Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 031213 gevorderd circa 40 uur x € 260,- + 6% + BTW; toegewezen 20 uur x € 250 + 6% + BTW, totaal € 6.687,-

Rb Rotterdam 031213 whiplash; toezending eenzijdige medisch adviezen naar deskundigen; mede nav uitlatingen ass geen belang meer;
- aanvullend voorschot BGK kan bijdrage leveraan aan totstandkoming VSO; toegewezen € 10.162,85;
- proceshandeling i.v.m. voorl. desk. bericht (vooralsnog) niet aan te merken als buitengerechtelijk, kosten medisch advisering terzake wel 
- gevorderd circa 40 uur x € 260,- + 6% + BTW; toegewezen 20 uur x € 250 + 6% + BTW, totaal € 6.687,-

Kosten deelgeschil

4.15.
Op grond van artikel 1019aa Rv dient in beginsel begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.16.
Tussen partijen staat vast dat ter gelegenheid van de zitting van 9 november 2011 tussen hen een minnelijke regeling is bereikt en dat het deelgeschil vervolgens louter om proceseconomische redenen is aangehouden. Nu van de zijde van [verzoeker] slechts nadien gemaakte kosten zijn opgegeven, dient het er derhalve voor te worden gehouden dat de tot en met 9 november 2011 gemaakte kosten tussen partijen zijn geregeld en geen begroting behoeven. Voorts brengt het vorenstaande mee dat de brief van 5 april 2013 als processtuk dient te worden gelijkgesteld aan een inleidend verzoekschrift. Daarvoor pleit ook dat daarmee nieuwe verzoeken aan de rechtbank zijn voorgelegd.

4.17.
Voor de door ASR verlangde kostenveroordeling ten voordele van haar ontbreekt enige rechtsgrond. Voorts volgt uit de voormelde toewijzing van buitengerechtelijke kosten dat het verweer van ASR dat het verzoek tegen beter weten in is ingesteld faalt. Uitgangspunt is derhalve dat het op zichzelf redelijk is dat aan de zijde van [verzoeker] kosten in verband met het onderhavige deelgeschil zijn gemaakt. Gelet hierop zal de rechtbank overgaan tot begroting van de kosten.

4.18.
Volgens opgave van de raadsman van [verzoeker] heeft hij vanaf het concipiëren van het inleidende verzoekschrift van 5 april 2013 tot aan de zitting circa 60 uren aan het deelgeschil besteed, waarvan 23,7 uur tussen 30 oktober 2013 en de zitting. Door ASR is aangevoerd dat deze tijdsbesteding buitenproportioneel is. In aanmerking nemende de expertise die bij de raadsman aanwezig mag worden verondersteld en zijn bekendheid met het dossier volgt de rechtbank ASR daarin. Rekening houdende met voormelde omstandigheden begroot de rechtbank de in redelijkheid bestede tijd vanaf het concipiëren van het “inleidende verzoekschrift” van 5 april 2013 tot aan de zitting op 16 uren. Met de aan de zitting bestede tijd van 4 uren, komt de in redelijkheid door de raadsman van [verzoeker] aan het deelgeschil bestede tijd daarmee op 20 uren.

4.19.
Op de onder 4.12 vermelde gronden zal een uurtarief van € 250,- worden gehanteerd. De gemaakte kosten komen daarmee op (20 x € 250 =) € 5.000,- vermeerderd met 6% kantoorkosten. De kosten van de deelgeschilprocedure worden derhalve aan de zijde van [verzoeker] begroot op € 6.413,- (inclusief BTW), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 274,-, derhalve in totaal € 6.687,-. Overeenkomstig het niet afzonderlijk bestreden verzoek van [verzoeker] zal ASR worden veroordeeld tot betaling van deze kosten. ECLI:NL:RBROT:2013:9456