Rb 's-Hertogenbosch 110712 stuiting bij produktaansprakelijkheid, binnen 3 jaar nadat benadeelde bekend is geworden met schade, gebrek en producent
- Meer over dit onderwerp:
Rb 's-Hertogenbosch 110712 stuiting bij produktaansprakelijkheid, binnen 3 jaar nadat benadeelde bekend is geworden met schade, gebrek en producent
4. De beoordeling
4.1. Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat Delta in zoverre in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2. De vordering van Achmea is gegrond op de stelling dat (de broer van) [X] heeft geprobeerd de brand te blussen met een brandblusser geproduceerd door Delta, dat deze brandblusser toen dienst weigerde waardoor de woning volledig is afgebrand, zodat Delta als producent van de gebrekkige brandblusser aansprakelijk is voor de door Achmea aan [X] vergoedde schade,
4.3. Het meest verstrekkende verweer van Deltais dat de vordering van Achmea is verjaard omdat [X] al in september 2006 bekend was met de schade, het gebrek en de identiteit van Delta. De wetenschap van [X] moet aan Achmea worden toegerekend. De eerste stuitingshandeling van Achmea is verricht op 30 augustus 2010, zodat de verjaring niet tijdig is gestuit.
4.4. Achmea stelt daar tegenover dat de vordering niet is verjaard omdat zij pas in oktober 2007, met het tot stand komen van het deskundigenrapport, bekend was met het gebrek aan de brandblusser, zodat de verjaring door haar brief van 30 augustus 2010 tijdig is gestuit.
4.5. Voor zover Achmea tevens heeft bedoeld te betogen dat de verjaring tijdig is gestuit door de brief van (de advocaat van) [X] van 26 juni 2009, gaat dit betoog niet op omdat de vordering op dat moment al door subrogatie was overgegaan op Achmea. Een aanmaningsbrief heeft slechts de stuiting van de verjaring tot gevolg indien deze afkomstig is van de schuldeiser (3:317 BW).
4.6. De vordering van Achmea is gegrond op artikel 6:185 BW, zodat deze ingevolge artikel 6:191 BW verjaart door verloop van drie jaren nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade, het gebrek en de identiteit van de producent. Dat de schade en de identiteit van de producent eind 2006 bekend waren is niet in geschil Of de vordering van Achmea is verjaard, hangt derhalve af van de vraag hoe het criterium ‘bekendheid met het gebrek’ in artikel 6:191 BW in deze zaak dient te worden uitgelegd. De rechtbank is van oordeel dat het gebrek aan de poederblusser daarin bestond dat de poederblusser niet functioneerde op het moment dat [X] die poederblusser wilde gebruiken. Het feit dat nog niet bekend was waarom de poederblusser dienst had geweigerd, doet er niet aan af dat [X] - en daarmee Achmea - op 27 september 2006 ermee bekend was dat de poederblusser dienst had geweigerd en op die datum dus bekend was met het gebrek. Dat betekent dat Achmea de verjaring niet tijdig heeft gestuit en Delta terecht een beroep op verjaring heeft gedaan. LJN BX0848