Wetsvoorstel Collectieve Schadevergoedingsactie - door Jaike Silvius op 011216 op dirkzwagerasv.nl
- Meer over dit onderwerp:
Wetsvoorstel Collectieve Schadevergoedingsactie- door Jaike Silvius op 011216 op dirkzwagerasv.nl
Op 16 november 2016 heeft minister Van der Steur van Justitie een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer, dat gedupeerden de mogelijkheid geeft om in één procedure vergoeding van massaschade te vorderen.
Voordat ik inga op de belangrijkste wijzigingen die het wetsvoorstel beoogt, zal ik kort de mogelijkheden bespreken die onder het huidige Nederlandse recht bestaan om massaschade af te wikkelen.
Collectieve actie op grond van art. 3:305a BW
Art. 3:305a BW biedt stichtingen of verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid de mogelijkheid om rechtsvorderingen in te stellen die strekken tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen, voor zover de stichting of vereniging deze belangen ingevolge haar statuten ook behartigt. De vordering kan bestaan uit het verkrijgen van een rechterlijk gebod, verbod of verklaring voor recht. Een vordering tot schadevergoeding te voldoen in geld is in art. 3:305a lid 3 BW expliciet uitgesloten. Indien naar aanleiding van de rechterlijke uitspraak geen schikking wordt getroffen, kan iedere individuele gedupeerde zelf opnieuw naar de rechter om zijn schade vergoed te krijgen.
Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM)
De WCAM is opgenomen in art. 7:907-910 BW en art. 1013-1018 Rv. Deze wet biedt uitkomst wanneer gedupeerden gezamenlijk via een advocaat of belangenorganisatie tot een schikking zijn gekomen met de veroorzaker van de schade. Partijen kunnen vervolgens de rechter verzoeken om de schikkingsovereenkomst algemeen verbindend te laten verklaren. Dit heeft als voordeel dat niet van alle benadeelden de individuele schade behoeft te worden vastgesteld. Een belangrijk verschil met artikel 3:305a BW is gelegen in het feit dat de overeenkomst ook bindend is voor gedupeerden die niet betrokken waren bij het opstellen van de overeenkomst, tenzij zij gebruik maken van de ‘opt-out’ mogelijkheid. Als van laatstgenoemde mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, blijft het recht behouden om een individuele vordering tot schadevergoeding in te dienen.
Wetsvoorstel collectieve schadevergoedingsactie
Na invoering van de collectieve actie om aansprakelijkheid vast te stellen en de mogelijkheid tot het algemeen verbindend verklaren van een minnelijke regeling bleek behoefte te bestaan aan een volgende stap. In 2011 is al de motie Dijksma aangenomen waarin de regering wordt verzocht om te komen tot de toekenning van het recht voor representatieve belangenorganisaties om schade collectief te verhalen. Naar aanleiding van een in 2014 gepubliceerd voorontwerp zijn aanbevelingen opgesteld, die hebben geleid tot het onderhavige wetsvoorstel. De Memorie van Toelichting kunt u hier raadplegen. De belangrijkste punten daaruit zal ik in het navolgende bespreken.
De kern van het wetsvoorstel is de invoering van een collectieve actie tot het daadwerkelijk verkrijgen van schadevergoeding. Meerdere consumenten of bedrijven die schade lijden door een slecht product of gebrekkige dienstverlening kunnen dan in één procedure schadevergoeding vorderen. Op deze manier wordt voorkomen dat veel individuele vorderingen worden ingediend of dat verschillende belangenorganisaties afzonderlijk procederen over dezelfde schade.
Ter bescherming van zowel gedupeerden als aangesproken partijen gelden aangescherpte ontvankelijkheidsvereisten voor belangenorganisaties op het gebied van transparantie, governance en financiën. Indien zich meerdere belangenorganisaties melden, wijst de rechter de meest geschikte aan als Exclusieve Belangenbehartiger. De Exclusieve Belangenbehartiger verricht de proceshandelingen en coördineert het proces. De overgebleven belangenbehartigers blijven wel partij in de rechtszaak. Dit betekent onder meer dat de rechter kan bepalen dat zij proceshandelingen mogen verrichten.
De uitspraak van de rechter is bindend voor alle personen die tot de nauw omschreven groep van gedupeerden behoren, tenzij zij gebruik hebben gemaakt van de ‘opt-out mogelijkheid’. Zodra de uitspraak onherroepelijk is geworden, kunnen gedupeerden aanspraak maken op vergoeding. Als de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard – hetgeen, zo is mijn inschatting, een vast onderdeel van het debat tussen partijen zal gaan vormen – kunnen gedupeerden aanspraak maken op vergoeding vanaf het moment van de uitspraak.
De voorgestelde procedure kan worden ingezet voor de afwikkeling van alle soorten schade. Wel is vereist dat het aantal gedupeerden en het financieel belang voldoende groot zijn. Dit wordt van geval tot geval bepaald. Verder is vereist dat een voldoende nauwe band bestaat met de Nederlandse rechtssfeer. Daarvan is sprake wanneer (1) het merendeel van de gedupeerden zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, (2) degene tegen wie de rechtsvordering zich richt woonplaats in Nederland heeft, óf (3) de gebeurtenis waarop de rechtsvordering betrekking heeft, in Nederland heeft plaatsgevonden.
Beoogd wordt om de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd te maken om over de vorderingen te oordelen, zodat zij de zaken kan coördineren en expertise kan opbouwen. De collectieve acties worden geregistreerd in een daarvoor bestemd centraal register.
Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt artikel 3:305a BW gewijzigd en wordt aan het derde boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een nieuwe titel 14A toegevoegd. dirkzwagerasv.nl