Hof Amsterdam 150211 fout arts assistent neurochirurgie, ondanks gebreken in de totstandkoming - geen toezending conceptrapport aan betrokkene - toch binding aan desk-bericht
- Meer over dit onderwerp:
Hof Amsterdam 150211 fout arts assistent neurochirurgie, ondanks gebreken in de totstandkoming - geen toezending conceptrapport aan betrokkene - toch binding aan desk-bericht
2.3 Naar aanleiding van het vervolgens door Peul verrichte onderzoek voert [appellante] in haar memorie na deskundigenbericht aan dat Peul niet als onafhankelijk kan worden aangemerkt en verzoekt het hof daarom zijn rapportage buiten beschouwing te laten “c.q.” in plaats van Peul een andere deskundige te benoemen. Volgens [appellante] heeft Peul, in strijd met de opdracht in het tussenarrest van 26 juni 2008, eind 2009 zijn eindrapportage direct aan dit hof doen toekomen zonder deze rapportage eerst in concept aan partijen te sturen teneinde hen in de gelegenheid te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen. Nadat [appellante] daartoe na interventie van het hof alsnog in de gelegenheid is gesteld en opmerkingen en vragen van [adviseur] aan Peul heeft doen toekomen, heeft Peul hierop gereageerd met een email van 26 april 2010 aan de raadsvrouwe van [appellante], met kopie aan Wilmink en Wokke, waarin hij onder meer schrijft: “Ik ben vrij ernstig geschrokken van de brief (…). Hieruit blijkt noch deskundigheid aangaande casuïstiek noch respect.” Ook de twee andere deskundigen zijn hierdoor beïnvloed en niet meer onpartijdig. In zijn definitieve rapportage van 14 november 2008 maakt Peul geen vermelding van de opmerkingen van [adviseur] en uit deze rapportage blijkt evenmin dat hij zich rekenschap heeft gegeven van dit commentaar, dit alles nog steeds aldus [appellante].
2.4 Het hof merkt allereerst op dat deze door [appellante] beschreven gang van zaken voor wat betreft de door Peul gevolgde werkwijze, die ook uit het dossier blijkt, geen schoonheidsprijs verdient en ook in strijd is met de door het hof gegeven opdracht, beschreven in rechtsoverweging 3.9 van het tussenarrest van 26 juni 2008. Dit brengt echter nog niet mee dat de rapportage (reeds) daarom buiten beschouwing moet worden gelaten.
2.5 Uit de beschreven gang van zaken is niet af te leiden dat Peul niet heeft voldaan aan zijn verplichting om de opdracht conform het bepaalde in artikel 198 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) onpartijdig en naar beste weten te volbrengen. Het moge duidelijk zijn dat Peul zich, blijkens zijn reactie, niet kan vinden in de opmerkingen en vragen van [adviseur] naar aanleiding van zijn bevindingen en bij zijn visie is gebleven. Maar dit op zichzelf brengt niet mee dat Peul niet als onafhankelijk kan worden beschouwd. Dit heeft [appellante] ook niet nader toegelicht. Voorts heeft zij onvoldoende concreet onderbouwd dat en hoe de andere twee deskundigen zouden zijn beïnvloed door het handelen van Peul, zodat ook deze stelling faalt. LJN BR6420