Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 181016 kosten toegewezen obv 18 uur x € 245,00 + 6% + 21% + griffierecht en 7 uur x € 215,00 + 6% + 21% voor vorige belangenbehartiger, totaal € 7.874,64

Rb Rotterdam 181016 verhuizing naar serviceappartement na ongeval; schade vanwege verkoop woning tijdens crisis in 2013 ipv 2020 is ongevalsgevolg; uitgangspunten waardebepaling;
- verzekeraar kan op erkenning tzv causaal verband door schadebehandelaar 6 jaar later niet meer terugkomen; bezwaren tzv verhuiskosten dienen tijdig kenbaar te worden gemaakt; 
- verzekeraar niet verplicht tot mediation ondanks committering aan GBL;
- kosten toegewezen obv 18 uur x € 245,00 + 6% + 21% + griffierecht en 7 uur x € 215,00 + 6% + 21% voor vorige belangenbehartiger, totaal € 7.874,64

Begroting buitengerechtelijke kosten

4.19.
[verzoekster] heeft verzocht haar kosten te begroten in de zin van artikel 1019aa lid 1 Rv. De rechtbank dient daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Of het redelijke kosten zijn, hangt af van de vraag of het redelijk is dat die kosten zijn gemaakt en of de hoogte van deze kosten redelijk is.

4.20.
Mr. Blok heeft de kosten van [verzoekster] begroot op € 12.915,73. De bedrag bestaat deels uit kosten die door de vorige belangenbehartiger van [verzoekster] (niet zijnde advocaat) zijn gemaakt. Deze heeft het eerste concept van het onderhavige verzoekschrift gemaakt en bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, ingediend, maar dit verzoek is door de rechtbank niet in behandeling genomen, omdat niet was voldaan aan de eis van verplichte procesvertegenwoordiging. De hiermee gemoeide kosten bedroegen € 2.849,51, gebaseerd op 10 uur en 20 minuten tegen een tarief van € 215,00 exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw). De overige kosten betreffen de door mr. Blok gemaakte kosten, te weten € 2.711,10 (werkzaamheden tot het indienen van het verzoekschrift), € 2.968,63 (bestuderen van het verweerschrift en het opstellen van de akte overlegging producties) en € 4.386,49 (de kosten gemoeid met de mondelinge behandeling), in totaal € 10.066,22. In totaal betreft het ruim 26 uur tegen een tarief van € 285,00 exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw. Univé heeft bezwaar gemaakt tegen redelijkheid van zowel het uurtarief als het door mr. Blok aan het deelgeschil bestede aantal uren, alsmede tegen het begroten van de kosten die door de eerdere belangenbehartiger zijn gemaakt.

4.21.
Uit artikel 1019aa lid 1 Rv volgt dat ‘de kosten bij de behandeling van het verzoek’ moeten worden begroot. Daartoe behoren ook de kosten van het opstellen van het verzoekschrift, ook al is dit door een eerdere belangenbehartiger gebeurd. Hoewel het verzoekschrift eerder door de rechtbank Noord-Nederland niet in behandeling is genomen, heeft thans wel een behandeling plaatsgevonden, waardoor de kosten voor het opstellen van dit verzoekschrift niet nodeloos zijn gemaakt. Het feit [verzoekster] ermee heeft ingestemd dat kosten voor de vorige belangenbehartiger door Univé rechtstreeks aan die belangenbehartiger betaald konden worden, neemt niet weg dat dit redelijke kosten betreft.

4.22.
De rechtbank acht de totale tijdsbesteding in deze zaak – meer dan 37 uur – echter niet redelijk voor een verzoek van gemiddelde complexiteit en omvang en gelet op het feit dat van een gespecialiseerd letselschadeadvocaat verwacht mag worden dat deze minder tijd dan gemiddeld nodig heeft voor een dergelijke zaak. Naar het oordeel van de rechtbank is, mede gelet op de reistijd en duur van de mondelinge behandeling en rekening houdend met de wisseling van belangenbehartiger, een totale tijdsbesteding van 25 uur redelijk, waarvan 7 uur voor het opstellen van het verzoekschrift.

4.23.
Uitgaande van het uurtarief van de vorige belangen behartiger (€ 215,00, exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw, ofwel € 275,76 netto) bedraagt de begroting van de kosten voor het opstellen van het verzoekschrift (7 uur x € 275,76 =) € 1.930,32. Het uurtarief van mr. Blok zal worden gesteld op € 245,00 exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw, hetgeen overeenkomt met het tarief dat door deze rechtbank doorgaans voor gespecialiseerde letselschadeadvocaten wordt gehanteerd. Het netto uurtarief komt daarmee op € 314,24. De overige met het deelgeschil gemoeide kosten worden derhalve begroot op (18 uur x € 314,24 =) € 5.656,32. Verder zal het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 288,00 in deze begroting worden meegenomen. De totale met het deelgeschil gemoeide buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden begroot op (€ 1.930,32 + € 5.656,32 + € 288,00 =) € 7.874,64.

4.24.
Omdat Univé aansprakelijk is voor de schade, zal zij, nu hierom door [verzoekster] is verzocht, worden veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten. De door mr. Blok gemaakte kosten van (€ 5.656,32 + € 288,00 =) € 5.944,32 dienen te worden overgemaakt op zijn derdengeldenrekening. Het resterende bedrag van € 1.930,32 dient aan [verzoekster] zelf te worden uitgekeerd. Indien de buitengerechtelijke kosten niet binnen veertien dagen na uitspraak van deze beschikking zijn betaald, wordt Univé daarover de wettelijke rente verschuldigd.

4.25.
Deze beschikking zal ten aanzien van de betaling van de buitengerechtelijke kosten uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. ECLI:NL:RBROT:2016:8088