Hof 's-Hertogenbosch 081013 IWMD met extra vragen psychiater met oog op schadebeperkingsplicht
- Meer over dit onderwerp:
Hof 's-Hertogenbosch 081013 knieklachten en psychische klachten mishandeling; slachtoffer moet alle rapportages UWV en patientenkaart tot 5 jaar voor ongeval inbrengen;
- expertise orthopedisch chirurg en psychiater gelast; IWMD met extra vragen psychiater met oog op schadebeperkingsplicht
uitspraak voorafgaand aan: hof-s-hertogenbosch-150414-mishandeling-deskundigenbenoeming-orthopedisch-chirurg-en-psychiater-iwmd-vraagstelling-met-extra-vragen-psychiater en
hof-s-hertogenbosch-230615-volledige-aansprakelijkheid-mishandeling-vastgesteld-na-deskundigenrapporten-beoordeling-diverse-schadeposten-geen-matiging
7.8.
Het hof stelt vast dat op basis van de thans overgelegde stukken nog niet kan worden aangenomen dat [appellant] als gevolg van de mishandeling van 27 oktober 2005 volledig en blijvend arbeidsongeschikt is geraakt. Het hof zal daarom deskundigen benoemen om het hof voor te lichten. Het hof zal een orthopeed of orthopedisch chirurg en, gezien de kennelijk ernstige psychische problematiek, een psychiater tot deskundigen benoemen. Het hof sluit niet uit dat daarna nog benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige nodig zal zijn. Omdat [geïntimeerde] heeft gesteld en onderbouwd dat [appellant] ook vóór de mishandeling al last had van lichamelijke en psychische problemen zal het hof de vragen voorleggen die door de Interdisciplinaire Werkgroep Medisch Deskundigen (IWMD) van de VU zijn opgesteld. Daarbij zal het hof aan de psychiater extra vragen stellen, die betrekking hebben op het verweer van [geïntimeerde] dat [appellant] onvoldoende heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht, door geen passende therapie zoals EMDR te volgen. De vraag of [appellant] ook anderszins onvoldoende aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan door geen passende arbeid te aanvaarden, zal bij de vraagstelling aan de arbeidsdeskundige ter sprake kunnen komen.
7.9.
Zowel aan de orthopeed of orthopedisch chirurg als aan de psychiater zullen de volgende vragen worden voorgelegd:
1 DE SITUATIE MET MISHANDELING
Anamnese
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?
Aanbeveling 2.2.4. RMSR:
De beschrijving van de anamnese is deugdelijk en compleet, en beperkt zich tot de relevante gegevens. De beschrijving van de anamnese bevat uitsluitend het verhaal van de onderzochte in diens bewoordingen. Er worden daarbij geen termen gebezigd of feiten vermeld die uitsluitend kunnen zijn ontleend aan aangeleverde of verkregen medische gegevens of een interpretatie daarvan. Als hieraan wordt voldaan, dan verwoordt de anamnese per definitie het subjectieve verhaal van de onderzochte. Termen als “betrokkene zou (…)” worden vermeden. Ook voegt de expert bij de beschrijving van de anamnese geen voorlopige conclusies of eigen interpretaties toe. Auto-anamnese en hetero-anamnese worden gescheiden en als zodanig genoemd weergegeven.
Medische gegevens
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel door de mishandeling van de onderzochte en het resultaat daarvan.
Aanbeveling 2.2.6 RMSR:
Uit het rapport blijkt van welke van de meegestuurde gegevens kennis werd genomen en op welke wijze de daaraan ontleende feiten zijn meegewogen in het eindoordeel. Bij voorkeur wordt in het rapport een samenvatting opgenomen van de aan de meegestuurde gegevens ontleende feiten.
Medisch onderzoek
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?
Aanbeveling 2.2.5 RMSR:
Er wordt een adequaat lichamelijk en/of psychiatrisch onderzoek verricht, maar slechts voorzover dat relevant is voor de beantwoording van de vraagstelling. Niet relevant onderzoek blijft uitdrukkelijk achterwege. Indien mogelijk worden de resultaten in kwantitatieve vorm weergegeven. Bij de beschrijving van de onderzoeksresultaten kan medisch jargon uiteraard niet worden vermeden.
Aanbeveling 2.2.7 RMSR:
Indien de expert aanvullend hulponderzoek (radiologisch, neuropsychologisch of anderszins) laat verrichten en de uitkomsten daarvan in zijn conclusies betrekt, dan dienen de verslagleggingen van deze onderzoeken bij het expertiserapport gevoegd te worden.
Consistentie
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
Aanbeveling 2.2.8 RMSR:
Als de anamnese niet overeenkomt met de feiten zoals die uit de stukken naar voren komen, dan dient uit het rapport te blijken dat de onderzochte, voor zover dat medisch verantwoord is, met deze discrepantie werd geconfronteerd. Vermeld wordt, wat zijn reactie daarop was en wat daaruit kan worden geconcludeerd.
Diagnose
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?
Aanbeveling 2.2.15 RMSR:
Waar nodig wordt een differentiaaldiagnostische overweging gegeven.
Beperkingen
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit de mishandeling? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Aanbeveling 2.2.17 RMSR :
Uit het rapport blijkt dat de expert de beperkingen van de onderzochte baseert op zijn eigen professionele oordeel en dat hij niet klakkeloos de door de onderzochte genoemde beperkingen heeft overgenomen.
