Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Alkmaar 241208 blindheid aan een oog met ontsiering aan gezicht na schot met gaspistool, E 20000,

Rb Alkmaar 241208 blindheid aan een oog met ontsiering aan gezicht na schot met gaspistool, E 20000,00
4.7. Voorts twisten partijen over de hoogte van de immateriële schade van [eiser]. Voor de bepaling van het in dezen toe te kennen bedrag dient aansluiting gezocht te worden bij eerder door de Nederlandse rechter toegekende bedragen. In dit geval dienen daarbij tot uitgangspunt de uitspraken inzake oogletsel uit de categorie 'Smartengeld na mishandeling' uit het 'Smartengeldnummer' van Verkeersrecht en ANWB. Daarbij is van belang dat, zoals hiervoor is overwogen, het letsel van [eiser] niet het gevolg is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar het gevolg van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]'s onrechtmatig gedrag. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking de aard van de gedragingen van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], het feit dat [eiser] aan één oog blind is geworden, de jonge leeftijd waarop het letsel bij [eiser] is veroorzaakt, de duidelijk waarneembare ontsiering van zijn gezicht, de ziekenhuisopname die hij heeft moeten ondergaan en het feit dat hij is beperkt in zijn vrijetijdsbesteding. [eiser] durft niet meer laat uit te gaan uit angst voor incidenten en vechtpartijen. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat de moeder van [eiser] ter comparitie heeft verklaard dat hij sinds het ongeluk een 'totaal ander persoon' - te weten snel boos en driftig - is geworden. In het licht van deze omstandigheden komt de rechtbank een bedrag van [euro] 20.000,- aan immateriële schade redelijk voor. De rechtbank heeft in de draagkracht van [gedaagde sub 1] - die stelt [euro] 1.300,- netto per maand te verdienen -, mede gelet op de aard van de aansprakelijkheid, geen aanleiding gezien om tot matiging van dit bedrag over te gaan. LJN BH0783