Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 241224 ongeval onder oorlogsnabootsende omstandigheden dient aangemerkt te worden als dienstongeval

RBDHA 241224 ongeval onder oorlogsnabootsende omstandigheden dient aangemerkt te worden als dienstongeval

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?

2. Eisers zijn als beroepsmilitairen in dienst bij de Koninklijke Landmacht en maken deel uit van het Twaalfde Infanteriebataljon. In februari 2023 namen eisers deel aan de module Mobility, een oefenprogramma waarmee de operationele vaardigheden in het bereden optreden worden getraind. De module werd afgesloten met het onderdeel FINEX,1 waaraan eisers in de avond van 23 februari 2023 deelnamen. Zij reden voorop in een militaire colonne, in een voertuig van het type Mercedes-Benz softtop 10 kN met affuit. Om 19:47 uur gleed het voertuig in een afgrond. Eisers hebben door dit ongeval medische klachten opgelopen.

2.1.

Verweerder heeft het ongeval aangemerkt als bedrijfsongeval. Volgens verweerder vond de oefening niet plaats onder buitengewone omstandigheden, die zonder uitzondering een verhoogd risico meebrengen en was het geen oefening waarbij de geëigende veiligheidsmaatregelen niet konden worden nageleefd. Het zou daarom geen dienstongeval zijn. Bovendien heeft het ongeval niet plaatsgevonden tijdens de reguliere uitoefening van de militaire dienst, waardoor het ook niet zou kunnen worden gekwalificeerd als beroepsincident.

Wat vinden eisers in beroep?

3. Het ongeval is een dienstongeval. Het heeft plaatsgevonden onder verzwarende, oorlogsnabootsende omstandigheden, zonder de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen en met een verhoogd risico op letsel.

Als het geen dienstongeval is, moet het ongeval worden beschouwd als beroepsincident. De oefening behoort tot de reguliere uitoefening van militaire dienst en kent een verhoogd risico op letsel, waaraan eisers zich niet konden onttrekken.

Wat is het oordeel van de rechtbank?

4. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep is het oefenen van de uitvoering van de oorlogstaak een normaal onderdeel van het uitoefenen van de militaire dienst door een beroepsmilitair. Dit gebeurt in beginsel onder normale omstandigheden, waarbij alle gebruikelijke maatregelen ter voorkoming van ongevallen worden getroffen.2 Het is ook mogelijk dat de uitvoering van een oorlogstaak wordt geoefend onder buitengewone omstandigheden. De oefening wordt dan gedaan onder nabootsing van bijzondere omstandigheden, zoals die zich bij daadwerkelijk operationeel optreden in een oorlogssituatie kunnen voordoen en waarbij deze bijzondere omstandigheden een verhoogd risico op verwonding of letsel meebrengen. In het algemeen zal dit verhoogde risico aanwezig zijn wanneer, juist om de oorlogssituatie realistisch na te bootsen, niet alle normaal gebruikelijke veiligheidsmaatregelen (kunnen) worden gehandhaafd.3 Als een dergelijk risico zich verwezenlijkt en daardoor een ongeval optreedt, wordt dat ongeval als dienstongeval aangemerkt.

4.1.

Naar het oordeel van de rechtbank moet het ongeval van eisers worden aangemerkt als dienstongeval en heeft verweerder het ten onrechte als bedrijfsongeval gekwalificeerd. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.

4.2

Het ongeval met het voertuig vond plaats tijdens de afsluitende FINEX-oefening. Het doel van deze oefening was het getrouw nabootsen van een oorlogssituatie nabij een fabriek in een oorlogsgebied, om de bereden vaardigheden in de praktijk te brengen die in de voorgaande twee weken waren aangeleerd. Hiertoe verplaatste een colonne van militaire voertuigen zich in de avond van 23 februari 2023, op een tijdstip zonder daglicht, over het privéterrein van een kalkzandsteenfabriek. Dit terrein was onverhard.

Deze lokale, oorlogsnabootsende omstandigheden, verhoogden het risico op een ongeval.

Doordat de voertuigen zonder verlichting moesten rijden, werd het zicht beperkt en het risico op een ongeval verder vergroot, ook al waren nachtkijkers ter beschikking gesteld. Deze nachtkijkers gaven enig zicht, maar het perifere zicht ontbrak. Ook werd bewust van verdere veiligheidsmaatregelen afgezien. Zo was er geen instructeur in het voertuig aanwezig. Anders dan gebruikelijk bij een verplaatsing, werd bovendien geen gebruik gemaakt van ramen en spiegels. Dit beschermt de veiligheid van de inzittenden in een oorlogsgebied tegen het gevaar van rondvliegend glas bij kogelinslagen, maar leidde tijdens de oefening tot verdere inperking van het zicht en daarmee tot een verdere vergroting van het risico op een ongeval. Onder deze bijzondere omstandigheden heeft de bestuurder van het voertuig niet gezien dat hij vlak langs een meters diepe afgrond reed. Het voertuig van eisers is daar vervolgens tot een diepte van 4 meter naar beneden gevallen, met medisch letsel tot gevolg. Dit ongeval moet daarom worden gekwalificeerd als een dienstongeval.

4.3

De rechtbank komt dus niet toe aan de beantwoording van de vraag of het ongeval een beroepsincident is.

Conclusie en gevolgen

5. De beroepen zijn gegrond. De bestreden besluiten worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 2, vijfde en zesde lid van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen.

5.1.

De rechtbank neemt met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb nu zelf een beslissing en bepaalt dat de primaire besluiten worden herroepen. Het ongeval van eisers wordt aangemerkt als dienstongeval en deze uitspraak treedt in de plaats van de bestreden besluiten. Rechtbank Den Haag 24 december 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:22370

1FINEX staat voor Final Exercise.

2Volgens de systematiek van artikel 2 van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen.

3Zie de uitspraak van 29 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:219.

4Artikel 3 en bijlage onder C2 “Samenhangende zaken” van het Besluit proceskosten bestuursrecht.