RBMNE 230725 kosten gevorderd € 10.681,28, niet begroot; deelgeschil volstrekt onnodig of onterecht ingediend
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 230725 verzoek tot dooronderhandelen leent zich niet voor deelgeschil; niet onredelijk of onaanvaardbaar dat verzekeraar onderhandelingen heeft afgebroken;
- kosten gevorderd € 10.681,28, niet begroot; deelgeschil volstrekt onnodig of onterecht ingediend
De begroting van de kosten van het deelgeschil wordt afgewezen
3.13.
[verzoeker] verzoekt, zo blijkt uit de pleitnota die zijn advocaat heeft voorgedragen tijdens de zitting, de kosten voor dit deelgeschil te begroten op € 10.681,28. Dit verzoek wordt afgewezen.
3.14.
In een deelgeschil moet de rechter de kosten van de procedure begroten, ook als het verzoek wordt afgewezen (artikel 1019aa lid 1 Rv). Hoe de kosten moeten worden begroot is geregeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Daaruit volgt dat de deelgeschillenrechter bij het begroten van de kosten de ‘dubbele redelijkheidstoets’ moet gebruiken: zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dat betekent dat als een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dat is in deze zaak het geval.
3.15.
De voorgaande inhoudelijke beoordeling van de verzoeken lag naar het oordeel van de deelgeschillenrechter zo voor de hand, dat het indienen van het verzoek als volstrekt onterecht moet worden aangemerkt. Daarbij is met name van belang dat [verzoeker] wist dat zonder nadere stukken ter onderbouwing van de klachten en beperkingen en het causaal verband tussen het ongeval en de klachten en beperkingen, ASR niet bereid is verder te onderhandelen en een nader voorschot te verstrekken. Het had [verzoeker] duidelijk moeten zijn dat bij deze stand van zaken, dus zonder de nadere onderbouwing, zijn verzoeken zich niet zouden lenen voor een deelgeschil. Het enkele feit dat [verzoeker] in deze procedure voor de derde keer een andere gemachtigde heeft, die niet eerder in de onderhandelingen betrokken was en de onderhandelingen nu wel vlot zou kunnen trekken, maakt dit niet anders. Het instellen van een deelgeschilprocedure was op dit moment niet de aangewezen procedure. [verzoeker] had de rechtbank beter kunnen verzoeken een deskundige te benoemen, zodat er (mogelijk) duidelijkheid kan komen over de vraag of er sprake is van klachten beperkingen en of die het gevolg zijn van het ongeval. Ook de advocaat van [verzoeker] zelf benadrukt dat het starten van expertises de eerste vervolgstap zou moeten zijn. Maar [verzoeker] is in plaats daarvan een deelgeschilprocedure begonnen en dat was volstrekt onnodig en onterecht. De deelgeschillenrechter zal de kosten van de deelgeschilprocedure daarom niet begroten. ECLI:NL:RBMNE:2025:3852