Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 211020 verzocht 14,5 x € 285 + 5% + 21 % btw =€ 5.250,00, begroot 11 uur x € 285 + 21% = € 3793,35

RBDHA 211020 eenzijdig auto-ongeval in NL, Poolse inzittende, kenteken in Letland; debat over gewone verblijfplaats; NL recht nvt
- verzocht 14,5 x € 285 + 5% + 21 % btw =€ 5.250,00, begroot 11 uur x € 285 + 21% = € 3793,35

4.15.

Ingevolge artikel 1019aa lid 1 Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.

4.16.
[verzoeker] begroot de kosten van het deelgeschil op in totaal € 5.544,34 (14,5 uur à€ 285 ex 5% kantoorkosten en 21 % btw en € 304 (abusievelijk 282) aan griffierecht). Gezien het verweer van NBM en Inter Europe en in aanmerking genomen de feitelijke en juridische complexiteit van deze zaak, acht de rechtbank het aantal bestede uren in samenhang bezien met het uurtarief en de ervaring van de advocaat bovenmatig. Een tijdsbesteding van 11 uur acht de rechtbank reëel. Kantoorkosten worden geacht in het uurtarief te zijn verdisconteerd, temeer gezien de huidige tijd van elektronische communicatie. De rechtbank komt uit op een bedrag van in totaal € 4.097,35 (11 uur à € 285 en 21% btw en € 304 aan griffierecht). ECLI:NL:RBDHA:2020:10679