RBMNE 150420 € 50.000,- smartengeld gevorderd vanwege kneuzing sleutelbeen en borstholte & fysieke en cognitieve beperkingen, toegewezen: € 10.000,-
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 150420 student fiscaal recht; uitgangspunten situatie zonder en met ongeval;
- voor rendement en inflatie aansluiting gezocht bij RBMNE 250919, partijen mogen zich hierover nog uitlaten
- € 50.000,- smartengeld gevorderd vanwege kneuzing sleutelbeen en borstholte & fysieke en cognitieve beperkingen, toegewezen: € 10.000,-
De hoogte van het smartengeld
2.30.
In de akte na deskundigenbericht heeft [eiser] zijn vordering met betrekking tot het smartengeld verhoogd tot een bedrag van € 50.000,00. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat het ongeluk hem op jonge leeftijd (22 jaar) is overkomen. Als gevolg van het ongeval is hij zowel fysiek als cognitief beperkt en hij zal daarvan de rest van zijn leven de gevolgen ondervinden.
2.31.
ASR heeft naar voren gebracht dat [eiser] de hoogte van het gevorderde smartengeld niet heeft onderbouwd. ASR heeft een volgens haar vergelijkbaar geval genoemd waarbij een smartengeld (na indexering) van € 4.759,00 is toegekend.
2.32.
[eiser] heeft een ernstig ongeval meegemaakt waarbij een spookrijder frontaal in botsing is gekomen met de auto waar hij in reed. De beide inzittenden van de auto van de spookrijder zijn in het ziekenhuis aan hun verwondingen overleden. [eiser] liep lichamelijk letsel op: een kneuzing van het sleutelbeen (clavicula contusie) en een kneuzing van de borstholte (thorax contusie). Door het ongeval ontstonden fysieke en psychische klachten die er toe leidden dat hij zijn studie niet kon afmaken. Daardoor is hij aangewezen op minder gekwalificeerd werk dan hij ambieerde. Onder deze omstandigheden vindt de rechtbank een smartengeld van € 10.000,00 op zijn plaats. De rechtbank merkt hierbij op dat de financiële component van de lagere functie zich vertaalt in het verlies aan arbeidsvermogen. Daarmee moet bij het bepaling van het smartengeld geen rekening worden gehouden.