RBMNE 190325 Ambtshalve toetsing advocatendeclaratie; voldaan aan transparantievereiste; volledig toegewezen
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 190325 Ambtshalve toetsing advocatendeclaratie; voldaan aan transparantievereiste; volledig toegewezen
2De overwegingen van de kantonrechter
2.1.
De kantonrechter neemt over en verwijst naar hetgeen is overwogen in het tussenvonnis van 8 januari 2025 (hierna: het tussenvonnis). (geen publicatie bekend, red. LSA LM)
2.2.
[eiseres] heeft in haar akte uiteengezet dat zij een uitgebreid telefonisch intake-gesprek met [gedaagde] heeft gevoerd waarin [gedaagde] op de hoogte is gesteld van het geldende uurtarief, hoe [eiseres] werkt en wat voor aanpak zij hanteert. Ook is een inschatting gegeven van het aantal uren dat nodig zal zijn en waar [gedaagde] qua kosten rekening mee moest houden. [eiseres] heeft van dat gesprek aantekeningen gemaakt en deze overgelegd. In de aantekeningen staat dat er een grove inschatting is gemaakt dat voor een zaak/procedure als die van [gedaagde] 40 uren nodig zijn. [eiseres] heeft verder gesteld dat vervolgens tijdens het gesprek met een advocaat op het kantoor nogmaals is herhaald hoe het kantoor werkt, wat het tarief is, wat het plan van aanpak is en is wederom een indicatie gegeven van het aantal benodigde uren. Daarna zijn alle contractvoorwaarden in een opdrachtbevestiging aan [gedaagde] verzonden, waarna [gedaagde] heeft gereageerd en stukken heeft toegestuurd, aldus [eiseres] .
2.3.
Uit wat [eiseres] naar voren heeft gebracht volgt dat [eiseres] [gedaagde] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst voldoende duidelijke en begrijpelijke informatie heeft gegeven om [gedaagde] in staat te stellen met de nodige voorzichtigheid en met volledige kennis van de financiële consequenties van het aangaan van die opdracht haar beslissing te nemen.
2.4.
Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat, alle omstandigheden van dit geval in aanmerking genomen, is voldaan aan het transparantievereiste. Dat betekent dat het beding niet meer op oneerlijkheid getoetst hoeft te worden.
2.5.
De kantonrechter concludeert dat aan het vereiste van artikel 6:230l sub c BW is voldaan.
2.6.
De hoofdsom zal gelet op het voorgaande worden toegewezen, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente omdat [gedaagde] met betaling in verzuim is.
2.7.
Ook de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar. In deze zaak is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing. Bij brief van 14 februari 2024 is [gedaagde] aangemaand conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. Rechtbank Midden-Nederland 19 maart 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:1163