Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 131119 vergoeding kosten bewijsvergaring en voorschot afgewezen

RBGEL 131119 verzoek medewerking aan goede en zorgvuldige behandeling zaak, vergoeding kosten bewijsvergaring en voorschot afgewezen;
- kosten niet begroot, verzoeken hadden geen kans van slagen

Het verzoek onder II.

2.13.
De rechtbank stelt voorop dat dit verzoek niet ziet op een voorschot voor de buitengerechtelijke kosten, waarover partijen buiten rechte afspraken maken of hebben gemaakt en waarover het verzoek, zoals overwogen, is ingetrokken. Tussen partijen is in geschil of de door [naam verzoeker] gestelde klachten en beperkingen een gevolg zijn van het ongeval en of hij de door hem gestelde schade door verlies aan verdienvermogen werkelijk lijdt. Partijen hebben hierover veel gecorrespondeerd, maar zijn niet tot overeenstemming gekomen. Een schadestaat ontbreekt, evenals een doorslaggevende medische onderbouwing van de klachten van [naam verzoeker] . Bovendien heeft [naam verzoeker] erkend dat inschakeling van een (arbeids)deskundige voor de hand ligt om de beperkingen van [naam verzoeker] als gevolg van het ongeval en de mogelijkheden tot re-integratie vast te kunnen stellen. Ook overigens staan de feiten niet vast die nodig zijn om de hoogte van de schade te kunnen inschatten of begroten, waaronder de stelling van [naam verzoeker] dat hij een baan in Irak aangeboden had gekregen die hij door de gevolgen van het ongeval is misgelopen. Al met al is bij de huidige stand van zaken zo onzeker dat [naam verzoeker] als gevolg van het ongeval (in de door hem gestelde omvang) materiële en immateriële schade lijdt en dat dit meer is dan wat al als voorschot is uitgekeerd, dat onvoldoende grond bestaat ASR tot nadere voorschotbetalingen te veroordelen. Daarbij komt dat de rechtbank dit verzoek niet in geconcretiseerde zin kan toewijzen, nu [naam verzoeker] niet heeft omschreven wat hij, zoals hij vordert, “adequate bevoorschotting” acht en ook geen indicatie van de hoogte van de schade heeft gegeven. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen. Voor zover [naam verzoeker] beoogt dat in deze deelgeschilprocedure de voornoemde onzekerheden over de hoogte van de schade, na nadere bewijslevering in de vorm van een deskundigenbericht of getuigenverhoren, worden vastgesteld, overweegt de rechtbank dat de investering in tijd en geld die met deze nadere instructie gepaard zal gaan niet opweegt tegen het belang van de vordering en de bijdrage die een beslissing kan leveren aan de totstandkoming van een onderlinge regeling. In zoverre zal dit verzoek dan ook worden afgewezen op de voet van art. 1019z Rv.

ECLI:NL:RBGEL:2019:5835