RBROT 080825 kostenbeding niet transparant en oneerlijk; kantonrechter vernietigt het kostenbeding; overeenkomst nietig
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 080825 kostenbeding niet transparant en oneerlijk; kantonrechter vernietigt het kostenbeding; overeenkomst nietig
2. De beoordeling
Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[gedaagde 1] heeft eind 2021 contact gezocht met [naam], werkzaam bij PlasBossinade, om hem bij te staan in een geschil met de toenmalige verhuurder van gedaagden. PlasBossinade heeft op 20 januari 2022 een opdrachtbevestiging gestuurd aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. In die opdrachtbevestiging wordt de opdracht omschreven als:
“U heeft PlasBossinade verzocht om u bij te staan in een geschil met uw verhuurder met betrekking tot de huurwoning aan het adres [adres].”
2.2.
PlasBossinade bevestigt in de opdrachtbevestiging dat de werkzaamheden worden verricht tegen een uurtarief van € 240,- exclusief btw en 6% kantoorkosten. Ook wordt vermeld dat dit tarief periodiek kan worden aangepast. De werkzaamheden worden maandelijks achteraf in rekening gebracht.
2.3.
PlasBossinade eist in deze procedure betaling van openstaande facturen. Het gaat om een totaalbedrag van € 7.009,66. Daarnaast maakt zij aanspraak op wettelijke rente over de factuurbedragen vanaf de vervaldata.
2.4.
[gedaagde 2] heeft uitgelegd dat de contacten tussen [naam] alleen door [gedaagde 1] (toen haar partner, inmiddels haar ex-partner) werden onderhouden en dat hij op enig moment de facturen niet meer heeft betaald. Zij heeft wel steeds geprobeerd met PlasBossinade tot een oplossing te komen, maar dat is niet gelukt.
De beslissing in het kort
2.5.
De kantonrechter wijst de vordering van PlasBossinade af. Het kostenbeding in de overeenkomst van opdracht is niet transparant en oneerlijk en wordt daarom vernietigd. Het ontbreken van een kostenbeding maakt de overeenkomst in zijn geheel nietig. Deze beslissing wordt hieronder toegelicht.
De kantonrechter moet ambtshalve toetsen
2.6.
De overeenkomst van opdracht tussen partijen moet worden aangemerkt als een overeenkomst tussen een handelaar (PlasBossinade) en twee consumenten ([gedaagde 1] en [gedaagde 2]) in de zin van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (de Richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter moet ambtshalve toetsen of sprake is van oneerlijke bedingen in de overeenkomst tussen partijen. Omdat er sprake is van ambtshalve toetsing, is niet relevant of de consument in de procedure is verschenen en/of dat de vordering niet is betwist.
Het kostenbeding is niet transparant
2.7.
Uit het arrest van het HvJ EU van 12 januari 2023 (ECLI:EU:C:2023:14) volgt dat het kostenbeding een kernbeding is. De kantonrechter moet daarom eerst beoordelen of dit beding al dan niet transparant is. Om een beding als transparant aan te kunnen merken, moet het niet alleen formeel en grammaticaal begrijpelijk zijn, maar moet het zodanig duidelijk en begrijpelijk zijn, dat een normaal geïnformeerde, gemiddelde consument bij het sluiten van de overeenkomst de economische gevolgen daarvan kan inschatten (rov. 36-40). De kantonrechter moet onder meer (in het bijzonder) nagaan of – in dit geval – aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] alle gegevens zijn meegedeeld die van invloed konden zijn op de omvang van de verbintenis en op basis waarvan zij de financiële consequenties daarvan konden inschatten. De kantonrechter oordeelt dat dat hier niet het geval is.
2.8.
Uit het hiervoor genoemde arrest volgt ook dat het enkel noemen van een uurtarief de gemiddelde, normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument niet in staat stelt om alle financiële consequenties in te schatten die voor hem uit het beding voortvloeien, namelijk het totale bedrag dat hij voor de diensten zal moeten betalen (rov. 40). Hoewel dit in het geval van een opdracht aan een advocaat vaak moeilijk zal zijn, moet hij wel zodanige informatie verstrekken dat de consument op basis daarvan bij benadering de totale kosten van zijn diensten kan inschatten. Dat kan door een raming van het voorzienbare of minimale aantal uren dat nodig zal zijn of door met redelijke tussenpozen tussentijds te declareren waarbij het aantal gewerkte uren wordt vermeld.
