Rb Midden-Nederland 221117 kosten gevorderd en toegewezen: € 3.824,22 (11,58 uren x € 255,00 + kantoorkosten + BTW + griffie)
- Meer over dit onderwerp:
Rb Midden-Nederland 221117 deelgeschil; operaties en complicaties na fout galblaasoperatie; verzoek smartengeld (ten minste) € 50.000,00; € 30.000,00 toegewezen (€ 25.000,00 is al betaald)
- kosten gevorderd en toegewezen: € 3.824,22 (11,58 uren x € 255,00 + kantoorkosten + BTW + griffie)
4.14.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[verzoeker] maakt blijkens productie 9 (abusievelijk staat in zijn verzoek ‘productie 14’) aanspraak op een bedrag van € 3.824,22 inclusief kantoorkosten en BTW.
Anders dan het Diakonessenhuis is de rechtbank, zoals hiervoor is overwogen, van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 1019w Rv. Een dergelijk misbruik acht de rechtbank niet aanwezig.
Het Diakonessenhuis heeft verder geen (afzonderlijk) verweer gevoerd tegen het door [verzoeker] genoemde bedrag. Herberekend is dit bedrag gebaseerd op 11,58 uren tegen een uurtarief van € 255,--. De rechtbank ziet geen aanleiding deze kosten (ambtshalve) te matigen en zal de met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW dan ook begroten op € 3.824,22, te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 470,--. Het Diakonessenhuis zal tot betaling daarvan worden veroordeeld. ECLI:NL:RBMNE:2017:5816