RBGEL 140525 toetsing kostenbeding advocatendeclaratie in arbeidszaak; voldaan aan het transparantievereiste; grotendeels toegewezen
- Meer over dit onderwerp:
RBGEL 140525 toetsing kostenbeding advocatendeclaratie in arbeidszaak; voldaan aan het transparantievereiste; grotendeels toegewezen.
2De feiten
2.1.
[gedaagde] heeft naar aanleiding van een arbeidsconflict met zijn (oud)werkgever op 11 december 2023 een gratis telefonisch intakegesprek met een medewerker van Legalitas gevoerd. Van dit gesprek zijn onder meer de volgende aantekeningen gemaakt (productie 1B bij akte Legalitas):
“(…)
Client geïnformeerd over onze aanpak. Eerst plannen we een gesprek in bij de advocaat, waarna zij samen een plan van aanpak maken. Cliënt geïnformeerd over geldende uurtarief van [advocaat] van 225,- per uur excl. BTW en kantoorkosten en dat dit ook van toepassing is op het eerste gesprek. Aangegeven dat grove schatting werkzaamheden, hij rekening moet houden met tussen 10-15 uur. Was akkoord.”
2.2.
Na afloop van het intakegesprek is een afspraakbevestiging voor een adviesgesprek met een advocaat van Legalitas naar [gedaagde] verzonden. In het e-mailbericht is een link voor een webmeeting bijgevoegd. Daarnaast wordt gewezen op het uurtarief van € 225,00 exclusief 5% kantoorkosten en 21% Btw dat ook van toepassing is op het eerste adviesgesprek en op de bestudering van de stukken die [gedaagde] dient aan te leveren ter voorbereiding van het adviesgesprek met de advocaat (productie 1 dagvaarding).
2.3.
Nadat het adviesgesprek op 11 december 2023 heeft plaatsgevonden, heeft Legalitas op 12 december 2023 een opdrachtbevestiging met de algemene voorwaarden naar [gedaagde] gemaild. Daarin staat onder meer het volgende over het honorarium (productie 2 dagvaarding):
“(…)
Honorarium
Over de honorering van de werkzaamheden hebben we het navolgende afgesproken:
De kosten voor mijn werkzaamheden bedragen € 205,- per uur exclusief 5% kantoorkosten en 21% BTW. Mijn uurtarief wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd. Facturering van het honorarium zal twee-wekelijks geschieden. Je ontvangt een gespecificeerde factuur en de bestede tijd zal exact worden bijgehouden. De werkzaamheden worden genoteerd in tijdseenheden van 6 minuten. Betaling van de factuur of facturen zal geschieden niet later dan 2 weken na de factuurdatum.
(…)”
2.4.
Legalitas heeft de volgende twee facturen naar [gedaagde] verzonden, welke door [gedaagde] niet zijn betaald (productie 4 dagvaarding):
- -
factuur van 19 december 2023 van € 1.876,46 (6:50:06 uur)
- -
factuur van 16 januari 2024 van € 377,68 (1:27:00 uur).
2.5.
Op enig moment hebben partijen een betalingsregeling getroffen van € 150,00 per maand, maar [gedaagde] is deze niet nagekomen.
3De vordering en het verweer
3.1.
Legalitas vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van:
- -
€ 2.254,14 (inclusief Btw) aan hoofdsom;
- -
€ 409,13 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- -
€ 147,81 aan verschenen wettelijke rente tot 30 september 2024;
- -
de wettelijke rente over € 2.254,14 vanaf datum dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling;
- -
de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis zijn betaald.
3.2.
Legalitas legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] , ondanks daartoe herhaaldelijk te zijn gesommeerd, is tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting uit de overeenkomst van opdracht. Daarnaast is hij de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] betwist niet dat Legalitas in zijn opdracht werkzaamheden heeft verricht. Hij vindt echter dat de in rekening gebrachte kosten te hoog zijn. Aan hem is niet van te voren het uurtarief medegedeeld en duidelijk gemaakt hoeveel alle werkzaamheden ongeveer zouden kosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4De beoordeling
Kern van het geschil
4.1.
Het geschil spitst zich toe op de vraag of [gedaagde] veroordeeld moet worden tot betaling van het bedrag van € 2.254,14 (inclusief Btw) aan openstaande facturen aan Legalitas, vermeerderd met rente en kosten.
Kwalificatie overeenkomst en werkzaamheden
4.2.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht gekwalificeerd moet worden als een consumentenovereenkomst als bedoeld in artikel 6:230h lid 1 BW, waarbij [gedaagde] heeft gehandeld als consument en Legalitas als handelaar.