Aanbeveling 2.2.18 RMSR:
De eventuele beperkingen van de onderzochte worden zo nauwkeurig mogelijk beschreven en slechts in semi-kwantitatieve vorm weergegeven. De expert zal zelf geen gekwantificeerde belastbaarheidsprofielen opstellen (bijvoorbeeld volgens de FIS- of FML-methodiek).
Medische eindsituatie
h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van de mishandeling mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?
Aanbeveling 2.2.14 RMSR:
Als de expert om een inschatting wordt gevraagd en hij zich competent acht deze inschatting te maken, dan zorgt hij ervoor dat duidelijk wordt op welke wijze deze inschatting tot stand is gekomen. Hij geeft aan wat daarbij heeft meegewogen en wat van doorslaggevende betekenis is geweest.
2 DE SITUATIE ZONDER MISHANDELING
Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.
Aanbeveling 2.2.14 RMSR:
Als de expert om een inschatting wordt gevraagd en hij zich competent acht deze inschatting te maken, dan zorgt hij ervoor dat duidelijk wordt op welke wijze deze inschatting tot stand is gekomen. Hij geeft aan wat daarbij heeft meegewogen en wat van doorslaggevende betekenis is geweest.
Aanbeveling 2.2.16 RMSR:
Een eventuele causaliteitsvraag wordt uitsluitend beantwoord vanuit de medische causaliteitsgedachte, dat wil zeggen op grond van datgene wat bekend en herkenbaar is met betrekking tot het ontstaan en het beloop van de onderhavige klachten en verschijnselen. Deze vraagstelling geschiedt in overeenstemming met de gangbare inzichten dan wel richtlijnen van de desbetreffende wetenschappelijke vereniging. De expert zal nimmer klachten aan een ongeval “toerekenen” of de causaliteit ervan louter baseren op het feit dat ze pas na het ongeval debuteerden.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor mishandeling
a. Bestonden voor de mishandeling bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft? Het hof vestigt hier met name de aandacht op het verkeersongeval dat de onderzochte op 29 maart 2003 is overkomen en op de reeds voor de mishandeling bij hem bestaande psychische problematiek (zie Antwoordmemorie na comparitie randnummers 42 en 61).
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen vóór de mishandeling uit deze klachten en afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
Aanbeveling 2.2.17 RMSR :
Uit het rapport blijkt dat de expert de beperkingen van de onderzochte baseert op zijn eigen professionele oordeel en dat hij niet klakkeloos de door de onderzochte genoemde beperkingen heeft overgenomen.
Aanbeveling 2.2.18 RMSR:
De eventuele beperkingen van de onderzochte worden zo nauwkeurig mogelijk beschreven en slechts in semi-kwantitatieve vorm weergegeven. De expert zal zelf geen gekwantificeerde belastbaarheidsprofielen opstellen (bijvoorbeeld volgens de FIS- of FML-methodiek).
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
c. Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als de mishandeling de onderzochte niet was overkomen?
d. Zo ja (dus zonder mishandeling ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet aan de mishandeling gerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?
Aanbeveling 2.2.17 RMSR :
Uit het rapport blijkt dat de expert de beperkingen van de onderzochte baseert op zijn eigen professionele oordeel en dat hij niet klakkeloos de door de onderzochte genoemde beperkingen heeft overgenomen.
Aanbeveling 2.2.18 RMSR:
De eventuele beperkingen van de onderzochte worden zo nauwkeurig mogelijk beschreven en slechts in semi-kwantitatieve vorm weergegeven. De expert zal zelf geen gekwantificeerde belastbaarheidsprofielen opstellen (bijvoorbeeld volgens de FIS- of FML-methodiek).
3 OVERIG
Aanbeveling 2.2.11 RMSR:
Indien de expert bevindingen doet waar niet naar wordt gevraagd maar die hij terzake relevant vindt, dan vermeldt hij deze in het rapport.
a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
EXTRA VRAGEN AAN DE PSYCHIATER
7.10.
Aan de psychiater worden ook nog de volgende vragen voorgelegd:
A. Welke behandelingen of therapieën op uw vakgebied zijn medisch geïndiceerd voor het letsel van betrokkene?
B. Welke behandelingen of therapieën zijn ingesteld en met welk resultaat?
C. In hoeverre zou behandeling bij betrokkene hebben kunnen leiden tot een vermindering van het functieverlies en van de beperkingen; in hoeverre acht u het reëel dat ingeval betrokkene zich na het ontstaan van de psychische klachten zou hebben laten behandelen, hij dan na afronding van de behandeling geen belemmering op psychisch gebied zou hebben gehad voor de uitoefening van zijn werkzaamheden?
7.11.
Het hof stelt partijen in de gelegenheid zich uit te laten over de vraag of een orthopeed of een orthopedisch chirurg tot deskundige moet worden benoemd. Partijen kunnen zich ook uitlaten over de te stellen vragen en het hof verzoekt hen, bij voorkeur eensluidend, een voorstel te doen over de persoon van de te benoemen deskundigen.
7.12.
Het hof zal het voorschot voor de deskundigen ten laste van [appellant] brengen, nu hij de eisende partij is en hij zijn schade voorshands onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.
7.13.
Nadat de deskundigen hebben gerapporteerd moet worden bezien of ook nog rapporten van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige nodig zijn. Als dat niet het geval is zullen, indien de rapporten daartoe aanleiding geven, de door [appellant] opgevoerde schadeposten worden behandeld. Daarbij zullen uiteraard de door [geïntimeerde] gevoerde verweren, zoals het beroep op eigen schuld van [appellant] en het beroep op matiging, worden beoordeeld. ECLI:NL:GHSHE:2013:4543