Overslaan en naar de inhoud gaan

RvT 2007/059 verzekeraar niet aansprakelijk voor handelen ingeschakelde advocaat; te late melding

RvT 2007/059 verzekeraar niet aansprakelijk voor handelen ingeschakelde advocaat, gevolgen te late melding
Het oordeel van de Raad
1. Het feit dat de zaak van klager was uitbesteed aan achtereenvolgens een aantal externe advocaten, ontsloeg verzekeraar niet van zijn gehoudenheid om de kwestie te blijven volgen en toezicht te houden op de kwaliteit van de verleende externe rechtsbijstand, waarvoor een rechtsbijstandverzekeraar zich sterk dient te maken. Daaraan doet niet af dat, zoals verzekeraar heeft aangevoerd, deze advocaten volledig verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de zaak. Deze gehoudenheid gold voor verzekeraar te meer toen klager zich tot hem wendde met vragen omtrent de kwaliteit van de hem door de externe advocaten verleende rechtshulp. Ter zitting heeft verzekeraar erkend dat zijn in zijn verweerschrift verdedigde standpunt, dat zijn rol is beperkt tot die van financier zodra een zaak is uitbesteed aan een externe advocaat, niet juist is. Verdedigbaar is evenwel het standpunt van verzekeraar dat hij niet aansprakelijk is voor de door klager gestelde beroepsfouten van deze advocaten. Verdedigbaar is dat nu het werk van advocaten wordt beheerst door eigen, zelfstandige normen, zij niet kunnen worden aangemerkt als hulppersonen van de verzekeraar.
2. Verdedigbaar is verder het standpunt van verzekeraar dat hij, gelet op het bepaalde in de met ingang van 12 oktober 1995 op de verzekering toepasselijke nieuwe verzekeringsvoorwaarden: ‘Als u zonder toestemming van (verzekeraar) iemand opdracht tot behandeling van de zaak heeft gegeven, is uw aanspraak op rechtsbijstand vervallen’, niet gehouden is de kosten van de door klager buiten verzekeraar om ingeschakelde huidige advocaat te vergoeden. De toepassing van deze sanctie wordt voldoende gerechtvaardigd door het standpunt van verzekeraar dat hij in deze – naar het oordeel van de Raad gecompliceerde en voor verschillende aanpak vatbare – zaak waarschijnlijk een andere koers zou hebben gevaren dan de gekozen advocaat. Verdedigbaar is voorts het standpunt dat deze polisbepaling een kernbeding is als bedoeld in artikel 231 en volgende van Boek 6 BW. Verdedigbaar in dit verband is ook het standpunt van verzekeraar dat deze zaak hem te laat is gemeld, en dat de contacten met klager waarin deze te kennen gaf dat hij niet gelukkig was met het verloop van de zaak, niet als melding als bedoeld in de polisvoorwaarden kunnen gelden.
3. Het hierboven onder 1. en 2. vermelde brengt de Raad dan ook tot het oordeel dat verzekeraar niet de goede naam van het verzekeringsbedrijf heeft geschaad, zodat de klacht ongegrond zal worden verklaard.
Klachteninstituut