Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 240620 afwijzing kosten vanwege volstrekt onnodig ingestelde procedure voor wat betreft alle ingediende verzoeken

RBDHA 240620 verzoek te verklaren voor recht dat wg-er dient mee te werken aan (nieuwe) psychiatrische expertise leent zich niet voor deelgeschilprocedure
- afwijzing kosten vanwege volstrekt onnodig ingestelde procedure voor wat betreft alle ingediende verzoeken.

Kosten deelgeschil

4.6.
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de rechtbank de kosten van deze procedure dient te begroten. Bovendien heeft in casu [werkgever] de aansprakelijkheid erkend. De gemachtigde van [werknemer] heeft verzocht de kosten van de onderhavige procedure te begroten op € 5.066,27 waarbij de kosten die verband houden met het lezen van het verweerschrift, en de zitting inclusief reistijd nog niet zijn meegerekend.

4.7.
Bij begroting van de kosten dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen (TK 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 12). In dat geval kan begroting van de kosten achterwege blijven.

4.8.
De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een volstrekt onnodig ingestelde procedure voor wat betreft alle ingediende verzoeken. Daarbij weegt de kantonrechter mee dat de gemachtigde veelvuldig in deelgeschil procedeert, LSA-lid is en een specialistisch uurtarief rekent en mitsdien bekend mag worden veronderstelt met de situaties waarvoor het deelgeschil bedoeld is. Naar het oordeel van de kantonrechter wist de gemachtigde van [werknemer] , althans behoorde hij te weten, dat hij onder de gegeven omstandigheden waar primair om een nieuw deskundigenbericht wordt verzocht, een verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht had moeten opstarten en had hij kunnen, althans behoren te weten dat onder de hiervoor geschetste omstandigheden het verzoek om toekenning van buitengerechtelijke kosten kansloos was. Het opstarten van een deelgeschil levert onder die omstandigheden oneigenlijk gebruik van de deelgeschilprocedure op.

4.9.
De afwijzing van de verzoeken lag naar het oordeel van de kantonrechter daarmee zo voor de hand dat [werknemer] zich van de indiening van het verzoek had dienen te onthouden. Een deelgeschil ligt niet in de rede, anders dan een voorlopig deskundigenbericht. De kosten van de behandeling van het verzoek komen, gelet op het voorgaande, dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. Begroting van deze kosten kan derhalve achterwege blijven. ECLI:NL:RBDHA:2020:6608