Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Haag 291116 onder dwang en dreiging bijwonen van get-zitting rabbinale rechtbank; ernstige aantasting van persoonlijke integriteit; smartengeld naar billijkheid vastgesteld op € 5.000

Hof Den Haag 291116 onder dwang en dreiging bijwonen van get-zitting rabbinale rechtbank; ernstige aantasting van persoonlijke integriteit; smartengeld naar billijkheid vastgesteld op € 5.000

16. 
Het hof is van oordeel dat het op 8 maart 2000 onder dwang en dreiging met geweld hebben moeten bijwonen van de get-zitting van de rabbinale rechtbank, als een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [appellant] moet worden aangemerkt. Hij heeft als gevolg van de medewerking van de rabbijnen in hun functie van rechter in een joodse rechtbank (Beth Din) aan de get-zitting, waarbij hij tegen zijn wil aanwezig was, enkele uren in een voor hem zeer bedreigende situatie verkeerd. Dit valt af te leiden uit de omstandigheden dat [appellant] tegen de rabbijnen heeft gezegd dat hij was ontvoerd en mishandeld en dat de rabbijnen hierop niet hebben gereageerd, dat hij in de synagoge door de Israëlische mannen op het toilet op zijn benen is geslagen, dat hij zijn (reeds voor de get-zitting toegebrachte) verwondingen aan de rabbijnen heeft getoond hetgeen de rabbijnen hebben genegeerd, dat hij flauw is gevallen, dat hij een ruit heeft ingeslagen en om hulp heeft geroepen en dat hij heeft gevreesd voor zijn leven. In die zin is sprake van een ernstige aantasting van de persoonlijke integriteit van [appellant] en dus van een aantasting in de persoon op andere wijze, als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b BW. Het hof stelt de vergoeding van de immateriële schade van [appellant] naar billijkheid vast op € 5.000,-- ECLI:NL:GHDHA:2016:3498