GHSHE 230321 & GHSHE 150621 Nieuwe deskundige; eerder benoemde desk. werkzaam bij als partijdeskundige ingeschakeld bedrijf
- Meer over dit onderwerp:
GHSHE 230321 & GHSHE 150621 Nieuwe deskundige; eerder benoemde desk. werkzaam bij als partijdeskundige ingeschakeld bedrijf
1
Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 februari 2021 hier over. Het verdere verloop blijkt uit:
- het H16-formulier van [geïntimeerde] waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de benoeming van de heer G.A. van der Weijden als deskundige,
- het H-16 formulier van [appellante] .
2
De verdere beoordeling
2.1.
Bij tussenarrest van 16 februari 2021 is de heer G.A. van der Weijden van Paro Praktijk [locatie ] benoemd als deskundige. [geïntimeerde] heeft bezwaar gemaakt tegen deze benoeming omdat de heer Van der Weijden hoogleraar is bij het Academisch Centrum Tandheelkunde [locatie ] (ACTA) en deze instantie eerder door [appellante] is ingeschakeld als partijdeskundige. [appellante] maakt bezwaar tegen het verzoek van [geïntimeerde] omdat volgens haar de eerdere rol van ACTA niet in de weg staat aan de benoeming van de deskundige.
2.2.
Het verzoek van [geïntimeerde] om een andere deskundige te benoemen zal worden ingewilligd nu elke schijn van partijdigheid moet worden vermeden.
2.3.
Het hof is voornemens om [persoon D] , als tandarts verbonden aan Tandartspraktijk [[Y]] ( [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] ) te benoemen als deskundige. De te benoemen deskundige heeft verklaard in staat en bereid te zijn het onderzoek te verrichten en heeft te kennen gegeven geen binding met partijen te hebben en andere betrokken deskundigen en nog niet op de hoogte te zijn van het tussen partijen gerezen geschil. De deskundige heeft aangegeven dat het onderzoek naar verwachting € 1.498,00 gaat kosten. Een specificatie van de verwachte kosten is aan dit arrest gehecht. Het hof zal, gelet op het bepaalde in artikel 195 Rv, bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [appellante] moet worden voldaan.
2.4.
Alvorens over te gaan tot benoeming van de deskundige, worden partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van het hof om de hiervoor genoemde tandarts tot deskundige te benoemen alsmede op de kosten van de deskundige. Het hof verwijst de zaak hiertoe naar de roldatum 6 april 2021 voor het nemen van een akte door beide partijen.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. ECLI:NL:GHSHE:2021:900
GHSHE 150621 Nieuwe deskundige benoemd
2
De verdere beoordeling
2.1.
Bij tussenarrest van 23 maart 2021 zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voornemen van het hof om de heer Eric-Jan Reijnen, als tandarts verbonden aan Tandartspraktijk [[Y]] , te benoemen als deskundige alsmede over de kosten van de deskundige. Partijen hebben bij akte laten weten geen bezwaar te hebben tegen voormelde deskundige en de begroting van de kosten. Het hof zal daarom overgaan tot benoeming van de heer Eric-Jan Reijnen, als tandarts verbonden aan Tandartspraktijk Reijnen ( [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] ). De deskundige heeft het voorschot ter zake van zijn kosten begroot op een bedrag van € 1.498,00. Het hof zal, gelet op het bepaalde in artikel 195 Rv, bepalen dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [appellante] als eisende partij moet worden voldaan.
2.2.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. ECLI:NL:GHSHE:2021:1812
GHSHE 190722 Nieuwe deskundige benoemd omdat eerdere deskundige geen aanvang met onderzoek heeft genomen
2
De verdere beoordeling
2.1.
Bij tussenarrest van 15 juni 2021 is de heer Eric-Jan Reijnen van Tandartspraktijk [[Y]] benoemd als deskundige. Bij bovengenoemde brieven hebben partijen verzocht om een andere deskundige te benoemen omdat de heer Reijnen nog geen aanvang heeft genomen met zijn onderzoek en niet heeft gereageerd op berichten van partijen. Nu geruime tijd is verlopen en de heer Reijnen nog steeds geen aanvang heeft genomen met zijn onderzoek, ook niet na herinneringen en een dringende instructie van het hof, zal het hof een nieuwe deskundige benoemen. Partijen hebben gezamenlijk de heer P.M.G. van den Udenhout als nieuwe deskundige voorgesteld. Het hof ziet geen bezwaar tegen deze benoeming zodat het hof zal overgaan tot benoeming van de heer P.M.G. van den Udenhout ([adres], [postcode] ’[plaats], [telefoonnummer], [e-mailadres]). De deskundige heeft het voorschot ter zake van zijn kosten begroot op een bedrag van € 1.000,00. [appellante] heeft reeds een bedrag van € 1.498,00 als voorschot op de kosten van de deskundige voldaan. Dit betekent dat een bedrag van € 498,00 aan haar zal worden gecrediteerd.
2.2.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. ECLI:NL:GHSHE:2022:2430