Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 030823 Eindvonnis na 8 tussenvonnissen; begroting HH (€ 15,00 p.u. over achterliggende 14 jr) en ZWZH; eindleeftijd 70, 48 weken per jaar

 

RBNHO 030823 Eindvonnis na 8 tussenvonnissen; begroting HH (€ 15,00 p.u. over achterliggende 14 jaar) en ZWZH; eindleeftijd 70, 48 weken per jaar

 

2De verdere beoordeling

2.1.

In het laatste tussenvonnis van 9 maart 2022 (geen publicatie bekend, red. LSA LM) heeft de rechtbank [eiser] verzocht een nieuwe berekening aan te leveren van de posten Huishoudelijke hulp, verschenen en toekomstig, uitgaande van de in dat vonnis vastgestelde uitgangspunten.

2.2.

Voor zover dit zou leiden tot aanpassing van de post Verschenen kosten ter vaststelling van de schade kon [eiser] deze aanpassing desgewenst meenemen.

2.3.

Voorts achtte de rechtbank het aangewezen dat partijen zich zouden uitlaten over de post Zelfwerkzaamheid, verschenen en toekomstig, in het licht van de door de rechtbank overgenomen bevindingen in de hiervoor relevante deskundigenberichten.

2.4.

[eiser] heeft zijn vordering vermeerderd “met de verhoging, c.q. aanpassing van de jaarbedragen als opgenomen in de Richtlijnen van De Letselschade Raad”, zonder een bedrag te noemen. Hij heeft ook niet de moeite genomen om die richtlijnen toe te voegen. Onduidelijk is daarom welke “verhoging” wordt bedoeld en ook heeft [eiser] niet aangeduid volgens welke categorie de rechtbank zou moeten berekenen. De rechtbank gaat daarom verder aan deze vermeerdering van eis voorbij.

Huishoudelijke hulp, verschenen tot 1 mei 2022

2.5.

In het vorige vonnis heeft de rechtbank beslist dat voor deze post 2,4 uur per week kon worden berekend, tegen een uurtarief van € 15,-. Partijen verschillen op dit onderdeel alleen in het aantal weken per jaar, waarover deze post kan worden berekend. De rechtbank is van oordeel dat uitgangspunt 48 weken per jaar moet zijn, rekening houdend met een vakantieperiode van vier weken. Voor de periode van 14 jaar en twee maanden betekent dat een totaalbedrag van € 24.453,-.

Huishoudelijke hulp, toekomstig

2.6.

Ook op dit onderdeel zal de rechtbank uitgaan van 48 weken per jaar. Als eindleeftijd zal de gebruikelijke 70 jaar worden gehanteerd. Als rekenrente over de eerste vijf jaar hanteren beide partijen 0%, zodat de rechtbank daar ook van zal uitgaan. [eiser] vordert zonder onderbouwing dat ook over alle latere jaren een rekenrente van 0% moet worden gehanteerd. Euro Insurance gaat uit van een iets oplopende rekenrente in de periodes van 5 tot 20 jaar en vanaf 20 jaar. Die berekening (met onderbouwing) komt het dichtst bij de aanbevelingen van de rechtspraak en zal daarom door de rechtbank worden overgenomen. Het totaalbedrag komt uit op € 45.593,-.

Zelfwerkzaamheid, verschenen tot 1 mei 2022

2.7.

[eiser] stelt dat 100% voor het onderdeel zelfwerkzaamheid zou moeten worden vergoed, Euro Insurances stelt dat dit 25% moet zijn. Gelet op de inhoud van de deskundigenrapporten zal de rechtbank uitgaan van beperkingen op dit onderdeel van 50%. De rechtbank zal verder uitgaan van het normbedrag, zoals door de Letselschade raad wordt gehanteerd voor een eigen woning met tuin, weinig onderhoud.

Als verschenen schade wordt schattenderwijs een bedrag van € 4.000,- vastgesteld.

Zelfwerkzaamheid, verschenen toekomstig

2.8.

Volgens de aanbevelingen van de Letselschade raad wordt ook op dit onderdeel tot een eindleeftijd van 70 jaar gerekend. Voor de rekenrente verwijst de rechtbank naar wat hiervoor onder 2.6 is overwogen.

Ook hier zal de rechtbank gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid, omdat niet het standpunt van één van partijen wordt gevolgd. Als toekomstige schade voor zelfwerkzaamheid zal een bedrag van € 10.000,- worden toegewezen.

Conclusie

2.9.

Met inachtneming van alles wat in dit vonnis en de vorige acht vonnissen en de deskundigenrapporten is overwogen, komt de rechtbank uiteindelijk tot de volgende onderdelen die voor vergoeding door Euro Insurances in aanmerking komen.

Die bedragen zullen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, zoals gevorderd:

  • -

    Reiskosten € 680,-

  • -

    Ziektekosten € 1.390,-

  • -

    Diversen en voorzieningen € 1.361,-

  • -

    Buitengerechtelijke kosten € 6.034,70

  • -

    Immateriële schade € 10.000,-

  • -

    Kosten huishoudelijke hulp, verschenen € 24.453,-

  • -

    Kosten huishoudelijke hulp, toekomstig € 45.593,-

  • -

    Zelfwerkzaamheid, verschenen € 4.000,-

  • -

    Zelfwerkzaamheid, toekomstig € 10.000,-

€ 102.831,70

Bij wijze van voorschot al voldaan € 50.000,-

Resteert € 52.831,70

Proceskosten

2.10.

Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld, gelet op de ingestelde vorderingen en de gevoerde verweren. Daarin ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten te compenseren, zodat ieder de eigen proceskosten draagt.

De kosten van de ingewonnen deskundigenberichten blijven voor rekening van Euro Insurances, die de desbetreffende voorschotten ook heeft betaald. ECLI:NL:RBNHO:2022:6542