Rb Arnhem 171208 Rb constateert dat partijen het eens zijn over Padt, maar benoemt vd Doel, iwmd-vra
- Meer over dit onderwerp:
Rb Arnhem 171208 Rb constateert dat partijen het eens zijn over Padt, maar benoemt vd Doel, iwmd-vragen
2.1. De rechtbank handhaaft hetgeen is overwogen en beslist
in het tussenvonnis van 24 september 2008. In dat vonnis heeft de
rechtbank overwogen dat zij het voorshands nodig achtte een
deskundigenbericht in te winnen. Zij heeft de partijen in de
gelegenheid gesteld zich daarover bij akte uit te laten. [eiser] en
[gedaagde sub 1] hebben dat gedaan. [gedaagde sub 2] heeft zich op het
standpunt gesteld dat hij verder buiten de discussie ten aanzien van de
te benoemen deskundige dient te blijven omdat de rechtbank in het
genoemde tussenvonnis onder 2.15 heeft overwogen dat de vordering die
[eiser] tegen hem heeft ingesteld, moet worden afgewezen.
2.2. [eiser] en [gedaagde sub 1] hebben er in beginsel mee ingestemd
dat een neuroloog als deskundige wordt benoemd aan wie de
IWMD-vraagstelling wordt voorgelegd. Beiden hebben daarbij aanpassingen
dan wel aanvullingen bepleit.
2.3. Volgens [eiser] is nog altijd in geschil of er medisch bewijs is
dat het geweld dat op hem is uitgeoefend van zodanige aard en fysieke
kracht is geweest dat de verklaringen van de getuigen van [gedaagde sub
1] en [gedaagde sub 2] gepasseerd althans gerelativeerd moeten worden.
[eiser] leest overweging 2.18 van het tussenvonnis van 24 september
2008 zo dat deze vraag ook voor de rechtbank nog openstaat ter
beantwoording. Hij stelt daarom voor om allereerst aan een traumatoloog
te vragen of het beschreven en gefotografeerde letsel van [eiser] past
bij de door de rechtbank vastgestelde feiten en of daarin aanwijzingen
zijn gelegen voor de juistheid van de lezing van een van partijen.
[gedaagde sub 1] heeft zich hiertegen verzet. De rechtbank ziet thans
geen aanleiding af te wijken van hetgeen zij bewezen heeft geacht in
het tussenvonnis van 24 september 2008 en zal dus overgaan tot de
benoeming van een neuroloog, zoals in dat vonnis aangekondigd. Deze
neuroloog zal bij de beantwoording van de vragen die hem zullen worden
voorgelegd moeten uitgaan van hetgeen in dat tussenvonnis bewezen is
geacht.
2.4. [gedaagde sub 1] heeft betoogd dat de door hem in het geding
gebrachte verklaringen van buren die hebben gezien dat [eiser] na het
incident auto’s repareerde, de caravan versjouwde en behoorlijke
verbouwingen aan zijn huis uitvoerde een rol spelen bij het
beantwoorden van de causaliteitsvraag. Met het oog daarop zal de
deskundige worden gevraagd deze stellingen van [gedaagde sub 1] te
betrekken bij het beantwoorden van vraag 1h over de beperkingen van
[eiser].
2.5. [eiser] heeft aangevoerd dat de vierde vraag van de
IWMD-vraagstelling niet hoeft te worden gesteld, omdat niet het verweer
is gevoerd dat [eiser] zich aan medische behandeling heeft onttrokken.
[gedaagde sub 1] heeft daarop niet gereageerd. Daarom zal de rechtbank
ermee volstaan de eerste drie IWMD-vragen aan de deskundige voor te
leggen.
2.6. [eiser] en [gedaagde sub 1] kunnen zich beiden vinden in het
benoemen van een neuroloog. [eiser] heeft in zijn akte van 8 oktober
2008 voorgesteld de neuroloog dr. N. Padt te Groesbeek als deskundige
te benoemen. [gedaagde sub 1] heeft daartegen in zijn akte van 22
oktober 2008 geen bezwaar gemaakt. De rechtbank geeft er niettemin de
voorkeur aan de neuroloog dr. E. van den Doel als deskundige te
benoemen. Dr. Van den Doel heeft de rechtbank desgevraagd meegedeeld
dat hij vrij staat om als deskundige op te treden en dat hij daartoe
bereid is. Dr. Van den Doel zal daarom als deskundige worden benoemd.
2.7. Aan de hand van de opgave van de deskundige wordt het voorschot
op zijn loon en kosten, inclusief de daarover verschuldigde
omzetbelasting, bepaald op € 2.500,-. Dit bedrag dient, gezien artikel
195 Rv., ter griffie te worden gedeponeerd door [eiser].
2.8. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden LJN BG9342