Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 060515 naar verhouding hoge kosten niet onredelijk; ook zaken met relatief gering procesbelang vereisen adequate belangenbehartiging

Rb Zeeland-West-Brabant 060515 voetletsel na vervoer in fietsstoeltje zonder spaakbeschermers; onzorgvuldig handelen;
- bij volledig herstel breuk is redelijk smartengeld € 1.500; dit bedrag wordt als voorschot toegekend;
- naar verhouding hoge kosten niet onredelijk; ook zaken met relatief gering procesbelang vereisen adequate belangenbehartiging; kosten gevorderd 
en toegewezen € 6.987,49

3.10. Bij de begroting van deze kosten van rechtsbijstand ex artikel 1019aa Rv, dient te worden beoordeeld of het gaat om redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. X verzoekt haar (buiten)gerechtelijke kosten te begroten op een bedrag van € 6.987,49. Ter onderbouwing van dit bedrag heeft zij een factuur met specificatie van Schaderegelaar Nostimes in het geding gebracht tot een bedrag van € 2.086,91 alsmede een specificatie van de door haar raadsman aan de zaak bestede tijd met opgave van het uurtarief. De kosten van de werkzaamheden worden begroot op € 3.315,52 tot aan het indienen van het verzoekschrift, € 78,- aan griffierecht en € 1.507,06 aan kosten in verband met de bestudering van het verweerschrift en de behandeling ter zitting. De kosten zijn naar behoren gespecificeerd. Z heeft de redelijkheid van de omvang van de tijdsbesteding als gespecificeerd niet betwist noch de redelijkheid van het gehanteerde uurtarief. Wel heeft Z gewezen op de wanverhouding tussen de omvang van de kosten van rechtsbijstand en de omvang van de overige schade. 

De kantonrechter is het met Z eens dat sprake is van naar verhouding hoge kosten van rechtsbijstand maar dat enkele feit maakt niet dat de kosten zoals die gevorderd worden niet redelijk zijn. Ook in zaken met een relatief gering procesbelang moeten de belangen van de benadeelde adequaat worden behartigd. Daarnaast is Z door niet in gesprek te gaan met de schadebemiddelaar en een minnelijke regeling te bereiken zelf ook debet aan de omvang van de kosten van rechtsbijstand. 
De kantonrechter zal de kosten in verband met het deelgeschil begroten als verzocht nu het redelijke kosten betreffen die in redelijkheid zijn gemaakt en Z veroordelen tot betaling van deze kosten vermeerderd met wettelijke rente als gevorderd. 

Met dank aan mr. A.M. van Schaick, Linssen Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2015/rb-zeeland-west-brabant-060515