Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Maastricht 190411 bedrijfsongeval; niet ontvankelijk dus geen kostenvergoeding

Rb Maastricht 190411 bedrijfsongeval; niet ontvankelijk dus geen kostenvergoeding
3.8.  Nu er derhalve geen sprake is van een deelgeschil, dient [eiser] niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

3.9.  De rechtbank overweegt ten aanzien van de door [eiser] gevorderde proceskos-tenveroordeling het volgende. Het in dit verband relevante artikel 1019aa Rv bepaalt slechts dat de kosten van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door letstel lijdt worden begroot, niet dat de wederpartij in die kosten kan worden veroordeeld. Nu [eiser] echter ten aanzien van het deelgeschil niet-ontvankelijk wordt verklaard, dienen de kosten van het verzoek aan diens zijde op nihil te worden begroot.

3.10.  Omdat [eiser] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek, maar niet geoordeeld kan worden dat het aanhangig maken van de deelgeschilprocedure door [eiser] als onrechtmatig bestempeld kan worden, dient op grond van het bepaalde in artikel 1019aa Rv een begroting van de kosten aan de zijde van Herpertz achterwege te blijven. LJN BQ5644