Overslaan en naar de inhoud gaan

CTG 161214 medische handelingen gedurende schorsing zijn wel ernstig verwijtbaar, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

CTG 161214 medische handelingen gedurende schorsing zijn wel ernstig verwijtbaar, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

(...)
4.11 
Voor zover het Regionaal Tuchtcollege in rechtsoverweging 12.8 “Ten slotte” van de bestreden beslissing is ingegaan op het feit dat de tandarts in 2012 een tandheelkundige behandeling heeft uitgevoerd gedurende zijn schorsing, overweegt het Centraal Tuchtcollege het volgende. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft de strekking van het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege ter zake, nu uit de strekking van de wet duidelijk is op te maken dat een geschorste arts geen medische handelingen mag verrichten. De wetgever acht dit blijkens artikel 99 van de Wet BIG zelfs zo kwalijk dat dit handelen strafrechtelijk kan worden vervolgd. Verder blijkt uit de wetsgeschiedenis van de Wet BIG dat gedurende een schorsing van de inschrijving in het register geen sprake kan zijn van tuchtrechtelijk vervolgbaar handelen. Dit betekent dat, nu de tandarts tijdens zijn schorsing niet onder de reikwijdte van het tuchtrecht viel, het Centraal Tuchtcollege van oordeel is dat er wel gesproken kan worden van ernstig verwijtbaar gedrag van de tandarts doch niet van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Dit punt kan dan ook niet meegewogen worden bij het bepalen van de (mogelijk) op te leggen maatregel.

ECLI:NL:TGZCTG:2014:390 met dank aan Recht.nl voor de verwijzing