RBOVE 090822 veroordeling in daadwerkelijk gemaakte kosten afgewezen, wel afwijking liquidatietarief
- Meer over dit onderwerp:
RBOVE 090822 veroordeling in daadwerkelijk gemaakte kosten afgewezen, wel afwijking liquidatietarief
In vervolg op:
GHARL 150322 Timmerman valt 3 meter door gipsplafond; wg-er ook in hoger beroep deelgeschil aansprakelijk
en
RBOVE 250920 wg-er slaagt, na bewijsopdracht in deelgeschil, niet in tegenbewijs na val door gipsen plafond; deelgeschil met tussenbeschikking
De verdere beoordeling
2.1. Bij genoemd vonnis heeft de kantonrechter Dura Vermeer toegestaan hoger beroep in te stellen van de beschikking van deze rechtbank d.d. 25 september 2020 onder zaaknummer: 822722 \ EJ VERZ 19-323 in de tussen Dura Vermeer en [gedaagde] gevoerde deelgeschilprocedure.
2.2. Onderhavige procedure is vervolgens, in afwachting van het voornoemde hoger beroep, verwezen naar de parkeerrol.
2.3. In hoger beroep heeft het hof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 15 maart 2022 de tussen Dura Vermeer en [gedaagde] gewezen beschikking van deze rechtbank d.d. 25 september 2020 onder zaaknummer: 822722 \ EJ VERZ 19-323 bekrachtigd.
2.4. Dura Vermeer heeft bij akte van 14 juni 2022 meegedeeld tegen voormelde beslissing van het Hof geen cassatie te hebben ingesteld en dit ook niet te zullen doen.
2.5. Dura Vermeer stelt geen belang meer te hebben bij de voortzetting van de onderhavige procedure, nu reeds in hoger beroep is beslist op de beschikking waarvan appèl. Een en ander betekent dat enkel en alleen door de kantonrechter een beslissing dient te worden gegeven over de proceskosten.
2.6. Bij conclusie na hoger beroep deelgeschil verzoekt [gedaagde] om Dura Vermeer te veroordelen in de daadwerkelijk gemaakte proceskosten van de onderhavige procedure. [gedaagde] verwijst in dat kader naar de bij conclusie van antwoord in het geding gebrachte specificatie van de door zijn gemachtigde verrichte werkzaamheden in de periode van 9 december 2020 tot en met 27 juli 2021 voor een bedrag van in totaal € 5.669,12, inclusief 6% kantoorkosten, 21% BTW en een bedrag van € 304,00 aan verschotten griffierecht. Naar inschatting van de gemachtigde van [gedaagde] dienen er nog twee uur aanvullende werkzaamheden te worden verricht à € 240,00 per uur, te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21% BTW = € 615,65, zodat de totaal daadwerkelijk gemaakte kosten € 6.284,77 bedragen.
2.7. De kantonrechter overweegt dat de onderhavige procedure een gewone dagvaardingsprocedure betreft waar in beginsel geen plaats is voor vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten. [gedaagde] heeft ter onderbouwing van zijn verzoek dat in dit geval van dit uitgangspunt zou moeten worden afgeweken aangevoerd dat Dura Vermeer in eerste instantie [gedaagde] heeft gedagvaard bij de verkeerde rechtbank en bovendien aanvankelijk niet de juiste weg heeft gevolgd om hoger beroep in te stellen tegen de beschikking d.d. 25 september 2020 in het deelgeschil. In de door [gedaagde] aangevoerde argumenten ziet de kantonrechter geen aanleiding om Dura Vermeer te veroordelen tot vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte juridische kosten. Van misbruik van recht of onrechtmatig handelen van Dura Vermeer is geen sprake. Wel zal de kantonrechter afwijken van het gebruikelijke liquidatietarief dat slechts een richtlijn is. Daartoe is van belang dat door de wijze van procederen van Dura Vermeer [gedaagde] meer juridische kosten heeft moeten maken dan wanneer direct de juiste weg zou zijn bewandeld. Om die reden zullen de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op vier punten van het toepasselijke liquidatietarief, zijnde een bedrag van € 996,00 aan salaris gemachtigde.
2.8. De door [gedaagde] opgevoerde kosten verschotten griffierecht ad € 304,00 komen niet voor vergoeding in aanmerking nu in onderhavige procedure [gedaagde] geen griffierecht in rekening zijn gebracht.
Met dank aan mw. mr. Lyndia Douwes, Slotletselschade.nl voor het inzenden van deze uitspraak
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2022/RBOVE 090822