Overslaan en naar de inhoud gaan

Min SZW 260219 regels tzv compensatie van de transitievergoeding bij einde arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid

Min SZW 260219 regels tzv compensatie van de transitievergoeding bij einde arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid

De aanvraag voor compensatie kan zien op vergoedingen die door de werkgever worden verstrekt op of na 1 april 2020 (hierna: structurele situatie), maar ook op vergoedingen die daarvoor (tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020) zijn verstrekt (hierna: oude gevallen).

Voor de structurele situatie is bepaald dat de compensatie ten hoogste zes maanden na betaling van de volledige (transitie)vergoeding aangevraagd kan worden. Als een werkgever conform artikel 7:673c, tweede lid, BW, de transitievergoeding in termijnen heeft betaald dan kan hij een aanvraag voor compensatie indienen na de laatste betaling.

Er is voor gekozen om voor oude gevallen te regelen dat een aanvraag uiterlijk binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding moet worden ingediend. Daarmee wordt voorkomen dat er verschil ontstaat tussen werkgevers die vlak voor en werkgevers die vlak na het tijdstip van inwerkingtreding een (transitie)vergoeding betalen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst om voornoemde reden.

Als moment van betaling (het moment waarop de vergoeding door de werkgever aan de werknemer is verstrekt, aldus artikel 2 van de regeling) is het moment bepalend dat de vergoeding is afgeschreven van de rekening van de werkgever. Staatscourant 2019, 10547