Rb Maastricht 130808 subrogatie in vordering van benadeelde partij na afwijzing door strafrechter
- Meer over dit onderwerp:
Rb Maastricht 130808 subrogatie in vordering van benadeelde partij na afwijzing door strafrechter
4. De beoordeling
4.1 De rechtbank dient te oordelen over
de vraag of Nationale Nederlanden is gesubrogeerd in de rechten van
[benadeelde partij], wiens vordering als benadeelde partij door de
strafrechter is afgewezen.
4.2 Ter zake de vraag of een afgewezen vordering van de benadeelde
partij opnieuw kan worden voorgebracht voor de burgerlijk rechter valt
in de parlementaire geschiedenis te lezen: “Het wetsvoorstel opent niet
de mogelijkheid dat de benadeelde partij wier vordering door de
strafrechter is ontzegd, haar vordering opnieuw voorlegt aan de
burgerlijk rechter. Een dergelijke herkansing voor de benadeelde partij
zou niet passen in het systeem van ons rechtsstelsel” (Kamerstukken
1989 – 1990, 21 345, nr. 3, p. 13). De wetgever heeft aldus voor de
benadeelde partij wier vordering is afgewezen de toegang tot de civiele
rechter afgesloten.
4.3 Subrogatie van een verzekeraar in de rechten van een verzekerde
vindt plaats voor zover deze de schade aan de verzekerde heeft vergoed.
Uit productie 2 bij de dagvaarding blijkt dat de schade aan de ruiten
eerst bij een schrijven van 6 juli 2005 door de glaszetter aan
Nationale Nederlanden werd gemeld. Hieruit trekt de rechtbank de
gevolgtrekking dat Nationale Nederlanden pas na het strafproces op 27
mei 2005 is overgegaan tot vergoeding van de schade van [benadeelde
partij]. Nu door het afwijzen van de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij] in het strafproces diens vorderingsrecht is komen
te vervallen en zij deze derhalve niet meer kan voorleggen aan de
burgerlijk rechter, kan Nationale Nederlanden niet gesubrogeerd zijn.
Gelet op het bovenstaande dient Nationale Nederlanden niet ontvankelijk
te worden verklaard in haar vordering. De overige gevoerde verweren
behoeven geen verdere beoordeling meer.
4.4 De rechtbank acht Nationale Nederlanden tevens niet ontvankelijk in
haar vordering jegens [Gedaagde sub 2]. Aangezien de vordering van de
benadeelde partij [benadeelde partij] in het strafproces is afgewezen,
is het vorderingsrecht van [benadeelde partij] komen te vervallen.
Derhalve kan Nationale Nederlanden niet gesubrogeerd zijn in de rechten
van [benadeelde partij]. LJN BE9595