2.9.
In de opdrachtbevestiging staat dat partijen een uurtarief van € 240,- exclusief btw en kantoorkosten hebben afgesproken. PlasBossinade heeft daarnaast geen andere informatie verschaft die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in staat stelde om een inschatting te kunnen maken van het in totaal door haar voor de diensten van PlasBossinade te betalen bedrag. De kantonrechter gaat daar althans vanuit, omdat dat nergens uit blijkt. PlasBossinade was niet op de zitting en heeft hierover dus ook geen uitleg kunnen geven. Hoewel dit mogelijk lastig in te schatten was, had van PlasBossinade verwacht mogen worden dat zij op zijn minst de – op dat moment voorzienbare – verschillende te verrichten werkzaamheden zou benoemen en daarbij een inschatting zou maken van het minimale aantal daaraan te besteden uren. In de dagvaarding heeft PlasBossinade nog gesteld dat met betrekking tot twee eerdere declaraties van in totaal € 11.167,19 een betalingsregeling is getroffen, die is nagekomen. Daaruit begrijpt de kantonrechter dat meer dan € 18.000,- is gedeclareerd aan kosten voor een huurzaak in eerste aanleg. Uit niets blijkt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daarmee rekening hadden moeten houden.
2.10.
Dat PlasBossinade heeft toegezegd maandelijks achteraf te factureren maakt gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden niet dat het beding toch transparant is. De kantonrechter laat het ontbreken van enige indicatie – zonder dat PlasBossinade heeft uitgelegd waarom dat niet mogelijk was – vooraf zwaar(der) wegen in haar beoordeling.
Het kostenbeding is oneerlijk
2.11.
Dat het kostenbeding niet transparant is, betekent niet per definitie dat het ook oneerlijk is. Het kan wel een rol spelen bij de beoordeling van de vraag of, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk is verstoord. De kantonrechter acht het kostenbeding dat partijen zijn overeengekomen oneerlijk.
2.12.
De gemaakte afspraken komen er feitelijk op neer dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] PlasBossinade een ‘carte blanche’ hebben gegeven voor wat betreft de te maken kosten. Er is geen inschatting gemaakt van de minimale kosten, er is geen afspraak gemaakt die erop neerkomt dat PlasBossinade [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zou waarschuwen als de kosten een bepaald bedrag bereikt zouden hebben en er is geen maximum afgesproken. De opdracht zelf is ook niet duidelijk afgebakend; de omschrijving die is opgenomen in de opdrachtbevestiging is bijzonder ruim. Er is niet afgesproken dat PlasBossinade (bijvoorbeeld) enkel een processtuk zou opstellen en een zitting zou bijwonen in een te starten procedure. Gelet op deze omstandigheden acht de kantonrechter het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoord ten nadele van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Dat maakt het beding oneerlijk.
De kantonrechter vernietigt de overeenkomst van opdracht
2.13.
De kantonrechter moet een oneerlijk beding vernietigen. Het kostenbeding wordt dus vernietigd. De kantonrechter mag het vernietigde kostenbeding niet vervangen door behulp van een bepaling van aanvullend recht, omdat dat de afschrikwekkende werking van het buiten toepassing laten van oneerlijke bedingen teniet zou doen. De kantonrechter moet de overeenkomst van opdracht nietig verklaren, omdat de overeenkomst zonder het vernietigde kostenbeding niet kan voortbestaan. Deze verplichting geldt ook als dit betekent dat PlasBossinade geen vergoeding ontvangt voor haar diensten (zie het hiervoor genoemde arrest van het HvJ EU, rov. 59). De uitzondering dat de nietigverklaring van de overeenkomst in zijn geheel uiterst nadelige consequenties zou hebben voor de consument doet zich niet voor (zie Hof Den Bosch 25 maart 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:822, rov. 6.24).
2.14.
Omdat PlasBossinade door niet op de zitting te komen er zelf voor heeft gekozen geen nadere toelichting op de zaak te geven, wordt zij door de kantonrechter niet in de gelegenheid gesteld om zich over de nietigverklaring uit te laten.
De vordering van PlasBossinade wordt afgewezen
2.15.
Nu de overeenkomst tussen PlasBossinade en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] nietig is en dus wordt geacht nooit te hebben bestaan, worden de vorderingen van PlasBossinade afgewezen. Rechtbank Rotterdam 8 augustus 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:9759