Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 210508 beroepsfout rb-verz. door eiser niet in overweging te geven zich te beroepen k.o.o

Rb Utrecht 210508 beroepsfout rb-verzekeraar door eiser niet in overweging te geven zich te beroepen op k.o.o.
2.7.  Van Genderen heeft op 4 september 2003 zijn bindend advies uitgebracht. Daarin is onder meer opgenomen: (...)

Het feit dat aan de heer [eiser] niet in overweging is gegeven een beroep te doen op de kennelijke onredelijkheid van de opzegging, kan ik niet anders dan als een beroepsfout kwalificeren. Ik adviseer ARAG dan ook om met de heer [eiser] in overleg te treden over een passende schaderegeling.” (...)

2.9.  Van Genderen heeft op 2 augustus 2004 zijn nadere advies uitgebracht. Hierin is onder meer opgenomen: (...)

Ik concludeer dan ook dat in een kennelijk onredelijkheidsprocedure een correctiefactor 1,5 te verwachten zou zijn geweest (€ 111.192,--). De schade van de heer [eiser] door de beroepsfout van ARAG dient in beginsel dan ook op dat bedrag te worden gesteld. Het lijkt mij echter niet onredelijk om overeen te komen dat ARAG vooralsnog, dat wil zeggen indien en voor zover KPN niet tot intrekking en terugvordering van de hiaatuitkering overgaat, kan volstaan met betaling van een vergoeding die volgt uit toepassing van de neutrale kantonrechtersformule, derhalve € 74.128,-- bruto.” (...)

4.6.  Tussen partijen is niet in geschil dat KPN – als ARAG tijdig de nietigheid had ingeroepen – getracht zou hebben de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter te laten ontbinden overeenkomstig artikel 7:685 BW. ARAG stelt voorts in haar conclusie van antwoord dat het voor de hoogte van de door de kantonrechter toe te wijzen vergoeding weinig had uitgemaakt of [eiser] een procedure ex artikel 7:685 BW of een procedure ex 7:681 BW gestart zou zijn, nu de gehanteerde normering (nagenoeg) gelijk is. De rechtbank begrijpt uit de stellingen van [eiser] dat ook hij hiervan uitgaat. Tussen partijen is voorts niet in geschil dat door de kantonrechter een vergoeding aan [eiser] ten laste van KPN zou zijn toegekend. Partijen twisten echter over de hoogte van die vergoeding. De rechtbank zal daarom bij de verdere beoordeling nagaan welke vergoeding aan [eiser] zou zijn toegekend als hij een procedure ex artikel 7:685 BW tegen KPN was gestart. LJN BD1860