Hof 's-Hertogenbosch 220714 mishandeling buschauffeur; BGK over periode tot opstellen dagvaarding toegewezen
- Meer over dit onderwerp:
Hof 's-Hertogenbosch 220714 mishandeling buschauffeur; beoordeling schadeposten; € 1.500,00 smartengeld vanwege hoofdpijn, nekpijn en psychische klachten;
- BGK over periode tot opstellen dagvaarding toegewezen;
7.7.
Grief III is gericht tegen de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten conform artikel 6:96 lid 2 onder b en c BW. Deze grief slaagt. Het gaat om vergoeding van de werkzaamheden van de raadsman van [appellant]. [appellant] heeft daarvan een gespecificeerd overzicht overgelegd (productie 8, inleidende dagvaarding). De werkzaamheden beslaan de periode 14 april 2009 tot en met 23 mei 2011 en beginnen op 14 april 2009, dus enkele weken na de mishandeling, met een telefoongesprek met [appellant]. Uit het overzicht blijkt dat de raadsman ook meermalen contact heeft gehad met het openbaar ministerie en met de rechtbank, onder meer, naar het hof veronderstelt, voor het vonnis in de strafzaak tegen [geïntimeerde]. Volgens het overzicht heeft de raadsman in totaal 718 minuten aan de zaak besteed. Het hof stelt vast dat daarop in totaal 113 minuten in mindering moeten worden gebracht, omdat [appellant] geen vergoeding van de werkzaamheden van zijn raadsman vanaf 28 maart 2011 (opstellen dagvaarding) kan vorderen aangezien vanaf dan de (forfaitaire) regels betreffende proceskosten van toepassing zijn. De vordering bedraagt in totaal: € 1.874,25, bestaande uit 10 uur à € 150,- per uur, vermeerderd met dossierkosten en BTW). [geïntimeerde] heeft niet betwist dat de raadsman van [appellant] de in het overzicht gespecificeerde werkzaamheden heeft verricht in verband met schadevergoeding voor de mishandeling van [appellant] door [geïntimeerde]. Het hof is van oordeel dat in de gegeven omstandigheden de kosten redelijk zijn en de verrichte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk om schadevergoeding te krijgen. Daarbij is in aanmerking genomen dat gelet op de aard en inhoud van de zaak het door de raadsman van [appellant] gehanteerde uurtarief van € 150,- per uur redelijk is. [geïntimeerde] heeft de gevorderde dossierkosten en BTW niet weersproken. De onderhavige vordering komt dan ook geheel voor toewijzing in aanmerking.