Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Groningen 210912 gevorderd, begroot, maar niet toegewezen; 6 uur x € 180,-- + griffierecht; rechtsbijstandsverzekering geen belemmering voor veroordeling in proceskosten

Rb Groningen 210912 schouderklachten na openen liftdeur; 
- geen onderhandelingen; descente en nadere bewijslevering en/of deskundigenonderzoek nodig
; verzoek afgewezen

- gevorderd, begroot, maar niet toegewezen; 6 uur x € 180,-- + griffierecht; rechtsbijstandsverzekering geen belemmering voor veroordeling in proceskosten

2.9. Ter zake van de buitengerechtelijk incasso- en proceskosten geldt het volgende. Naar het oordeel van de rechtbank is - anders dan verweerster heeft aangevoerd - onvoldoende gebleken dat de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Ondanks de afwijzing van het verzoek dient op de voet van artikel 1019aa Rv aldus een begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek. 

“Daarbij dient de rechter de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets te hanteren: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.” 
(TK 2007-2008, 31 518, nr. 3, p. 12.). 

2.10. Blijkens het petitum van het verzoekschrift heeft verzoekster verzocht om de daadwerkelijk gemaakte kosten die verband houden met deze procedure te begroten op een bedrag van € 1.080,-- (gebaseerd op 6 uur werkuren met betrekking tot het opstellen van het verzoekschrift door haar gemachtigde á € 180,--) vermeerderd met het door haar betaalde griffierecht. Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen deze kosten de hiervoor genoemde dubbele redelijkheidstoets doorstaan, zodat deze dienovereenkomstig zullen worden begroot. Het verweer van verweerster hiertegen dat dergelijke kosten van verzoekster zijn verzekerd, wordt door de kantonrechter verworpen omdat een rechtsbijstandsverzekering van één van de procespartijen niets uitstaande heeft met een veroordeling in de proceskosten. Bovendien heeft verzoekster in dit verband aangevoerd dat ingevolge de van toepassing zijnde polisvoorwaarden de gemaakte proceskosten zoveel mogelijk op de wederpartij dienen te verhaald, hetgeen verweerster niet heeft betwist. 
2.11. Nu de aansprakelijkheid van verweerster voor de schadelijke gevolgen van het door verzoekster overkomen ongeval in deze procedure niet in rechte is komen vast te staan, is de verzochte veroordeling van verzoekster tot betaling van voormelde kosten niet toewijsbaar.  LJN BY3401