4.3.
Anders dan Legalitas bij akte heeft gesteld, leidt de kantonrechter uit de afspraak- en opdrachtbevestiging af dat de overeenkomst tijdens een webmeeting is gesloten en niet op kantoor. Gesteld noch gebleken is dat bij het sluiten van de overeenkomst tijdens de webmeeting sprake was van een georganiseerd verkoopsysteem. Daarnaast is het evident dat de advocaat van Legalitas en [gedaagde] gelijktijdig en persoonlijk aanwezig waren in de webmeeting. Aldus dient de overeenkomst gekwalificeerd te worden als een overeenkomst anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte in de zin van artikel 6:230l BW.
Ambtshalve toetsing kernbeding
4.4.
Op grond van artikel 4 lid 2 van de Richtlijn moet de kantonrechter kernbedingen (zo nodig ambtshalve) in consumentenovereenkomsten toetsen op oneerlijkheid indien het kernbeding niet duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd (het transparantievereiste).
4.5.
De bepaling dat Legalitas voor haar werkzaamheden een uurtarief van € 205,00 exclusief 5% kantoorkosten en 21% Btw rekent, is een kernbeding. Dit is expliciet in de opdrachtbevestiging opgenomen. Niet gesteld of gebleken is dat er over dit kostenbeding afzonderlijk is onderhandeld. De kantonrechter moet daarom beoordelen of het kostenbeding in de tussen partijen gesloten overeenkomst voldoet aan het hiervoor genoemde transparantievereiste. Daarvoor moet aansluiting worden gezocht bij de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese unie (hierna: HvJEU) van 12 januari 2023 (zaak C-395/21, ECLI:EU:C:2023:14).
4.6.
In dat arrest heeft het HvJEU overwogen dat een kostenbeding tussen een advocaat en een consument, waarin de kosten voor juridische diensten worden vastgelegd op basis van een uurtarief, niet voldoet aan het transparantievereiste, indien de consument voordat de overeenkomst wordt gesloten geen informatie ontvangt die hem in staat stelt om met de nodige voorzichtigheid en met volledige kennis van de financiële consequenties die het sluiten van deze overeenkomst met zich brengt zijn beslissing te nemen. Het enkel noemen van een uurtarief stelt de gemiddelde, normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument niet in staat om alle financiële consequenties in te schatten die voor hem uit het beding voortvloeien. De advocaat moet voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan de consument informatie verstrekken die aanwijzingen bevatten die de consument in staat stellen de totale kosten bij benadering te ramen, zoals een raming van het minimaal aantal uren of een verbintenis om met redelijke tussenpozen tussentijdse facturen of verslagen te bezorgen waarin het reeds genoemde aantal gepresteerde werkuren wordt vermeld.
Kostenbeding is transparant
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat het kostenbeding dat Legalitas in de overeenkomst heeft opgenomen voldoet aan het transparantievereiste. Daartoe is het volgende redengevend.
4.8.
Legalitas heeft in haar akte onbetwist gesteld dat zij een uitgebreid telefonisch intakegesprek met [gedaagde] heeft gevoerd, waarin hij op de hoogte is gesteld van het geldende uurtarief, de werkwijze en aanpak van Legalitas en van het aantal uren dat nodig zal zijn en de kosten waarmee [gedaagde] moet rekening houden. In de gespreksaantekeningen staat dat er een grove schatting is gemaakt dat voor de werkzaamheden voor [gedaagde] 10-15 uur nodig zal zijn. Nu [gedaagde] dit niet heeft betwist, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van die stelling. Legalitas heeft verder onbetwist gesteld dat tijdens het adviesgesprek met een advocaat nogmaals is herhaald hoe het kantoor werkt, wat het uurtarief, het plan van aanpak is en is opnieuw een indicatie gegeven van het aantal benodigde uren. Eveneens volgt expliciet uit de door Legalitas overgelegde afspraakbevestiging dat zij een uurtarief exclusief 5% kantoorkosten en 21% Btw hanteert. Het verweer van [gedaagde] dat voor het sluiten van de overeenkomst niet aan hem is medegedeeld dat een uurtarief wordt gehanteerd en wat de totale kosten van de werkzaamheden ongeveer zouden zijn, wordt tegen deze achtergrond dan ook verworpen.
4.9.
