Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 160719 kosten verzocht: 46 uur x tarieven van € 175,00 - € 230, ex- en incl kantoorkosten; begroot, niet toegewezen: 20 uur x 215,00 + 21%

RBGEL 160719 Letsel na val in tuincentrum; toedracht is niet vast komen te staan, zodat aansprakelijkheid niet kan worden vastgesteld;
- producties die de dag voor de zitting, om 16.20 uur, aan rechtbank en aan pij zijn toegezonden blijven buiten beschouwing
- kosten verzocht: 46 uur x tarieven van € 175,00 - € 230, ex- en incl kantoorkosten; begroot, niet toegewezen: 20 uur x 215,00 + 21%

Kosten deelgeschil

4.10.
[verzoekster] verzoekt de rechtbank de kosten van dit deelgeschil te begroten en Intratuin c.s. te veroordelen tot betaling daarvan. In het verzoekschrift, aangevuld met twee urenstaten bij de spreekaantekeningen, heeft zij een begroting opgenomen die uitkomt op afgerond 46 uren maal een uurtarief oplopend van € 175,00 in 2016 naar € 230,00 in 2019, te vermeerderen met 5 % kantoorkosten (voor de periode tot aan 1 januari 2019) en verder te vermeerderen met 21% btw, in totaal uitkomend op een bedrag van € 12.230,49, exclusief € 291,00 aan griffierecht.

4.11.
Intratuin c.s. voert in de eerste plaats aan dat begroting achterwege moet blijven omdat het verzoek onnodig is ingesteld, aangezien [verzoekster] bekend was met de betwisting van Intratuin c.s. van de door haar gestelde toedracht van haar val. Intratuin c.s. voert tevens verweer tegen het aantal opgevoerde uren en stelt dat onduidelijk is hoe het uurtarief wordt gehanteerd. Tot slot stelt Intratuin c.s. dat [verzoekster] een rechtsbijstandverzekering heeft afgesloten, zodat de kosten door haar verzekeraar worden voldaan.

4.12.
Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Daarbij geldt een dubbele redelijkheidstoets: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te de zijn (MvT, Kamerstukken II, 2007-2008, 31 518, nr. 3, p. 18). Dit betekent dat de kosten niet voor begroting (en vergoeding) in aanmerking komen indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.

4.13.
De rechtbank overweegt dat afwijzing van de verzoeken van [verzoekster] niet in de weg staat aan een begroting van de kosten van dit deelgeschil en is van oordeel dat de onderhavige deelgeschilprocedure niet volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Met Intratuin c.s. is de rechtbank wel van mening dat de door de advocaat van [verzoekster] opgevoerde urenbesteding bovenmatig voorkomt. Een toelichting op de overlegde urenstaten over de periode 2016-2019 is niet gegeven en daaruit blijkt ook niet welke werkzaamheden verband houden met de behandeling van het onderhavige verzoekschrift. Verder lijkt uit de urenstaten te volgen dat ook werkzaamheden zijn opgenomen die betrekking hebben op correspondentie met Prinsenburg Real Estate B.V., de partij ten aanzien waarvan [verzoekster] het deelgeschil heeft ingetrokken.

Gelet op de aard, de omvang en de complexiteit van de zaak acht de rechtbank een totale tijdsbesteding van 20 uur (inclusief zitting) in dit geval redelijk. Als uurtarief zal het gemiddelde worden genomen van de over 2017-2019 gehanteerde uurtarieven (rekening houdend met een uurtarief in 2017 en 2018 exclusief 5% kantoorkosten en een uurtarief in 2019 inclusief kantoorkosten), te weten (afgerond) € 215,00 exclusief 21 % btw. De kostenbegroting komt daarmee uit op 20 x € 215,00 vermeerderd met 21 % btw en € 291,00 griffierecht = € 5.494,00. Voor een veroordeling van Intratuin c.s. in die kosten bestaat, gelet op het niet vast staan van de aansprakelijkheid, echter geen aanleiding. De stelling dat [verzoekster] verzekerd is voor deze kosten behoeft dan ook geen bespreking. ECLI:NL:RBGEL:2019:4491