Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 100316 kosten gevorderd en begroot obv 12 uur x € 235,- x 1,07 x 1,21 + griffierecht, totaal € 3.729,05

Rb Oost-Brabant 100316 medepassagier geeft ruk aan stuur; precieze toedracht ongeval is niet komen vast te staan; voor nadere bewijslevering is in deelgeschil geen ruimte;
- kosten gevorderd en begroot 
obv 12 uur x € 235,- x 1,07 x 1,21 + griffierecht, totaal € 3.729,05

Kosten deelgeschil

3.24.
[verzoeker] vraagt tot slot om een veroordeling van Reaal in de kosten die hij heeft moeten maken in verband met deze deelgeschilprocedure, en stelt dat deze kosten moeten worden begroot op een bedrag van € 2.534,22 (uitgaande van 9 te declareren uren à € 235,- per uur, vermeerderd met 7% kantoorkosten en 21% btw) te vermeerderen met een vergoeding voor het bijwonen van de mondelinge behandeling, inclusief reistijd, en het griffierecht ad € 78,-.

3.25.
De rechtbank overweegt dat ondanks de afwijzing van het verzoek van [verzoeker] in beginsel op de voet van artikel 1019aa Rv begroting dient plaats te vinden van de kosten die hij heeft moeten maken in verband met de behandeling van het deelgeschil. Dit is alleen anders indien sprake zou zijn van een volstrekt onnodig of onterecht ingesteld verzoek, maar die situatie doet zich hier niet voor.

3.26.
Bij de begroting van de kosten van het deelgeschil dient de rechtbank de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets te hanteren: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. Aan Reaal kan worden toegegeven dat het hier voornamelijk een bewijsbeoordeling betreft waarvoor geen bijzondere expertise benodigd is, maar gelet op de situatie waarin [verzoeker] zich bevindt, acht de rechtbank het redelijk dat deze zich ter behartiging van zijn belangen heeft gewend tot een advocaat die is gespecialiseerd op het terrein van het letselschaderecht, met bijbehorend tarief. De rechtbank begroot de kosten van [verzoeker] voor dit deelgeschil op een bedrag aan advocaatkosten van € 3.651,05 (€ 235,- x 1,07 x 1,21 x 12) en een bedrag aan griffierecht van € 78,-, derhalve in totaal € 3.729,05.

3.27.
De rechtbank zal Reaal niet veroordelen tot betaling van dit bedrag, omdat de aansprakelijkheid niet vast staat. ECLI:NL:RBOBR:2016:1159