In het licht van deze omstandigheden komt de kantonrechter tot de conclusie dat Legalitas [gedaagde] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst voldoende duidelijke en begrijpelijke informatie heeft gegeven om [gedaagde] in staat te stellen met de nodige voorzichtigheid en met volledige kennis van de financiële gevolgen van het sluiten van de overeenkomst zijn beslissing te nemen.
4.10.
Omdat het kostenbeding transparant wordt geacht, wordt niet toegekomen aan de vraag of het beding als oneerlijk moet worden beschouwd.
Ambtshalve toetsing precontractuele informatieplichten
4.11.
Aangezien het hier gaat om een overeenkomst anders dan een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte, moet ter bescherming van de consument verder worden voldaan aan de (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l BW. De kantonrechter is van oordeel dat daaraan is voldaan, mede gelet op hetgeen hiervoor onder 4.8 en verder is overwogen. De vordering van Legalitas tot betaling van de openstaande facturen door [gedaagde] is daarom in beginsel toewijsbaar.
Kosten afspraakbevestiging
4.12.
In de factuur van 19 december 2023 is aan [gedaagde] een bedrag van € 62,19 inclusief Btw in rekening gebracht voor het versturen van de afspraakbevestiging voor het adviesgesprek met de advocaat van Legalitas. Deze kostenpost valt naar het oordeel van de kantonrechter buiten de reikwijdte van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Immers, in de afspraakbevestiging staat dat een uurtarief wordt gehanteerd en dat deze ook van toepassing is op het eerste adviesgesprek alsmede op bestudering van vooraf gestuurde stukken. Daarin valt niet te lezen dat ook voor het opstellen en versturen van de afspraakbevestiging voor het adviesgesprek het uurtarief wordt gerekend. Bovendien was de overeenkomst van opdracht gesloten tijdens de webmeeting. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] al daarvoor had ingestemd met de kosten van het opstellen en versturen van de afspraakbevestiging. De vordering tot betaling van € 62,19 wordt dan ook afgewezen.
Verschillende uurtarieven
4.13.
Verder valt op basis van de specificatie bij de factuur van 19 december 2023 dat niet alleen het overeengekomen uurtarief van € 205,00 (exclusief Btw) is toegepast, maar ook uurtarieven van € 257,00 (exclusief Btw) en € 225,00 (exclusief Btw). De laatste twee uurtarieven lijken uit de lucht te vallen. Aangezien Legalitas de uurtarieven van € 257,00 en € 225,00 niet heeft onderbouwd, gaat de kantonrechter uit van het uurtarief dat aan [gedaagde] in de opdrachtbevestiging is gecommuniceerd, te weten: € 205,00 (exclusief Btw). Dit brengt mee dat dit uurtarief vermenigvuldigd moet worden met het aantal uur van 06:50:06 dat gelijk staat aan 410,1 minuten. Hierop strekt in mindering 12 minuten (zie 4.12). De berekening luidt daarom als volgt: 398,1 x € 205,00 : 60 x 1,21 (omzetbelasting) x 1,05 (kantoorkosten). Hieruit volgt dat van de factuur van 19 december een bedrag van
€ 1.728,10 toewijsbaar is.
4.14.
De vordering tot betaling van de factuur van 16 januari 2024 ter hoogte van
€ 377,68 is toewijsbaar, omdat uit de specificatie daarvan wel blijkt dat het uurtarief van
€ 205,00 (exclusief Btw) in rekening is gebracht.
Conclusie
4.15.
Gelet op het voorgaande wordt de vordering tot betaling van € 2.105,78 (inclusief Btw) toegewezen.
Wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten
4.16.
Het in de algemene voorwaarden opgenomen rentebeding is niet onredelijk bezwarend of oneerlijk, omdat het in lijn met de wet is, maar met dien verstande dat in het onderhavige geval de wettelijke rente van artikel 6:119 BW en niet van 6:119a BW toegepast moet worden. De wettelijke rente zal worden toegewezen over € 2.105,78 vanaf datum van verzuim tot aan de dag van algehele voldoening, omdat voor toewijzing van rente over een hoger bedrag geen grondslag is gesteld of gebleken.
4.17. Het beding over buitengerechtelijke incassokosten in de algemene voorwaarden is conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Legalitas vordert een bedrag van € 409,13 aan buitengerechtelijke incassokosten. Zij heeft daartoe aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering is getoetst aan het Besluit en is hoger dan het daarin bepaalde tarief van € 315,87 bij € 2.105,78 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom een bedrag van € 315,87 toe. Rechtbank Gelderland 14 mei 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:3496