Voorlopig deskundigenonderzoek heeft niet altijd stuitende werking, annotatie bij HR 180909, door Petra Oskam
- Meer over dit onderwerp:
Voorlopig deskundigenonderzoek heeft niet altijd stuitende werking, annotatie bij HR 180909, door Petra Oskam
Art. 3:316 lid 1 BW bepaalt dat de verjaring van een rechtsvordering wordt gestuit door het instellen van een eis, alsmede door iedere andere daad van rechtsvervolging aan de zijde van de gerechtigde. Art. 3:317 lid 1 BW bepaalt dat de verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Uit de rechtspraak (onder andere HR 27 juni 2008, JAR 2008, 189) kan worden afgeleid dat de tekst van de mededeling niet doorslaggevend is, maar dat mede moet worden gelet op de context, waarbinnen de mededeling wordt gedaan, en ook op de overige omstandigheden van het geval. Het komt er op aan of naar de schuldenaar een zodanige waarschuwing is uitgegaan dat hij rekening moet houden met de mogelijkheid van een vordering en daarin aanleiding kan vinden om voor het voeren van verweer benodigde gegevens en bewijsmateriaal beschikbaar te houden. Of het indienen van een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht kan worden beschouwd als stuitingsmededeling in de zin van art. 3:317 lid 1 BW, zal telkens op basis van de omstandigheden van het specifieke geval moeten worden vastgesteld. Uit dit arrest van de Hoge Raad blijkt bovendien dat het indienen van een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht niet beschouwd kan worden als het instellen van een eis of het verrichten van een andere daad van rechtsvervolging in de zin van art. 3:316 lid 1 BW. De verzoekschriftprocedure strekt immers tot niet meer dan tot het uitzoeken of het nemen van stappen tot het geldend maken van het vorderingsrecht wel zinvol is, en leidt niet tot een beslissing omtrent het vorderingsrecht zelf. Onderhandelingen in de zin van art. 10 lid 5 WAM kunnen evenmin worden gestart door het indienen van een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht, omdat het indienen van een dergelijk verzoekschrift een eenzijdige handeling van de benadeelde is. KVDL