TGZRZWO 140224 klacht vanwege expertise-onderzoek orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond; verwijten t.z.v. strafbare feiten eveneens
- Meer over dit onderwerp:
TGZRZWO 140224 klacht vanwege expertise-onderzoek orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond; verwijten t.z.v. strafbare feiten eveneens
zie ook:
TGZRZWO 140224 klacht tegen MA kennelijk ongegrond; ook beestachtig gedrag is niet komen vast te staan
2. De zaak in het kort
2.1 Op 2 december 2014 was klager betrokken bij een ongeval, waarbij hij lichamelijk letsel heeft opgelopen aan zijn linker onderbeen. In gezamenlijke opdracht van de belangenbehartiger van klager en de verzekeraar van de aansprakelijkgestelde partij heeft de orthopedisch chirurg op 26 januari 2021 een onafhankelijk expertise-onderzoek uitgevoerd.
2.2 Op 17 maart 2021 is het conceptrapport in het kader van het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht aan klager gezonden. De e-mails die klager in reactie op het conceptrapport heeft gestuurd, zijn als bijlagen bij het rapport gevoegd.
2.3 Op 6 augustus 2021 is het conceptrapport voor een reactie aan beide partijen
verzonden. De reacties van partijen, alsmede een reactie van de orthopedisch chirurg op een opgeworpen vraag, zijn als bijlage gehecht aan het definitieve rapport van 10 november 2021.
3. De klacht en de reactie van de orthopedisch chirurg
3.1 Klager verwijt de orthopedisch chirurg het volgende:
a dat hij onjuist/onzorgvuldig heeft gerapporteerd door ten onrechte te stellen dat er geen sprake zou zijn van botontkalking;
b dat hij zich onjuist heeft uitgelaten over CRPS en het niet stellen van deze diagnose bij klager;
c dat hij opzettelijk onjuiste beweringen in zijn rapport heeft gedaan in het belang van de zorgverzekeraar;
d dat er sprake is van strafbare feiten, opzettelijke misleiding, medische/financiële oplichting jegens klager en in samenzwering met C.
3.2 De orthopedisch chirurg heeft verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
3.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
4. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
4.1 Ter beoordeling van de vraag of de rapportage van de orthopedisch chirurg voldoet aan de daaraan te stellen eisen gelden volgens vaste tuchtrechtspraak de volgende criteria:
1 Het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust;
2 Het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden;
3 In het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen;
4 Het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, daaronder begrepen de gebruikte literatuur en de geconsulteerde personen;
5 De rapporteur blijft binnen de grenzen van zijn deskundigheid.
Het college toetst ten volle of het onderzoek door de orthopedisch chirurg uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de tuchtrechtelijke toets kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage wordt beoordeeld of de orthopedisch chirurg in redelijkheid tot zijn conclusie heeft kunnen komen.
Klachtonderdelen a en b
4.2 Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij onjuist/onzorgvuldig heeft gerapporteerd door ten onrechte te stellen dat er geen sprake is van botontkalking. Daarnaast verwijt hij de orthopedisch chirurg dat hij zich onjuist heeft uitgelaten over CRPS (Complex Regionaal Pijn Syndroom) en het stellen van deze diagnose in het rapport. Het college zal deze klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.
De gemaakte verwijten zijn niet terecht. De orthopedisch chirurg heeft in zijn rapport niet gesteld dat er geen sprake is van botontkalking, maar alleen dat de röntgenfoto’s van onder meer 26 januari 2021 van beide voeten een symmetrisch aspect tonen, geen ossale afwijkingen, met name geen kenmerking van dystrofie of anderszins ontkalking.
Wat betreft de diagnose CRPS-1 heeft de orthopedisch chirurg in zijn rapport onder het kopje beschouwing weergegeven wat hierover door de verschillende behandelaars en in een eerder uitgevoerde expertise is overwogen. Daaraan heeft de orthopedisch chirurg de conclusie verbonden dat weliswaar wordt gesproken van mogelijke CRPS1, maar dat geen van de behandelaars hiervoor voldoende aanwijzingen heeft kunnen vaststellen, gebruikmakend van de gebruikelijke criteria. Gelet op de beschikbare informatie heeft de orthopedisch chirurg dit kunnen concluderen. Het stellen van de diagnose CRPS-1 behoort niet tot het vakgebied van de orthopedisch chirurg. Dat hij deze diagnose niet gesteld heeft, kan hem dan ook niet tuchtrechtelijk worden verweten. Overigens heeft de orthopedisch chirurg in een bijlage bij het rapport aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het laten uitvoeren van een expertise met betrekking tot CRPS-1.
Het college verklaart deze klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
Klachtonderdelen c en d
4.3 Dit betreft de verwijten dat sprake is van het opzettelijk doen van onjuiste beweringen en het plegen van strafbare feiten jegens klager in samenzwering met de medisch adviseur van de aansprakelijk gestelde partij. Vanwege de onderlinge samenhang ziet het college aanleiding om deze klachtonderdelen gezamenlijk te behandelen.
Het betreft hier forse aantijgingen richting de orthopedisch chirurg. Het college is het met de orthopedisch chirurg eens dat deze aantijgingen ongefundeerd zijn. Het dossier biedt geen aanknopingspunten die de gemaakte verwijten ondersteunen. Dit betekent dat niet kan worden vastgesteld dat de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Het college verklaart daarom ook deze klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
Ook overigens heeft het college geen reden om te oordelen dat de rapportage van verweerder niet aan de eisen voldoet.
5. De beslissing
De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. ECLI:NL:TGZRZWO:2024:18