Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 200220 verzocht: 19,5 h x € 250,00 + 21%, geen specificatie uren, begroot, niet toegewezen: 15 x € 250,00 + 21% = € 4537,50

RBGEL 200220 val over uitstekende stang van tent; onduidelijk wie tent aldus heeft achtergelaten; nadere bewijslevering gaat bestek dgp te buiten
- verzocht: 19,5 h x € 250,00 + 21%, geen specificatie uren, begroot, niet toegewezen: 15 x € 250,00 + 21% = € 4537,50

4.10.

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Van dit laatste is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.

4.11.
[verzoeker] heeft de kosten van het deelgeschil begroot op € 6.195,75 (19,5 uur x € 250,00 vermeerderd met 21% btw en € 297,00 griffierecht). [verzoeker] heeft in grote lijnen uiteengezet waaruit de werkzaamheden hebben bestaan, maar heeft tot en met de zitting nagelaten een specificatie van de verrichte werkzaamheden over te leggen. [verweerster] heeft geen bezwaar gemaakt tegen het uurtarief maar wel tegen het aantal opgevoerde uren.

Gelet op de moeilijkheidsgraad en de omvang van het deelgeschil en gelet op het feit dat een specificatie van de verrichte werkzaamheden ontbreekt, zal het aantal uren in redelijkheid worden bepaald op 15. Het uurtarief wordt door de rechtbank redelijk bevonden. Dat betekent dat de kosten van het deelgeschil zullen worden begroot op een bedrag van € 4.834,50 (15 x € 250,00 vermeerderd met btw en € 297,00 griffierecht).

Omdat de aansprakelijk van [verweerster] niet vast staat, zal [verweerster] niet worden veroordeeld tot betaling van de kosten van het deelgeschil.

4.12.
De voorwaarde waaronder het zelfstandig tegenverzoek is ingediend, is niet vervuld, zodat dit verzoek geen behandeling behoeft. ECLI:NL:RBGEL:2020:1123