Overslaan en naar de inhoud gaan

GHARL 120320 strafzaak; 5x schieten op willekeurige voorbijganger; hoge dwarslaesie; immaterieel: € 250.000,00

GHARL 120320 strafzaak; 5x schieten op willekeurige voorbijganger; hoge dwarslaesie; schade materieel, incl toekomstschade VAV: € 615.849,27; immaterieel: € 250.000,00

Vervolg op: rbnne-191018-strafzaak-smartengeld-23-jarige-man-na-beschieting-met-5-kogels-dwarslaesie-1-2e-borstwervel-250-000-00

Het smartengeld

Voor wat betreft het smartengeld komt het hof tot een ander oordeel.

Het hof stelt voorop dat het evident is dat de benadeelde partij, als rechtstreeks gevolg van het ten aanzien van de benadeelde partij aangewende geweld door verdachte nadeel heeft geleden in de vorm van gederfde levensvreugde en is van oordeel dat de omvang van de vordering slechts een fractie vertegenwoordigt van die gederfde levensvreugde. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 18-830388-17 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden tot een bedrag van € 250.000,-. Het verzoek om schadevergoeding is onderbouwd met medische stukken en deskundigen verslagen. Het hof heeft daarbij in het bijzonder gelet op de volstrekte willekeur waarmee de benadeelde partij groot onrecht is aangedaan. Er was sprake van een zeer gewelddadig handelen. De benadeelde partij is zonder aanleiding eerst in zijn onderlichaam geschoten waarna hij al wegvluchtend onder meer in zijn rug is geraakt. Het gewelddadig handelen van verdachte heeft zeer diep ingegrepen in het leven van de benadeelde partij. Zijn leven is op de jonge leeftijd van 21 jaar voorgoed veranderd en de gevolgen daarvan zijn enorm. Hij heeft een hoge dwarslaesie opgelopen en uit de in het dossier aanwezige medische gegevens en eveneens uit hetgeen [benadeelde partij] ter terechtzitting van het hof heeft toegelicht blijkt hoe overweldigend de gevolgen van deze ernstige handicap voor hem zijn op veel verschillende vlakken van zijn leven en zijn toekomstplannen. Daarnaast heeft de benadeelde partij eveneens geestelijk letsel opgelopen in de vorm van een post traumatische stress-stoornis.

De hoogte van de immateriële schadevergoeding dient naar billijkheid te worden vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en de ernst van de aantasting in de persoon en de gevolgen daarvan voor de benadeelde. Het hof heeft daarbij ook gelet op uitspraken die door andere rechters zijn gedaan. Het hof acht alles afwegende met de rechtbank een bedrag van € 250.000,- billijk. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen. ECLI:NL:GHARL:2020:2126