Rb Alkmaar 090311 gevorderd € 24.233,00; onvoldoende gesteld dat het hier kosten betreft anders dan ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak
- Meer over dit onderwerp:
Rb Alkmaar 090311 gevorderd € 24.233,00; onvoldoende gesteld dat het hier kosten betreft anders dan ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak
[EISER] stelt [EURO] 30.533,- aan buitengerechtelijke incassokosten te hebben gemaakt. Deze post wordt door [GEDAAGDE] betwist. Deze schadepost valt volgens [EISER] uiteen in de kosten voor de rechtsbijstand van mr. B. Scheffer ad [EURO] 6.300,- en die van mr. A.P. Hovinga ad [EURO] 24.233,- .
Van de werkzaamheden van mr. Scheffer zijn verder geen declaraties overgelegd. De rechtbank heeft ook geen specificaties van werkzaamheden, voorzien van een urenstaat aangetroffen. Evenmin heeft [EISER] de hoogte van deze post nader toegelicht. Om deze redenen komen deze bedragen niet voor toewijzing in aanmerking. Ook wat betreft de werkzaamheden van mr. Hovinga is onvoldoende gesteld dat kosten zijn gemaakt dan wel (voldoende) werkzaamheden zijn verricht anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een vergoeding plegen in te sluiten. Deze vordering is dus niet toewijsbaar. LJN BP9365