Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 160307 politie-ambtenaar krijgt klap op hoofd; € 250,- immateriële schadevergoeding

Rb Arnhem 16-03-07 politie-ambtenaar krijgt klap op hoofd; € 250,- immateriële schadevergoeding
7. De kantonrechter acht [politie-ambtenaar] geslaagd in zijn bewijsopdracht, gezien de getuigenverklaring van [getuige X], diens schriftelijke verklaring van 18 december 2003 of daaromtrent en de getuigenverklaring van [politie-ambtenaar]. De andere getuigenverklaringen zijn van onvoldoende gewicht om tot een ander oordeel te komen. De getuige [getuige Y] heeft geen feiten of omstandigheden met betrekking tot de bewijsopdracht uit eigen wetenschap kunnen verklaren. De getuige [getuige Z] heeft [gedaagde] niet zien slaan, maar uit zijn verklaring kan niet worden afgeleid dat hij de onderhavige interactie tussen [politie-ambtenaar] en [gedaagde] gedurende de volledige duur daarvan heeft waargenomen.

9. De volgende vraag die dan beantwoord dient te worden of [politie-ambtenaar] recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding en zo ja, hoe hoog deze dan dient te zijn.
[gedaagde] heeft de stelling van [politie-ambtenaar] dat hij door die klap last heeft gehad van nek- en hoofdpijn en duizeligheid alsmede dat daardoor ook een zwelling op zijn hoofd is ontstaan niet betwist, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. [politie-ambtenaar] heeft door die klap dus lichamelijk letsel opgelopen, hetgeen, gezien de aard en ernst van het letsel, het gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding rechtvaardigt. Dat de mishandeling van [politie-ambtenaar] door [gedaagde] plaats heeft gevonden tijdens de werkzaamheden van [politie-ambtenaar] als politiefunctionaris kan er in redelijkheid niet toe leiden dat het gevorderde bedrag gematigd dan wel afgewezen dient te worden, zoals [gedaagde] kennelijk bepleit. Ook de gevorderde rente, die niet is betwist, zal worden toegewezen.
LJN BA1253