Rb Zutphen 191207 fietsongeval; beroep op verjaring i.c. onaanvaardbaar
- Meer over dit onderwerp:
Rb Zutphen 191207 fietsongeval; beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar
5.7. Van belang is voorts dat [eiser] in de tussen hem en Univé gevoerde correspondentie in de periode vanaf 1998 tot 30 augustus 2006 nimmer enige blijk heeft gegeven af te zien van zijn aanspraken op [gedaagde]. Integendeel: alle correspondentie, alle verzoeken van Univé aan [eiser] om nadere medische en financiële informatie en ook de (mede) door Univé geïnitieerde onderzoeken vinden hun grondslag in de aanspraak op schadevergoeding van [eiser] jegens [gedaagde].
5.8. Gelet op voornoemde omstandigheden, mede gezien de vaststaande feiten, acht de rechtbank het beroep [gedaagde] op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Ten behoeve van [gedaagde] heeft zijn verzekeringsmaatschappij hem alle last van de schadeafwikkeling uit handen genomen en hem klaarblijkelijk geheel buiten de onderhandelingen met [eiser] gehouden. Deze praktijk is begrijpelijk en strekt ten voordele van [gedaagde], niet alleen wat betreft de last van de schadeafwikkeling maar bijvoorbeeld ook wat betreft zijn eventuele verdere contacten met [eiser]. In dit verband komt tevens gewicht toe aan het feit dat niet [gedaagde] zelf, doch zijn verzekeraar Univé de eventuele schadelast zal dragen. Het door Univé gehanteerde beleid, dat er op neerkomt dat de bij haar verzekerde, aansprakelijk gestelde persoon geheel onwetend wordt gehouden van de op een ongeval volgende schadeafwikkeling zou, indien aldus de vordering verjaart, enkel voor haar voordelig uitpakken. Ten opzichte van [eiser], die evenals [gedaagde] er van uit mocht gaan dat hij dit met Univé diende af te handelen, is dat rechtens onaanvaardbaar.
5.9. Het voorgaande brengt mee dat het beroep van [gedaagde] op verjaring wordt verworpen. Dat betekent tevens dat, nu de aansprakelijkheid is erkend, de door [eiser] bij sub.1 gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor alle schade die [eiser] als gevolg van het ongeval van 27 november 1997 heeft geleden, kan worden toegewezen.
LJN BC3530