagde] een onrechtmatige daad jegens Allianz heeft begaan. Daarvoor is nodig dat vast komt te staan dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op een recht of iets heeft gedaan of nagelaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Als sprake is van oplichting is de onrechtmatige daad gegeven. Gesteld noch gebleken is, bijvoorbeeld door middel van een strafrechtelijke veroordeling of erkenning door [gedaagde], dat van oplichting sprake is.

4.2.
Allianz heeft gesteld dat sprake is van opzettelijke / bewuste misleiding. Dit heeft [gedaagde] gemotiveerd betwist. Als deze bewuste misleiding komt vast te staan is ook sprake van een onrechtmatige daad.

4.3.
Allianz heeft allereerst gesteld dat door [gedaagde] een bedrag van € 1.800,- gevorderd werd, maar dat dat bedrag door [gedaagde] later werd gewijzigd in een bedrag van € 500,-. Het noemen van het eerste bedrag was, aldus Allianz, een bewust onjuiste verklaring. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst Allianz onder andere naar een rapport van Dekra getiteld “interview” van 23 september 2017 waarin [gedaagde] verklaart dat hij een bedrag van € 500,- aan een partycentrum heeft voldaan als borg voor het trouwfeest dat hij ging houden, maar ook heeft teruggekregen van de locatie. Uit dit rapport blijkt dus niet dat [gedaagde] zijn schadeclaim heeft aangepast. Allianz heeft bovendien de aansprakelijkstelling van (de belangenbehartiger) van [gedaagde] niet overgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld hoe de oorspronkelijke claim van [gedaagde] luidde (welk bedrag gevorderd werd) en of dat bedrag dus op enig moment is aangepast. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de oorspronkelijke eerste schadeclaim op 29 juli 2016 bij Allianz is gedaan. Allianz heeft aldus haar stelling dat [gedaagde] een onjuist schadebedrag heeft genoemd, onvoldoende onderbouwd, zodat dit niet is komen vast te staan.

4.4.
Uit de samenvatting van het gesprek dat de onderzoeker van Dekra met het partycentrum heeft gevoerd, voor zover dat een juiste weergave van dat gesprek is, het is door het partycentrum niet bevestigd, blijkt ook niet dat [gedaagde] gelogen heeft over de aanbetaling. Dekra beschrijft dat het partycentrum heeft verklaard dat de borg door [gedaagde] niet was betaald, maar ook daar wordt een bedrag van € 500,- genoemd en geen ander bedrag. Dat de borg mogelijk nog niet betaald was, betekent niet dat [gedaagde] Allianz opzettelijk heeft proberen te misleiden door deze schadepost te (laten) noemen kort na de aanrijding. [gedaagde] verkeerde mogelijk in de veronderstelling dat de borg wel verschuldigd was. Overigens geldt ook dat niet is komen vast te staan dat de borg niet betaald is. Uit het interview dat Dekra met [gedaagde] gehouden heeft, blijkt namelijk dat het partycentrum, dat tijdens het interview gebeld is, voor de onderzoeker hoorbaar heeft bevestigd dat de borg contant betaald is en teruggegeven.

4.5.
[gedaagde] heeft Allianz dus niet bewust misleid door een (te hoog) bedrag voor de borg (aanbetaling partylocatie) te claimen.

4.6.
Allianz heeft verder gesteld dat het niet mogelijk was dat letselschade of schade aan de Passat is ontstaan als gevolg van de aanrijding, omdat de impact van de botsing zeer gering was. Dat de impact van de botsing gering was, blijkt inderdaad uit het rapport van AON, maar daaruit blijkt niet dat er door de botsing geen schade heeft kunnen ontstaan bij [gedaagde]. Uit het verder door Allianz overgelegde “voorstel protocol opvang van slachtoffers van een whiplash ongeval op de spoedeisende hulp (SEH) afdeling van het ziekenhuis” volgt wel dat [gedaagde] geen letselschade kan hebben geleden als gevolg van de botsing. In dat voorstel protocol staat, voor zover hier van belang, namelijk het volgende:

De klachten kunnen na een latente periode van minuten tot uren ontstaan. Bij verkeersongevallen zijn er sterke aanwijzingen dat een impactsnelheid tot ca 15 km/h geen letsel veroorzaakt.” Dat er sterke aanwijzingen zijn dat letsel is uitgesloten, betekent niet dat [gedaagde] geen klachten kan hebben ontwikkeld / ervaren kan hebben, waar hij een arts of artsen voor heeft bezocht. Nog daargelaten dat [gedaagde], volgens de stellingen van Allianz, niet enkel letselschade claimde maar ook schade aan het voertuig.

4.7.
[gedaagde] heeft Allianz dan ook niet bewust misleid door schade te claimen die onmogelijk geleden kon zijn. In ieder geval verkeerde [gedaagde] in de (wellicht onjuiste) veronderstelling, gezien de door hem overgelegde brief van de spoedeisende hulp aan zijn huisarts van 17 juli 2016 dat hij door het ongeval (letsel)schade had opgelopen. Mocht al sprake zijn van het verstrekken van onjuiste informatie, dan is niet vast komen te staan dat dat bewust gebeurd is.

4.8.
Tot slot heeft Allianz gesteld dat de schademelding van [gedaagde] uit 2016 heel veel gelijkenis vertoonde met een eerdere schadeclaim van [gedaagde] uit 2012, eveneens met geringe impact. Toen claimde [gedaagde], blijkens de stellingen van Allianz, dat hij vanuit een bijstandssituatie bij een bevriende kennis was gaan werken in een restaurant, dat hij voornemens was te trouwen, dat sprake was van een slechte financiële situatie en dat hij huishoudelijke hulp kreeg van zijn ouders. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is hiermee onvoldoende onderbouwd dat de onderhavige schadeclaim vals is gedaan, zoals Allianz betoogt, nog daargelaten dat Allianz de eerdere schadeclaim niet heeft overgelegd. Weliswaar heeft [gedaagde] bij het ongeval uit 2016 ook vermeld dat hij in de bijstand zat, net een nieuwe baan had en zou gaan trouwen, maar voor zover deze verklaring feitelijk juist was (wat niet door Allianz is betwist), kan daaruit geen bewuste misleiding worden afgeleid.

4.9.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] de stellingen van Allianz dat door [gedaagde] fraude is gepleegd gemotiveerd heeft betwist en Allianz haar stellingen vervolgens onvoldoende nader heeft onderbouwd, zodat de fraude niet is komen vast te staan. Dat [gedaagde] Allianz bewust heeft misleid over de (omvang van de) schade die [gedaagde] stelde te hebben geleden als gevolg van de aanrijding op 14 juli 2016 is daarmee niet vast komen te staan en dus ook niet dat [gedaagde] een onrechtmatige daad jegens Allianz heeft begaan. Daarmee komt de grondslag aan de vorderingen van Allianz te vervallen en deze vorderingen zullen dan ook worden afgewezen. ECLI:NL:RBGEL:2020:7001