Rb Roermond 050308 oordeel over verhouding tussen toegewezen schade (2781) en KBR (11570,99)
- Meer over dit onderwerp:
Rb Roermond 050308 oordeel over verhouding tussen toegewezen schade (2781) en KBR (11570,99)
4.10. (benadeelde) heeft een bedrag van EUR 11.570,99 gevorderd betreffende kosten rechtsbijstand, vermeerderd met EUR 232,93 aan vertragingsrente. De gemeente Venlo acht een bedrag van EUR 5.828,80 redelijk. De gemeente Venlo betwist niet, althans onvoldoende, dat de opgevoerde en uitvoerig gespecificeerde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Partijen verschillen van mening over de vraag of de gemaakte kosten redelijk zijn.
4.11. Buitengerechtelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW komen voor vergoeding in aanmerking indien deze de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. Dat betekent dat alleen kosten kunnen worden toegewezen waarvan het redelijk is dat deze zijn gemaakt en waarvan de hoogte - ook in verhouding tot de hoofdsom -redelijk is.
4.12. De hoofdsom c.q. letselschade die naar het oordeel van de rechtbank gelet op het voorgaande voor vergoeding in aanmerking komt kan als volgt worden gespecificeerd:
Schadestaat 27 januari 2003: EUR 1.318,57
Reiskosten: EUR 250,00
Telefoon-, porto-, en kopieerkosten: EUR 100,00
Medische kosten: EUR 100,00
Kosten foto's: EUR 12,50
Smartengeld: EUR 1.000.00 +
EUR 2.781,07
4.13. Aangezien (benadeelde) vooreen groot deel door de rechtbank in het ongelijk wordt gesteld, dienen de gevorderde buitengerechtelijke kosten naar het oordeel van de rechtbank te worden gematigd. De gemeente Venlo heeft de kostenpost van rechtsbijstand voor vaststelling van de aansprakelijkheid (ad EUR 2.663,97) overgenomen, welk bedrag derhalve niet meer in geschil is. Voor de kosten die gemoeid zijn met de vaststelling van de omvang van de schade (onder 4.12 vastgesteld op EUR 2.781,07) is dan een bedrag van EUR 8.907,02 (exclusief wettelijke rente) gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag niet meer in redelijke verhouding staat tot het toegekende bedrag aan schadevergoeding. Door de gemeente Venlo is van dit bedrag een bedrag van EUR 3.164,83 voldaan, welk bedrag, gelet op het toegekende bedrag aan schade, redelijk voorkomt. Daarbij betrekt de rechtbank het belang van de zaak (waarbij van begin af aan duidelijk was dat sprake was van relatief gering letsel en waarbij - ook van begin af aan - geen substantieel bedrag aan werkelijk geleden schade is gevorderd). Piv-site