Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Gelderland 161214 kosten gevorderd 27,4 x € 245,00 + BTW + kantoorkosten + griffierecht; begroot op 20 x € 225,00 + BTW + griffierecht

Rb Gelderland 161214 letsel opgelopen bij introductieles rugby; verzoek deelgeschil afgewezen vanwege nieuwe stellingen eiser tijdens mondelinge behandeling;
- kosten gevorderd 27,4 x € 245,00 + BTW + kantoorkosten + griffierecht; begroot op 20 x € 225,00 + BTW + griffierecht

4.5.

Dan de kosten. Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Daarbij geldt een dubbele redelijkheidstoets: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn (MvT, Kamerstukken II, 2007-2008, 31 518, nr. 3, p. 18).

4.6.
[verzoeker] heeft in dat kader verzocht het ROC Nijmegen te veroordelen in de kosten van het geding, met het verzoek terzake van het honorarium van de advocaat deze kosten aan de zijde van [verzoeker] te begroten op € 6.713,00 (uurtarief van € 245,00 exclusief BTW en kantoorkosten, 27,4 uren inclusief mondelinge behandeling van het verzoek) te vermeerderen met het verschuldigde griffierecht.

4.7.
Het ROC Nijmegen heeft tegen de hoogte van het hiervoor genoemde bedrag verweer gevoerd. Volgens haar is een uurtarief van € 220,00 (inclusief kantoorkosten en exclusief BTW) redelijk en is verder het aantal uren te fors bemeten.

4.8.
De rechtbank oordeelt als volgt. Het opgevoerde uurtarief komt de rechtbank bovenmatig voor. Een uurtarief van € 225,00 (inclusief kantoorkosten en exclusief BTW) is naar het oordeel van de rechtbank redelijk. Gelet op de complexiteit van de zaak is de rechtbank verder van oordeel dat een totaal aantal uren van 20 redelijk en passend is. Vermeerderd met het griffierecht (€ 282,00) bedraagt het totaal te begroten bedrag dan € 5.727,00.

4.9.
De rechtbank zal het ROC Nijmegen niet veroordelen in de begrote kosten, aangezien de aansprakelijkheid van het ROC Nijmegen voor de door [verzoeker] geleden schade niet vaststaat en derhalve onzeker is of voor veroordeling op de voet van artikel 6:96 BW een grondslag bestaat. ECLI:NL:RBGEL:2014:8178